User manual

Dell™ Printer Configuration Web Tool
95
Faxnummer Instelling van het faxnummer van de printer die in de faxkoptekst van faxen wordt afgedrukt.
Faxvoorpagina Stelt in of er een schutblad bevestigd moet worden aan faxen.
DRPD-patroon Stelt de DRPD-instelling van Patroon 1 tot Patroon 7 in. DRPD is een dienst die geleverd wordt
door bepaalde telefoonmaatschappijen.
Fax doorsturen Uit Ontvangen faxen worden niet doorgestuurd.
Doorsturen Inkomende faxen worden zonder af te drukken doorgestuurd naar het
faxnummer dat opgegeven is onder Faxdoorstuurnummer.
Afdrukken en
doorsturen
Inkomende faxen worden afgedrukt en doorgestuurd naar het faxnummer dat
opgegeven is onder Faxdoorstuurnummer.
Alleen
e-mailadres
Inkomende faxen worden zonder af te drukken doorgestuurd naar het
e-mailadres dat opgegeven is onder E-mailadres voor doorsturen. De faxen
worden geconverteerd naar een PDF-bestand en als bijlage bij een e-mail
verzonden naar de bestemming.
E-mailen en
afdrukken
Inkomende faxen worden afgedrukt en doorgestuurd naar het e-mailadres dat
opgegeven is onder E-mailadres voor doorsturen. De faxen worden
geconverteerd naar een PDF-bestand en als bijlage bij een e-mail verzonden
naar de bestemming.
Doorsturen
naar server
Inkomende faxen worden zonder af te drukken doorgestuurd naar de server die
opgegeven is onder Server-type tot Pad submap (optioneel). De faxen worden
geconverteerd naar een PDF-bestand en opgeslagen op de bestemming.
Doorsturen
naar server en
afdrukken
Inkomende faxen worden afgedrukt en doorgestuurd naar de server die
opgegeven is onder Server-type tot Pad submap (optioneel). De faxen worden
geconverteerd naar een PDF-bestand en opgeslagen op de bestemming.
Faxdoorstuurnummer Stelt het faxnummer in van de bestemming waar de inkomende faxen naar moeten worden
doorgestuurd.
E-mailadres voor doorsturen Stelt het e-mailadres in van de bestemming waar de inkomende faxen naar moeten worden
doorgestuurd.
Server-type Hier kunt u het type bestemming opgeven waarnaar inkomende faxen worden doorgestuurd. Om
door te sturen naar een FTP-server of een gedeelde map op een netwerkcomputer, selecteert u
respectievelijk Server (FTP) of Computer (SMB) en geeft u vervolgens de instellingen op bij
Hostadres (IP-adres of DNS-naam) tot Pad submap (optioneel).
Hostadres (IP-adres of DNS-
naam)
Voer de hostnaam of het IP-adres van een FTP-server of een computer in.
Port Number Voer het poortnummer in.
Aanmeldingsnaam (indien
vereist door host)
Typ de naam van het gebruikersaccount dat toegang heeft tot de gedeelde map op uw computer of
FTP-server.
Aanmeldingswachtwoord Voer het wachtwoord in dat hoort bij de bovengenoemde aanmeldingsnaam.
Voer het wachtwoord
opnieuw in
Voer uw wachtwoord opnieuw in.
Naam gedeelde map Voer de gedeelde naam (Windows) of mapnaam (Macintosh) van de gedeelde map in. Voor een
FTP-server is het niet nodig om deze instelling op te geven.
Pad submap (optioneel) Laat dit veld leeg als er geen map op het tweede of derde niveau is.
Voorkiezen Stelt in of er een voorkiesnummer gedraaid moet worden.
Voorkiesnummer Stelt een voorkiesnummer in van maximaal vijf cijfers. Dit nummer heeft voorrang op eventuele
automatische nummers. Dit is nuttig voor toegang tot de PABX-telefooncentrale.