Operation Manual

104
Berlingo2VU_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Veiligheidsgordels
Berlingo2VU_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
De veiligheidsgordels met
pyrotechnische gordelspanners werken
alleen als het contact aan staat.
U kunt de gordel losmaken door de
rode knop op de gesphouder in te
drukken. Geleid de gordel tijdens het
oprollen.
Als de gordelspanners zijn geactiveerd,
gaat het verklikkerlampje airbag
branden. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwaliceerde
werkplaats.
Voorschriften voor kinderen:
- maak voor kinderen tot 12 jaar of
kleiner dan 1,50 m gebruik van een
geschikt kinderzitje.
- laat nooit een kind op schoot
zitten tijdens het rijden. De
veiligheidsgordel mag door niet
meer dan één persoon gedragen
worden.
Raadpleeg voor meer informatie
over kinderzitjes in rubriek 5 het
gedeelte "Kinderen in de auto".
Reinig de veiligheidsgordels met
zeepsop of een reinigingsmiddel
voor textiel, verkrijgbaar bij het
CITROËN-netwerk.
Om aan de wettelijke
veiligheidsvoorschriften te blijven voldoen
is het raadzaam werkzaamheden en
controles aan de veiligheidsgordels door
het CITROËN-netwerk te laten uitvoeren.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto
regelmatig (ook na een kleine aanrijding)
controleren door het CITROËN-netwerk
of een gekwaliceerde werkplaats: de
gordels mogen geen slijtagesporen
en scheuren vertonen en er mogen
geen wijzigingen aan de gordels zijn
aangebracht.
Veiligheidsgordels van de
zitplaatsen vóór
De zitplaatsen vóór zijn voorzien van
pyrotechnische gordelspanners en
spankrachtbegrenzers.
De veiligheidsgordel van de middelste
zitplaats van de voorbank is niet
voorzien van een pyrotechnische
gordelspanner.
Voor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
- mag deze door niet meer dan één
persoon worden gedragen,
- moet worden voorkomen dat de
gordel gedraaid raakt en moet de
gordel in een vloeiende beweging
naar voren worden getrokken,
- dient deze strak om het lichaam te
worden gedragen.
De schoudergordel moet langs het
holle gedeelte van de schouder
worden geplaatst.
De heupgordel moet zo laag mogelijk
op het bekken worden geplaatst.
Draai de gespen van de
veiligheidsgordels niet om; de gordels
zijn dan niet voldoende effectief.
Als de zitplaatsen zijn voorzien van
armsteunen, moet de heupgordel
altijd onder de armsteun door worden
geleid.
Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door even aan de riem te
trekken.