Operation Manual

132
Berlingo2VU_nl_Chap07_Verication_ed02-2016
Brandstof
Berlingo2VU_nl_Chap07_Verication_ed02-2016
BRANDSTOF TANKEN
Te laag brandstofniveau
Tanken
Het tanken dient met afgezette motor te
geschieden.
- Open de brandstofvulklep.
- Steek de sleutel in het slot en draai de
sleutel een kwart omwenteling om.
- Trek de tankdop uit de vulopening en
bevestig deze aan de haak aan de
binnenzijde van de vulklep.
Zorg ervoor dat tijdens het tanken,
als de brandstofvulklep geopend
is, niemand de schuifdeur
probeert te openen.
Als het
minimumbrandstofniveau
is bereikt, gaat dit lampje
branden.
Er bevindt zich nog ongeveer 8 liter in
de tank.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid
om een lege brandstoftank te
voorkomen.
Rijd de tank nooit helemaal leeg, dit zou
tot storingen in de emisseregeling en/of
het inspuitsysteem kunnen leiden.
Op een sticker aan de binnenzijde van
het tankklepje staat de voorgeschreven
soort brandstof aangegeven.
Er moet minstens 5 liter bijgevuld
worden voordat de meter de nieuwe
hoeveelheid brandstof in de tank
correct aangeeft.
Bij het verwijderen van de tankdop kan
er enige zuiging ontstaan. Dit vacuüm
is normaal en komt door de afdichting
van het brandstofcircuit.
Laat het vulpistool bij het aftanken
van de auto nooit meer dan 3 keer
automatisch uitspringen. Indien dit wel
gebeurt, kunnen er storingen optreden.
De inhoud van de brandstoftank
bedraagt ca. 60 liter (of 55 liter,
afhankelijk van de uitvoering).
- Vergrendel na het tanken de vuldop
en sluit de vulklep.