Owner manual

1313
Installation Guide AME 20, AME 30
Danfoss Heating EI.96.I2.2U DH-SMT/SI
NEDERLANDS
Veiligheid
Om verwondingen aan personen en
schade aan de apparatuur te voorkomen
is het absoluut noodzakelijk om deze
instructies zorgvuldig te lezen en te
bestuderen.
Noodzakelijke (de)montage, inbedrijfstel-
ling en onderhoud dient alleen door des-
kundig, getraind en bevoegd personeel
te worden uitgevoerd.
Voorafgaand aan montage-of
onderhoudswerkzaamheden moet
het systeem worden:
- afgesloten,
- afgekoeld,
- afgetapt en
- gereinigd.
Volg altijd de instructies van de
installatiebouwer-of beheerder op.
Verwijder de afdekkap niet voordat de
voedingsspanning volledig is uitgeschakeld
Afvalverwerking
Dit product of delen ervan
dienen te worden afgevoerd op
een milieuverantwoorde wijze.
Apparatuur die elektrische
onderdelen bevat, mag niet
samen met huishoudelijk
afval worden afgevoerd.
Deze apparatuur moet apart worden
ingezameld samen met ander elektrisch
en elektronisch afval conform de geldende
wetgeving.
Montage
Toegestane montage posities
Plaats de AME 20, AME 30 op de afsluiter.
Elektrische aansluiting
Gevaarlijke spanning, raak niets aan op
de printplaat! Dodelijke spanning!
Schakel de stroom uit voordat de bedrading
van de servomotor wordt aangebracht!
Sluit de servomotor aan volgens het
aansluitschema.
Stuursignaal
Het stuursignaal van de regelaar wordt
aangesloten op klem Y (ingangssignaal) en
op klem SN (gemeenschappelijke nul) van
de AME printplaat.
Uitgangssignaal
Het uitgangssignaal van klem X (t.o.v. klem
SN) kan gebruikt worden als indicatie van
de klepstand. Het bereik hangt af van de
instelling van de DIP schakelaars.
Voedingsspanning
De voedingsspanning (24V~ –15 tot +10 %,
50 Hz) wordt aangesloten op de klemmen
SN (nul) en SP (24 VAC).
DIP schakelaars
U I
2 V_---V 0 V_---V
Direct Inverse
--- Sequential
0(2) V_5(6) V 5(6) V_10 V
Proportional 3 point/RL
Reset Reset
Fabrieksinstelling:
Alle schakelaars staan in de OFF (uit)
positie!
❺①
Opmerking:
Alle combinaties van DIP instellingen zijn
toegestaan. Alle gekozen funkties worden bij
elkaar opgeteld. Er is echter één uitzondering:
Schakelaar 6 Proportional/3 point, welke
de motor instelt als “simpele” 3-punts
servomotor.
Schakelaar 1: U/I ❺②
De servomotor kan reageren op een
spannings-stuursignaal (U) of een stroom-
stuursignaal (I). Het spanningsbereik is
0-10 V, het stroombereik is 0-20 mA.
Fabrieksinstelling:
0-10 V stuursignaal
Schakelaar 2:
2---- V/0---- V ❺③
Fabrieksinstelling:
2 V (4 mA)
Schakelaar 3: Direct/Inverse
(Direkt/Omgekeerd) ❺④
Fabrieksinstelling:
Direct.
Schakelaar 4:
---/Sequential (volgorde) ❺⑤
Twee motoren kunnen naar hetzelfde
signaal “luisteren”.
Als Sequential is ingesteld reageert de
motor op een gedeeld signaal.
Deze instelling werkt samen met schakelaar 5.
Schakelaar 5:
0(2)-5(6) V/5(6)-10 V ❺⑥
Opm.:
Deze funktie is geldig als schakelaar 4 op
Sequential staat.
Schakelaar 6: Proportional/3 point
(Proportioneel/3punts) ❺⑦
De servomotor werkt als een simpele 3-punts
motor als de 3-punts funktie is ingesteld.
Voedingsspanning wordt aangesloten op
de klemmen SN en SP. Op de klemmen
1 en 3 wordt 24 VAC voor “omlaag” en
omhoog” aangesloten. Uitgangs-signaal
X geeft de werkelijke stand aan.
Opmerking:
In de 3-punts funktie reageert de servomotor
niet op signalen via klem Y. De spindel be-
weegt alleen bij spanning op klem 1 of klem 3.
Schakelaar 9: Reset ❺⑧
Nadat de servomotor is aangesloten op de
voedingsspanning begint de automatische
afstelprocedure. De indicatie LED knippert
tot de afstelling is beëindigd. De tijdsduur
is afhankelijk van de kleplift en bedraagt
gewoonlijk enkele minuten. De slag van de
klep wordt in het geheugen opgeslagen.
Om de afstelprocedure opnieuw te starten
dient de stand van RESET veranderd te worden.
Wanneer de voedings-spanning wordt
uitgeschakeld of langer dan 0,1s onder
80 % daalt, wordt de momentele klepstand
in het geheugen opgeslagen en blijven
alle gegevens bewaard, ook na het
uitschakelen van de voeding.
Funktietest
De LED indicator toont het motorbedrijf,
bedrijfstoestand en eventuele fouten.
Continue aan
- normaal bedrijf
Continue uit
- geen bedrijf of geen voedingsspan-
ning
Knipperend (1 Hz)
- automatische afstelprocedure
Knipperend (3 Hz)
- voedingsspanning te laag
- onvoldoende klepslag (< 20 s)
- eindpositie onbereikbaar.