Operation Manual

2 • NL
INLEIDING
Gefeliciteerd met uw aankoop van uw nieuwe CTEK professionele automatische acculader. Deze lader maakt deel uit van een
serie professionele accu-laders van CTEK SWEDEN AB. Hij vertegenwoordigt het meest geavanceerde niveau in de accula-
dingstechnologie: laden en analyse in acht fasen, met temperatuurcompensatie. /HHVGH]HKDQGOHLGLQJDDQGDFKWLJHQYROJGH
LQVWUXFWLHVQDXZJH]HWRSELMKHWJHEUXLNYDQXZQLHXZHODGHU
VEILIGHEID
Deze lader is ontworpen voor het laden van loodzuuraccu's. Gebruik de lader niet voor andere doeleinden.
Draageenveiligheidsbrilenwenduwgezichtafvandeaccuwanneerudezeaansluitoflosneemt.
Accuzuur is corrosief. Spoel zuur dat in contact komt met huid of ogen onmiddellijk af met water en raadpleeg een arts.
Zorg ervoor dat de draden niet klem komen te zitten of in aanraking met hete oppervlakken of scherpe randen komen.
Wanneer de accu wordt opgeladen, kan hij explosieve gassen uitstoten. Vermijd daarom vlammen en vonken dichtbij de accu.
Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens het opladen.
Zorgervoordatdeladernietafgedektwordt.
Zorg ervoor dat de netstekker niet wordt blootgesteld aan water.
Laad nooit een bevroren accu op.
Laad nooit een beschadigde accu op.
Plaats de lader tijdens het opladen niet op de accu.
De aansluiting op het net moet voldoen aan de landelijke voorschriften voor sterkstroom.
Controleer voor gebruik de draden van de lader. Kijk of er barstjes in draden of buigbeveiliging zijn ontstaan. Een lader met
beschadigde draden mag niet worden gebruikt.
Controleer altijd of de lader is overgeschakeld op druppellading voordat u deze zonder toezicht en gedurende lange tijd
aangesloten laat. Als de lader niet binnen 72 uur is overgeschakeld op druppellading, wijst dat op een defect. De lader moet dan
handmatig worden losgekoppeld.
Accu’s hebben altijd een beperkte levensduur. Een defect aan de accu tijdens het laden wordt normaal gesproken verwerkt door
de geavanceerde sturing van de lader, maar bij een accu kunnen ook ongebruikelijke defecten optreden. Laat een lader nooit
gedurende langere perioden zonder toezicht.
Montageisalleentoegestaanopeenvlakkeondergrond.
Dezeuitrustingmagnietwordengebruiktdoorkinderenofpersonen die deze handleiding niet kunnen lezen en begrijpen, tenzij
zeondertoezichtstaanvaniemanddieergarantvoorstaatdat zij op veilige wijze met de acculader kunnen omgaan. Bewaar en
gebruik de acculader buiten bereik van kinderen en let erop dat kinderen niet met de acculader spelen.
Bij gebruik buitenshuis moet de lader horizontaal geplaatst worden,metdelangekantofdebovenkantnaarbovengedraaid.
OPLADEN
'HODGHUDDQVOXLWHQRSHHQDFFXLQHHQYRHUWXLJ
1. Trek altijd de stekker uit als u de voedingsdraden aankoppelt of loskoppelt.
2. Zoek welke de geaarde accuklem is (die in verbinding staat met het chassis). The negatieve klem is meestal de geaarde pool.
3. Opladen van een negatief geaarde accu. Verbind de rode draad met de positieve aansluitklem op de accu en de zwarte draad
meteengoedemetalenaardingsaansluitingopdemotor,openigeafstandvandeaccu.Zorgervoordatudezwartedraadniet
YHUELQGWPHWHHQEUDQGVWRÀHLGLQJRISODDWVWDOHQRQGHUGHOHQYDQGHFDUURVVHULH
4. Opladen van een positief geaarde accu. Verbind de zwarte draad met de negatieve aansluitklem van de accu en de rode draad
meteengoedemetalenaardingsaansluitingopdemotor,openigeafstandvandeaccu.Zorgervoordatuderodedraadniet
YHUELQGWPHWHHQEUDQGVWRÀHLGLQJRISODDWVWDOHQRQGHUGHOHQYDQGHFDUURVVHULH
'HODGHUDDQVOXLWHQRSHHQDFFXGLH]LFKQLHWLQHHQYRHUWXLJEHYLQGW
1. Trek altijd de stekker uit als u de voedingsdraden aankoppelt of loskoppelt.
2. Verbind de rode draad met de positieve aansluitklem van de accu en de zwarte draad met de negatieve klem.
Als de accudraden incorrect zijn aangesloten, zal het beveiligingssysteem tegen omgekeerde polariteit ervoor zorgen dat noch de
lader, nocht de accu schade oplopen.
Beginnen met opladen
1. Sluit het snoer van de lader aan op een stopcontact. Het gele lampje POWER (B) gaat branden.
2. Het lampje voor volledig ontladen accu (1) gaat branden als de accuspanning minder dan 12V (MULTI XS 25000 en
XS 25000) of 24V (MULTI XT 14000 en XT 14000) bedraagt.
3. De normale laadcyclus wordt aangegeven met de volgende lampjes: volledig ontladen accu (1), bulkladen (2), absorptieladen (3)
of onderhoudsladen (druppelladen) (4). Wanneer het lampje voor onderhoudsladen gaat branden, is de accu volledig opgeladen.
Het opladen begint opnieuw als de spanning terug zakt. De lader kan normaal maandenlang blijven aangesloten. Reconditionering
(enkelbijMULTIXS 25000enMULTIXT14000)wordtaangegevendoorhetlampje(5).
4. Als de accudraden incorrect zijn aangesloten, zal het beveiligingssysteem tegen omgekeerde polariteit ervoor zorgen dat noch
de lader, noch de accu schade oplopen.