Operation Manual

Bedrijfsmodus Betekenis
BIJVERWARM. Het regelsysteem laat alleen de bijverwarming werken.
WARMWATER In deze modus produceert de warmtepomp alleen warm
water. Er gaat geen warmte naar het verwarmingssys-
teem.
Voorzichtig! Als de bedrijfsmodus UIT of WARMWATER voor
langere periodes wordt gebruikt tijdens de winter, moet het
water van het verwarmingssysteem in de installatie worden
afgetapt, omdat er anders vorstschade kan ontstaan.
5.2 Binnentemperatuur afstellen
De binnentemperatuur wordt afgesteld door de warmstooklijn van de
warmtepomp te wijzigen. De warmstooklijn is het instrument van het
regelsysteem om de aanvoertemperatuur te berekenen voor het water
dat naar het verwarmingssysteem wordt getransporteerd. De warm-
stooklijn is een grafiek die de buitentemperatuur vergelijkt met de aan-
voertemperatuur. Hoe kouder de buitentemperatuur, hoe meer warmte
er aan het verwarmingssysteem wordt geleverd. De warmstooklijn
wordt tijdens de installatie afgesteld. Deze moet echter later worden bij-
gesteld om te zorgen voor een aangename binnentemperatuur onder
alle weersomstandigheden. Een correct ingestelde warmstooklijn zorgt
voor een beperking van het onderhoud en bespaart energie.
Er zijn twee manieren om de warmstooklijn af te stellen: in het submenu
WARMSTOOKLIJN en met de KAMER-waarde.
WARMSTOOKLIJN afstellen
Hieronder wordt een typische warmstooklijn getoond. Bij een buiten-
temperatuur van 0°C moet de aanvoertemperatuur 40°C zijn. Bij een
koudere buitentemperatuur dan 0°C wordt er warmer aanvoerwater
dan 40°C naar de radiatoren gestuurd en bij een warmere buitentem-
peratuur dan 0°C wordt er koeler aanvoerwater dan 40°C gestuurd. Als u
de "STOOKLIJN"-waarde verhoogt, wordt de warmstooklijn steiler en
wanneer u deze verlaagt, wordt de warmstooklijn vlakker.
16 – Gebruikershandleiding VUBMA910