Operation Manual

De boilers voor de DHP-A wijken af van de andere warmtepompen door
de functie voor het ontdooien van het buitengedeelte.
Bijverwarming
Als de warmtebehoefte groter is dan de compressorcapaciteit van de
warmtepomp, wordt in de bedrijfsmodus AUTO automatisch de bijver-
warming ingeschakeld. De bijverwarming bestaat uit een elektrisch ver-
warmingselement op de aanvoerleiding met twee verschillende vermo-
gens, BIJVERW. 1 en BIJVERW. 2 en met vermogensregeling in drie stap-
pen. De DHP-A heeft drie vermogens, BIJVERW. 1, BIJVERW. 2 en BIJ-
VERW. 3 en heeft vermogensregeling in vijf stappen.
Tabel 1. Vermogensstappen van de bijverwarming in kW
DHP-H, DHP-L, DHP-C DHP-A
230V 400V 230V 400V
Stap 1 1,5 3 1,5 3
Stap 2 3 6 3 6
Stap 3 4,5 9 4,5 9
Stap 4 12
Stap 5 15
Stap +4 12
Stap +5 15
De twee vermogensstappen, stap 4 en stap 5 voor de DHP-A, kunnen
niet worden ingeschakeld zolang de compressor in bedrijf is. De bijver-
warmingsstappen +4 en +5 kunnen worden ingeschakeld terwijl de
compressor loopt en mogen alleen worden geselecteerd op voor-
waarde dat in het pand waar de warmtepomp geïnstalleerd is de warm-
tevraag groot is en de elektrische installatie van het pand is aangepast
voor een hoog stroomverbruik.
Bij eventuele alarmen wordt de bijverwarming automatisch ingescha-
keld, op voorwaarde dat de bedrijfsmodus AUTO is geselecteerd en dat
minimaal één bijverwarmingsstap is toegestaan.
10 – Gebruikershandleiding VUBMA910