Operation Manual

106
Berlingo2VU_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Airbags
Berlingo2VU_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Veiligheidsvoorschriften
Maak er een gewoonte van om
normaal rechtop in de voorstoelen te
zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Bevestig geen
voorwerpen vlak bij of op de plaats
waar de airbags naar buiten komen.
Deze kunnen als de airbags worden
geactiveerd ernstige verwondingen
veroorzaken.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke
ontwerp van uw auto, vooral niet in de
directe omgeving van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal
van uw auto de airbagsystemen
controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het CITROËN-
netwerk of door een gekwaliceerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande
voorschriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de
borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme
gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet
op het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag
wordt opgeblazen, kunnen brandende
sigaretten of een pijp brandwonden of
ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak
geen gaten in de stuurwielbekleding en
sla er niet op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers
op het stuurwiel of op het dashboard.
Deze kunnen bij het afgaan van de
airbags letsel veroorzaken.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met
daarvoor goedgekeurde stoelhoezen,
die in combinatie met actieve zijairbags
gebruikt kunnen worden. Voor
informatie over de stoelhoezen die
geschikt zijn voor uw auto kunt u zich
wenden tot het CITROËN-netwerk.
Zie het gedeelte "Overige accessoires"
van rubriek 6 voor meer informatie
over de accessoires.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning
van de stoelen (kleding...): dit zou bij
het afgaan van de airbags kunnen
leiden tot verwondingen aan armen of
borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
De airbags werken alleen als
het contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding
plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een
volgend ongeval), werken de airbags
niet meer.
Het activeren van de airbags gaat
gepaard met wat rook en een knal,
als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor gevoelige personen irriterend zijn.
De knal die bij de ontsteking wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Wanneer een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de
passagiersstoel is geplaatst, moet
de frontairbag aan passagierszijde
zijn uitgeschakeld.
Zie in rubriek 5 het gedeelte
"Kinderen in de auto".