Operation Manual

10
Repareer het apparaat nooit zelf, maar breng het naar een geauto-
riseerde vakman. Voorkom gevaren en laat een defecte kabel altijd
alleen door de fabrikant, onze technische dienst of een eender ge-
kwaliceerde persoon vervangen door een soortgelijke kabel.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en
personen met verminderde fysieke, sensorische of geestelijke ver-
mogens of gebrek aan ervaring en kennis, indien deze onder toe-
zicht staan van een volwassene of zijn geïnstrueerd over het veilig
gebruiken van het apparaat en begrijpen welke gevaren dit met zich
mee brengt.
Kinderen dienen niet met het apparaat te spelen.
De schoonmaak en het onderhoud door de gebruiker dienen niet
door kinderen te worden uitgevoerd zonder toezicht.
Dompel het apparaat niet onder in water om het te reinigen. Volg de
instructies zoals uiteengezet in het hoofdstuk “Reiniging”.
Overzicht van de bedieningselementen
1 Aan-/uit-schakelaar voor trilling
2 Snelheidsniveaus
3 Timer en aan-/uit-schaklaar van het apparaat
A Halve grondplaat
B Halve grondplaat met kabelgeleiding
Omvang van de Levering
1 Toren
3 Voorgemonteerde kruiskopschroeven op de bodem van de
toren
2 Halve grondplaten
Uitpakken van het apparaat
1. Neem het apparaat uit de verpakking.
2. Verwijder het verpakkingsmateriaal zoals folies, vulmateri-
aal, kabelhouders en kartonverpakking.
3. Controleer de leveringsomvang.
4. Controleer het toestel op eventuele transportschade om
gevaar te voorkomen.
OPMERKING:
Er kunnen nog productieresten aan het apparaat zitten. Wij
adviseren, de behuizing even met een vochtige doek af te
vegen.
Montage-instructies
Het apparaat moet volledig worden gemonteerd voordat het in
gebruik wordt genomen!
OPMERKING:
U hebt een kruiskopschroevendraaier van middelmatige
grootte nodig voor de montage.
De schroeven voor de montage zijn voorgemonteerd op
de bodem van de toren.
Zie ook pagina 3.
1. Plaats de toren ondersteboven en houd deze vast.
2. Schroef de voorgemonteerde schroeven op de bodem van
de toren los. Plaats de schroeven binnen handbereik.
3. Plaats de grondplaat (A) op de toren met een schroef.
4. Voer de voedingskabel door de opening van de grondplaat
(B).
5. Voer de grondplaat (B) in de grondplaat (A) in op de toren.
6. Zet de grondplaat (B) vast op de toren met twee schroe-
ven.
7. Voer het snoer van de voedingskabel door de kabelgelei-
der aan de rand van de grondplaat.
8. Plaats de ventilator met de gemonteerde grondplaten op
een stabiel en vlak oppervlak.