Operation Manual

117
VEILIGHEID
5
Berlingo2VU_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Kinderen aan boord
Berlingo2VU_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
ADVIEZEN KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar
in geval van een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de autogordels of het tuigje
van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling
ten opzichte van het lichaam van het kind
zoveel mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel
het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt.
Schuif de passagiersstoel, wanneer deze
versteld kan worden, indien nodig naar
voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd
voldoende ruimte tussen de voorstoel
en:
- het kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
- de voeten van het kind in het
kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning ervan, indien
nodig, meer rechtop.
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" voor dat de afstand
tussen de rugleuning van het zitje en
de rugleuning van de stoel van de
auto zo klein mogelijk is. Laat indien
mogelijk de rugleuning van het zitje
tegen de rugleuning van de stoel
aandrukken.
Verwijder de hoofdsteun alvorens
een kinderzitje met een rugleuning te
plaatsen op een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om
te voorkomen dat de hoofdsteun door
de auto vliegt bij krachtig afremmen.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
passagiersstoel vóór is per land
verschillend. Raadpleeg de in uw land
geldende regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de voorstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
autogordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te
raken.
Controleer of de heupgordel goed over
de bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een
stoelverhoger met rugleuning
te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht
achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een
auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de zon
staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van
de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te
voorkomen dat de portieren per
ongeluk worden geopend.
Zorg ervoor dat de achterzijruiten
niet verder dan voor 1/3 deel worden
geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.