Datasheet

Symptomatisch behandelen.
4.3. Vermelding van de vereiste
onmiddellijke medische
verzorging en speciale
behandeling
RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen
Ontvlambaar aerosol.
Algemene brandrisico's
5.1. Blusmiddelen
Waternevel. Schuim. Droog chemisch poeder. Kooldioxide (CO2).
Geschikte blusmiddelen
Gebruik bij het blussen van brand geen waterstraal, aangezien die de brand verspreidt.
Ongeschikte blusmiddelen
Inhoud onder druk. Container onder druk kan exploderen indien blootgesteld aan hitte of vlammen.
Bij brand kunnen vergiftige gassen optreden.
5.2. Speciale gevaren die door
de stof of het mengsel worden
veroorzaakt
5.3. Advies voor brandweerlieden
Brandweerlui moeten gebruikmaken van de standaard beschermingsuitrusting zoals jas van
vuurvertragend materiaal, helm met volgelaatsscherm, handschoenen, rubberen laarzen en, indien
in afgesloten ruimtes gewerkt wordt, een zelfstandig ademhalingstoestel.
Speciale beschermde
uitrusting voor
brandweerlieden
De containers van de brand verwijderen indien u geen gevaar loopt. Verpakkingen/containers
moeten met water worden afgekoeld om drukopbouw tegen te gaan. Indien mogelijk bij een
omvangrijke brand in vrachtgebied onbemande slanghouder of gerichte spuitmonden gebruiken.
Indien niet mogelijk, veilige afstand bewaren en het vuur laten uitbranden.
Speciale
brandbestrijdingsprocedur
es
Standaard brandbestrijdingsprocedures toepassen en rekening houden met de gevaren die de
overige betrokken materialen kunnen opleveren. Bij brand en/of explosie inademen van rook
vermijden.
Specifieke methoden
RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel
6.1. Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermingsmiddelen en noodprocedures
Houd overbodig personeel uit de buurt. Omstanders op afstand en bovenwinds houden van
gemorst materiaal/lek. Draag tijdens het schoonmaken geschikte beschermingsmiddelen en
beschermende kleding. Beschadigde containers of gemorste stof niet aanraken tenzij een
passende beschermende kleding gedragen wordt. Afgesloten ruimten ventileren alvorens deze te
betreden. Bij aanzienlijke lekken die niet kunnen worden ingedamd moet de lokale overheid
worden ingelicht. Raadpleeg rubriek 8 van het veiligheidsinformatieblad voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Voor andere personen dan
de hulpdiensten
Houd overbodig personeel uit de buurt. Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken zoals
aanbevolen in Rubriek 8 van het veiligheidsinformatieblad.
Voor de hulpdiensten
Vermijd afvoer naar riool, grond en aquatisch milieu.
6.2.
Milieuvoorzorgsmaatregelen
Het lek stoppen indien u geen gevaar loopt. Breng de cilinder naar een veilige en open plek als het
lek niet te repareren is. Elimineer alle ontstekingsbronnen (niet roken, geen fakkels, vonken of
vuur in de directe omgeving). Brandbare materialen (hout, papier, olie, enz.) uit de buurt van de
gemorste stof houden. Het product is niet mengbaar met water en verspreidt zich op de
recuperatie van de stof, de omgeving met water spoelen.
Kleine gemorste hoeveelheden: Opnemen met absorberend materiaal (bv. doek, vlies). Maak het
oppervlak grondig schoon om resterende besmetting te verwijderen.
6.3. Insluitings- en
reinigingsmethoden en
-materiaal
Raadpleeg rubriek 8 van het veiligheidsinformatieblad voor persoonlijke beschermingsmiddelen.
Raadpleeg rubriek 13 van het veiligheidsinformatieblad voor afvalverwijdering.
6.4. Verwijzing naar andere
rubrieken
RUBRIEK 7: Hantering en opslag
Houder onder druk: ook na gebruik niet doorboren of verbranden. Niet gebruiken indien de knop
van de spuitbus ontbreekt of kapot is. Niet spuiten in de richting van een vlam of een gloeiend
voorwerp. Niet roken tijdens gebruik en tot het bespoten oppervlak helemaal droog is. De
verpakkingen/containers niet snijden, lassen, boren, slijpen of blootstellen aan hitte, vlammen,
vonken of andere ontstekingsbronnen. De uitrusting waarmee het product behandeld worden moet
geaard worden. Lege containers niet hergebruiken. Vermijd langdurige blootstelling. Uitsluitend op
goed geventileerde plaatsen gebruiken. De vereiste beschermende uitrusting dragen. Volg de
juiste chemisch-hygiënische voorschriften.
7.1. Voorzorgsmaatregelen
voor het veilig hanteren van de
stof of het mengsel
Houder onder druk. Beschermen tegen de zon en niet blootstellen aan een hogere temperatuur
dan 50 °C. Niet doorboren, verbranden of platdrukken. Niet hanteren of opslaan bij open vuur, hitte
of andere ontstekingsbronnen. Dit materiaal kan zich statisch opladen en daardoor vonken
afgeven en een ontstekingsbron worden. Verwijderd houden van onverenigbare stoffen (zie
Rubriek 10 van het veiligheidsinformatieblad).
7.2. Voorwaarden voor een
veilige opslag, met inbegrip
van incompatibele producten
Niet beschikbaar.
7.3. Specifiek eindgebruik
RUBRIEK 8: Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming
8.1. Controleparameters
SDS NETHERLANDS
Naam van materiaal: 2-26 - Manufacturers
BDS000230 Versie-nr.: 01 Datum van uitgave: 29-Juli-2020
3 / 10