Operation Manual

54
Berlingo2VU_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Starten en stoppen
Berlingo2VU_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
RIJADVIEZEN
Houd u altijd aan de verkeersregels en
let onder alle omstandigheden goed
op.
Richt uw aandacht op het verkeer en
houd uw handen op het stuurwiel,
zodat u snel kunt reageren op
onverwachte situaties.
Om veiligheidsredenen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen alleen uitvoeren als
de auto stilstaat.
Las tijdens een lange rit om de twee
uur een pauze in.
Rijd bij slecht weer defensief, rem
eerder af en houd meer afstand tot uw
voorligger.
Rijden op een overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde
wegen zo veel mogelijk te vermijden,
want het water kan de motor,
versnellingsbak en het elektrische
systeem van uw auto ernstig
beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd
weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:
- kijk of het water niet meer dan
15 cm diep is, houd daarbij
rekening met golven die door
andere weggebruikers kunnen
worden veroorzaakt,
- schakel het Stop & Start-systeem
uit,
- rijd zo langzaam mogelijk zonder
de motor te laten afslaan. Rijd in
elk geval niet sneller dan 10 km/h,
- zet de auto niet stil en zet de motor
niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte
achter u hebt gelaten, rem dan,
zodra de verkeerssituatie dat toelaat,
meerdere keren licht af om de
remschijven en remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat
van uw auto, neem dan contact op
met het CITROËN-netwerk of een
gekwaliceerde werkplaats.
Rijd nooit met aangetrokken
handrem - kans op oververhitting
en beschadiging van het
remsysteem!
Kans op brand!
Het uitlaatsysteem van uw auto wordt
erg warm en blijft ook na het afzetten
van de motor nog enige tijd warm.
Parkeer daarom uw auto niet en zet uw
auto niet met draaiende motor stil op
een plaats waar brandbaar materiaal
(gras, afgevallen blad enz.) in contact
kan komen met het uitlaatsysteem.
Laat de auto nooit onbewaakt
met draaiende motor achter. Als
u uw auto met draaiende motor
moet verlaten, trek dan de parkeerrem
aan en zet de versnellingsbak in
de neutraalstand of in de stand N
of P, afhankelijk van het type
versnellingsbak.
Belangrijk!