Operating Instructions and Installation Instructions

26
Installatiehandleiding
5.0 Optionele instellingen
5.1 Instellen van het netwerk
Elk netwerk moet één (en slechts één) masterunit (MAS)
bevatten.
• Alle andere units moeten ofwel slave-units (SLAVE) of
zelfstandige units (ALO) zijn.
Zelfstandige units in het netwerk zullen niet reageren
op, of informatie sturen naar de masterunit. Ze tellen
echter wel mee in het netwerkmaximum van 32 units.
• De volgende instellingen op alle slave-units worden
gestuurd vanaf de masterunit. Alle andere instellingen
moeten geconfigureerd worden op elke thermostaat.
Tijd
Dag van de week
Verlagingstemperatuur
• Netwerkkabels zijn niet-afgeschermde, niet-getwijnde
en niet-gepolariseerde kabels met twee draden, voor een
gemakkelijke installatie.
• De maximale netwerkkabellengte is 100 m (draaddoorsne-
de van 0,75 mm²) of 500 m (draaddoorsnede van 1,5 mm²).