Dell Laserprinter 2230d Gebruikershandleiding November 2008 www.dell.com | support.dell.
Handelsmerken De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Reproductie op welke manier dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is uitdrukkelijk verboden. Handelsmerken die in deze tekst worden gebruikt: Dell, het DELL logo en het Dell Toner Management System zijn handelsmerken van Dell Inc.; Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Inhoudsopgave Informatie over veiligheid................................................................9 Omgaan met de printer..................................................................11 Printerconfiguraties............................................................................................................................................................11 Informatie over het bedieningspaneel van de printer......................................................................................
Informatie over de primaire combinaties van lampjes ..................................................................................................... 42 Informatie over combinaties van lampjes voor secundaire foutcodes....................................................................... 49 Informatie over combinaties van lampjes bij secundaire papierstoringen............................................................... 54 Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen.............................
Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen....................................................................................................77 Stuurprogramma-profiler.................................................................................................................................................78 Hulpprogramma voor printermeldingen van Dell..................................................................................................79 Het optionele XPS-stuurprogramma installeren....
Beheerdersondersteuning...........................................................100 Spaarstand aanpassen....................................................................................................................................................100 Fabrieksinstellingen herstellen....................................................................................................................................100 Papierstoringen verhelpen..........................................................
Onjuiste marges ............................................................................................................................................................................121 Gekruld papier ...............................................................................................................................................................................122 Afdruk is te donker ..........................................................................................................
Informatie over veiligheid Sluit het netsnoer aan op een goed geaard en goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden beschreven.
• Til de printer van de optionele lade en zet de printer opzij, in plaats van de printer en lade tegelijk te verplaatsen. Opmerking: Gebruik de handgrepen aan de zijkanten om de printer van de optionele lade te tillen.
Omgaan met de printer Printerconfiguraties Basismodel In de volgende afbeelding wordt de voorzijde van de printer weergegeven met de basisfuncties en onderdelen: 1 Ontgrendelingsknop op voorklep 2 Papierstop 3 Standaarduitvoerlade 4 Bedieningspaneel van de printer 5 Klep van systeemkaart 6 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 7 Klep van handmatige invoer 8 Voorklep In de volgende afbeelding wordt de achterzijde van de printer weergegeven met de basisfuncties en onderdelen: Omgaan met de pri
1 Achterklep 2 USB-poort 3 Parallelle poort 4 Aansluiting voor stroomkabel van printer 5 Aan/uit-knop 6 Vergrendeling van apparaat Geconfigureerde modellen In de volgende afbeelding wordt een printer weergegeven die is geconfigureerd met een optionele lader voor 250 vel: Omgaan met de printer 12
1 Ontgrendelingsknop op voorklep 2 Papierstop 3 Standaarduitvoerlade 4 Bedieningspaneel van de printer 5 Klep van systeemkaart 6 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 7 Optionele lader voor 250 vel (lade 2) 8 Klep van handmatige invoer 9 Voorklep In de volgende afbeelding wordt een printer weergegeven die is geconfigureerd met een optionele lader voor 550 vel: Omgaan met de printer 13
1 Ontgrendelingsknop op voorklep 2 Papierstop 3 Standaarduitvoerlade 4 Bedieningspaneel van de printer 5 Klep van systeemkaart 6 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 7 Optionele lader voor 550 vel (lade 2) 8 Klep van handmatige invoer 9 Voorklep Informatie over het bedieningspaneel van de printer Het bedieningspaneel van de printer beschikt over zes lampjes en twee knoppen.
Item 1 Foutlampje 2 Papierstoringslampje 3 Papierinvoerlampje 4 Tonerlampje 5 Lampje Gereed 6 Knop Doorgaan 7 Knop Stoppen Kabels aansluiten 1 Sluit de printer met behulp van een USB- of parallelle kabel aan op een computer. 2 Sluit het netsnoer eerst aan op de printer en vervolgens pas op een stopcontact.
1 USB-poort 2 Parallelle poort 3 Aansluiting voor netsnoer van printer Omgaan met de printer 16
Informatie over de printermenu's Er zijn verschillende menu's beschikbaar waarmee u de printerinstellingen eenvoudig kunt aanpassen. U kunt een menuoverzicht afdrukken door de pagina Menu-instellingen af te drukken. Vanaf een printer die is aangesloten via een USB- of parallelle kabel kunt u de menu's weergeven via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen in Microsoft® Windows® of Printerinstellingen in Macintosh®.
Menu-item Beschrijving Menu Formaat instellen voor lade 1 of lade 2 A4 A5 A6 JIS B5 Executive Folio Legal Letter Oficio (Mexico) Statement Universal Hiermee kunt u het papierformaat opgeven dat in elke lade is geplaatst Menu Formaat instellen voor handmatige invoer A4 A5 Executive Folio JIS B5 Legal Letter Oficio (Mexico) Statement Universal Hiermee kunt u het papierformaat opgeven dat in de handmatige invoer is geplaatst Menu Formaat instellen voor handmatige envelopinvoer 7 3/4-envelop 9-envelop 10-
Menu-item Beschrijving Menu Soort instellen voor lade 1 Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee kunt u de papiersoort opgeven die in lade 1 is geplaatst Menu Soort instellen voor lade 2 Normaal papier Karton Kringlooppapier Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee kunt u de papiersoort opgeven d
Menu Papierstructuur In het menu Papierstructuur worden de functies Soort selecteren en Structuur selecteren gecombineerd zodat u de structuur kunt selecteren voor een bepaalde papiersoort. Menu-item Beschrijving Soort selecteren Hiermee kunt u de papiersoort opgeven Struct normaal Structuur karton Structuur transparant Struct. kringl.pap.
Menu Papiergewicht In het menu Papiergewicht worden de functies Soort selecteren en Gewicht selecteeren gecombineerd zodat u het gewicht kunt selecteren voor een bepaalde papiersoort. Menu-item Beschrijving Soort selecteren Hiermee kunt u de papiersoort opgeven Gewicht normaal Gewicht karton Gewicht transparanten Gewicht kringl.pap.
Menu Aangepast Menu-item Beschrijving Aangepast Papier Karton Transparanten Envelop Ruw/katoen Als u een naam opgeeft bij Custom Type (Aangepast ), wordt deze naam weergegeven in plaats van Custom Type (Aangepast ). Opmerkingen: • U kunt maximaal 16 tekens gebruiken voor de naam. • Papier is de standaardinstelling voor Aangepast. • U kunt alleen afdrukken op de aangepaste materiaalsoort als deze wordt ondersteund door de lade of invoer die u selecteert.
Menu-item Beschrijving Staand hoogte Hiermee stelt u de hoogte van de portretstand (staand) in. 3 - 14,17 inch Opmerkingen: 76 - 360 mm • Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale hoogte, gebruikt de printer de maximaal toegestane hoogte. • 14 inch is de standaardinstelling in de Verenigde Staten. Inches kunnen worden verhoogd in stappen van 0,01 inch. • 356 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm.
Menuoptie Beschrijving NPA-modus Aan Uit Automatisch Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPAprotocol. Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. • Als deze instelling wordt gewijzigd, worden de standaardwaarden van de printer automatisch hersteld. Hiermee stelt u de grootte van de USB-invoerbuffer in.
Menu Parallel Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op een parallelle poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan".
Menuoptie Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de parallelle invoerbuffer in. Parallelbuffer Uitgeschakeld Opmerkingen: Automatisch 3K tot • "Automatisch" is de standaardinstelling. • Met de instelling "Uitgeschakeld" schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Menuoptie Beschrijving Mac binair PS Aan Uit Automatisch Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. • Als "Uit" is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die gebruikmaken van het standaardprotocol. • Als "Aan" is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt.
Menuoptie Beschrijving Time-outs Afdruktime-out Uitgeschakeld 1–255 Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht om een melding voor einde taak te ontvangen voordat de rest van de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: • "90 seconden" is de standaardinstelling. • Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt een gedeeltelijk afgedrukte pagina die zich nog steeds in de printer bevindt, afgedrukt en controleert de printer of er nog nieuwe afdruktaken in de wachtrij staan.
Menu Instelling Menuoptie Beschrijving Printertaal PS-emulatie PCL-emulatie Hiermee wordt de standaardprintertaal ingesteld. Opmerkingen: • PostScript-emulatie gebruikt een PS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. PCL-emulatie gebruikt een PCL-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. • De standaardprintertaal is PCL-emulatie.
Menu Afwerking Menu-item Beschrijving Zijden (Duplex) 2-zijdig afdrukken 1-sided (1-zijdig) Hiermee bepaalt u of dubbelzijdig afdrukken is ingesteld als de standaardinstelling voor alle afdruktaken. Opmerkingen: • 2-zijdig is de standaardinstelling • Voor Windows-gebruikers: als u vanuit het programma 2-zijdig afdrukken wilt instellen, klikt u op File (Bestand) Print (Afdrukken) en klikt u op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen).
Menu-item Beschrijving Bron scheid.pags Tray (Lade ) Universeellader Hiermee geeft u de papierbron voor de scheidingsvellen op. Opmerkingen: • Tray 1 (Lade 1) (standaardlade) is de standaardinstelling. • Universeelladers wordt alleen weergegeven als de optie wordt ondersteund op de printer en als Configuratie U-lader is ingesteld op Cassette. N per vel (pagina's-zijde) Hiermee geeft u aan dat meerdere paginabeelden afgedrukt moeten worden op één zijde van een vel papier.
Menuoptie Beschrijving Tonerintensiteit 1–10 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Opmerkingen: • "8" is de standaardinstelling. • Als u een lager cijfer kiest, bespaart u toner. Fine Lines-verbet. Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Aan Uit Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling.
Menu PCL Emul Menu-item Beschrijving Lettertypebron Intern Downloaden Flash Alle(s) Hiermee geeft u aan welke set met lettertypen beschikbaar zijn Opmerkingen: • "Intern" is de standaardinstelling. De standaardset met lettertypen die in het RAM is geladen, wordt hiermee weergegeven. • Downloaden wordt alleen weergegeven als er gedownloade lettertypen aanwezig zijn. Met deze instelling worden alle lettertypen weergegeven die in het RAM zijn gedownload.
Menu-item Beschrijving Instellingen voor PCL-emulatie Hiermee bepaalt u het aantal regels dat op elke pagina wordt afgedrukt. Regels per pagina Opmerkingen: 1-255 • 60 is de standaardinstelling in de Verenigde Staten en 64 is de internationale 60 standaardinstelling. 64 • De printer stelt de ruimte tussen de regels in op basis van de instellingen voor Regels per pagina, Papierformaat en Afdrukstand. Selecteer het gewenste papierformaat en de afdrukstand voordat u het aantal regels per pagina instelt.
Menu-item Beschrijving Lade-nr wijzigen Stndwrdn herstellen Yes (Ja) No (Nee) Hiermee worden alle invoerlade-instellingen teruggezet naar de standaardinstelling. Het menu Afwerking gebruiken Gebruik het menu Afwerking om instellingen voor functies als Sorteren, Scheidingsvellen en Meerdere pagina's afdrukken (N per vel) aan te passen.
Extra printer instellen Interne opties installeren Klep van systeemkaart openen voor installatie van interne opties LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt tot systeemkaart, moet u de printer uitzetten en stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
3 Connector voor geheugenkaart Geheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
6 Duw de geheugenkaart in de connector totdat de kaart vastklikt. U zult wellicht enige kracht moeten uitoefenen om de kaart volledig in de connector te drukken. 7 Zorg ervoor dat beide vergrendelingen in de uitsparingen aan beide zijden van de kaart passen. 8 Sluit de klep van de systeemkaart. 9 Zet de printer weer aan. 10 In Windows Vista®: a Klik op Configuratiescherm. b Klik op Hardware en geluiden. c Klik op Printers.
In Windows® XP en 2000: a Klik op Start Configuratiescherm. b Dubbelklik op Printers en andere hardware. c Dubbelklik op Printers en faxapparaten. 11 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Dell 2230d Laserprinter. 12 Klik op Eigenschappen. 13 Klik op Opties installeren. Opmerking: geheugenkaarten die zijn ontworpen voor andere printers, werken mogelijk niet met uw printer. 14 Klik op Printer vragen. 15 Klik op OK. 16 Klik op OK en sluit vervolgens de map Printers.
5 Duw de lade in de standaard. 6 Plaats de lader op de locatie die u hebt uitgekozen voor de printer. 7 Lijn de openingen in de printer uit met de positioneringspunten op de lader en plaats de printer door deze te laten zakken. 8 Zet de printer weer aan. 9 In Windows Vista®: a Klik op Configuratiescherm. b Klik op Hardware en geluiden. c Klik op Printers. In Windows®XP en 2000: a Klik op StartConfiguratiescherm. b Dubbelklik op Printers en andere hardware. c Dubbelklik op Printers en faxapparaten.
14 Klik op OK. 15 Klik op OK en sluit vervolgens de map Printers. Configuratiepagina met printerinstellingen afdrukken De configuratiepagina met printerinstellingen geeft de configuratie-instellingen weer. Het bevat ook instructies over hoe u door de confguratiemenu's kunt bladeren om nieuwe instellingen te selecteren en op te slaan. U kunt als volgt het configuratieblad met printerinstellingen afdrukken: 1 Zet de printer uit. 2 Open de voorklep. 3 Houd ingedrukt terwijl u de printer aanzet.
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel van de printer Betekenis van de combinaties van lampjes op het bedieningspaneel van de printer Informatie over de primaire combinaties van lampjes Bedieningspaneel van de printer Lampjes en knoppen 1 2 3 4 5 6 7 Fout Storing Plaats papier Toner Gereed Doorgaan Stop Op het bedieningspaneel van de printer vindt u zes lampjes en twee knoppen. De lampjes kunnen branden,zijn uitgeschakeld, knipperen of langzaam knipperen.
Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Vervang de fotoconductor. Zie “Fotoconductorkit vervangen” op pagina 95 voor meer informatie. Vervang fc-kit - Knippert - Knippert - Aan Stuur een afdruktaak naar de printer. Gereed - Aan (groen) Stuur een afdruktaak naar de printer.
Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Gebruik Hex Trace om printerproblemen op te lossen. Hex Trace Gereed - Knippert langzaam Wacht of druk op . Bezig - Knippert Wacht totdat de printer terugkeert naar de stand Gereed.
Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Wacht tot de combinatie van lampjes wordt opgeheven. Wachten - Aan - Aan Wacht tot de combinatie van lampjes wordt opgeheven. Taak wordt geannuleerd - Aan - Aan - Aan - Aan - Aan - Aan Druk kort op . Om in de toekomst te voorkomen dat deze combinatie van lampjes wordt weergegeven, dient u tijdens het programmeren van de printer te controleren of u een geldige code gebruikt.
Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Druk kort op of I om terug te keren naar de stand Gereed. Niet gereed - Aan Vervang de tonercartridge door een exemplaar dat geschikt is voor uw land. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie. Regiocode van cartridge komt niet overeen - Aan - Aan Sluit de voorklep.
Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Plaats papier in Lade 1 of Lade 2. Geen papier in Lade 1 of Lade 2 - Aan - Aan Plaats papier in handmatige invoerlade. Geen papier in de handmatige invoerlade - Aan Verwijder de afgedrukte pagina's uit de standaarduitvoerlade en druk kort op om de combinatie van lampjes op te heffen en door te gaan met afdrukken.
Combinatie van lampjes: Mogelijke actie • Druk kort op om de combinatie van lampjes op te heffen en door te gaan met het verwerken van de afdruktaak. • Wanneer de printer is uitgeschakeld, verwijdert u de tonercartridge en schudt u de cartridge heen en weer om de levensduur te verlengen. • Vervang de tonercartridge en schakel vervolgens de printer in. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie.
Combinatie van lampjes: Mogelijke actie Druk tweemaal snel op om de secundaire papierstoringscode weer te geven. Zie “Informatie over combinaties van lampjes bij secundaire papierstoringen” op pagina 54 voor meer informatie. Papier vast - Aan - Aan Informatie over combinaties van lampjes voor secundaire foutcodes Als de lampjes en tegelijkertijd branden, drukt u twee keer kort op Bedieningspaneel van de printer om de secondaire foutcode weer te geven.
Combinaties van lampjes Mogelijke actie • Maak de pagina eenvoudiger door de hoeveelheid tekst, afbeeldingen, lettertypen of macro's te verminderen. • Schakel Paginabeveiliging in. • Druk de pagina af die mogelijk niet is afgedrukt. Zie “Afdrukherstel” op pagina 28 voor meer informatie. • Installeer extra printergeheugen. Zie Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt “Geheugenkaart installeren” op pagina 37 voor meer informatie.
Combinaties van lampjes Mogelijke actie Druk op om de code te wissen. Alle eerder verstuurde afdruktaken worden verwijderd door de printer. Host-interface uitgeschakeld - Aan - Knippert - Knippert - Aan • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de taak. • Druk op om de afdruktaak te annuleren. • Houd ingedrukt om de printer opnieuw in te stellen. • Voorkom in de toekomst deze fout door afdruktaken te vereenvoudigen.
Combinaties van lampjes Mogelijke actie Download een geldige enginecode naar de interne printerserver. Ongeldige enginecode - Aan - Aan - Aan Vervang de tonercartridge door een exemplaar dat geschikt is voor uw land. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie. Regiocode van cartridge komt niet overeen - Aan - Knippert - Aan Vervang de tonercartridge. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie.
Combinaties van lampjes Mogelijke actie Vervang de tonercartridge. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie. Vervang ontbrekende of defecte tonercartridge - Aan - Knippert - Aan Haal de tonercartridge uit de printer en vervang deze door een cartridge die door de printer wordt ondersteund. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie.
Informatie over combinaties van lampjes bij secundaire papierstoringen Als de lampjes en branden, is er een papierstoring opgetreden. Druk twee keer kort op om de combinatie van lampjes weer te geven, zodat u kunt bepalen waar de secondaire storing zich bevindt. Controleer in alle delen van de printer of al het papier is verwijderd. Wanneer de storing is verholpen, drukt u op om door te gaan met afdrukken.
Combinatie van lampjes: Hoe kunt u bij het vastgelopen papier komen? Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 202.yy Papier vast - Aan - Aan - Aan Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 231.yy Papier vast - Aan - Knippert - Aan Probeer een van de volgende opties: • Verwijder lade 1. • Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 233.yy Papier vast - Aan - Knippert - Knippert - Aan Probeer een van de volgende opties: • Verwijder lade 1. • Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 234.
Combinatie van lampjes: Hoe kunt u bij het vastgelopen papier komen? Probeer een van de volgende opties: • Verwijder het vastgelopen papier uit de standaarduitvoerlade. • Plaats papier dat wordt ondersteund door de functie voor dubbelzijdig afdrukken. Zie “Papierformaten die door de printer worden ondersteund” op pagina 72 voor meer informatie. 235.yy Papier vast - Aan - Knippert - Knippert - Aan Probeer een van de volgende opties: • Verwijder lade 1. • Verwijder de fotoconductor en tonercartridge.
Combinatie van lampjes: Hoe kunt u bij het vastgelopen papier komen? Verwijder het vastgelopen papier uit de handmatige invoer. 251.yy Papier vast - Aan - Aan - Aan - Aan Opmerking: Zie “Papierstoringen verhelpen” op pagina 101 voor meer informatie.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier in de lade voor 250 vel, de lade voor 550 vel en in de handmatige invoer moet plaatsen. Het bevat tevens informatie over het instellen van het papierformaat en de papiersoort. Papierformaat en papiersoort instellen Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort voor de laden overeenkomen met het formaat en de soort die in de laden is geplaatst.
De standaardlade voor 250 vel laden De printer bevat twee laden waaruit u kunt kiezen: de standaardlade (Lade 1), ook wel aangeduid als de lade voor 250 vel, en de optionele lade voor 250 vel of de optionele lade voor 550 vel (Lade 2). U kunt slechts één optionele lader (inclusief een optionele lade) per keer op de printer aansluiten. Als u het papier op de juiste manier plaatst, voorkomt u papierstoringen of andere afdrukproblemen. 1 Trek de lade volledig naar buiten.
3 Druk de nokjes van de lengtegeleider samen en schuif vervolgens de lengtegeleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. Wanneer u papier plaatst dat groter is, zoals A4 of Legal, dient u de nokjes van de lengtegeleider samen te drukken en de lengtegeleider naar achteren te schuiven naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. De lade kan naar achteren worden uitgebreid.
4 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 5 Laad het papier zoals op de afbeelding wordt weergegeven naar de achterkant van de invoerlade, met de aanbevolen afdrukzijde naar beneden. Opmerking: Let op de lijn die de maximale hoogte aangeeft. Laad niet te veel materiaal in de lade. Laad papier van A6-formaat niet tot de aangegeven maximum hoogte; in de lade kunnen slechts 150 vellen papier van A6formaat worden geplaatst.
6 Druk de nokjes van de rechterbreedtegeleider samen en schuif de breedtegeleiders naar binnen totdat deze net tegen de zijkant van de stapel drukt. 7 Plaats de lade. 8 Als u ander soort papier dan wat eerder is geplaatst, dient u de instelling voor de papiersoort te wijzigen. Zie “Papierformaat en papiersoort instellen” op pagina 58 voor meer informatie.
De optionele lade voor 250 of 550 vel vullen U kunt slechts één optionele lade, een lade voor 250 of 500 vel, per keer aansluiten op de printer. Ongeacht het aantal vellen in de optionele lade, wordt hiernaar verwezen als Lade 2. 1 Trek de lade volledig naar buiten. 2 Zie “De standaardlade voor 250 vel laden” op pagina 59 om de stappen voor het vullen van een lade te voltooien. Een optionele lade wordt op dezelfde manier gevuld als een standaardlade. 3 Plaats de lade weer in de printer.
De handmatige invoer gebruiken De handmatige invoer bevindt zich achter de klep voor de handmatige invoer en kan slechts één vel papier per keer invoeren. U kunt de handmatige invoer gebruiken om snel af te drukken op papiersoorten of -formaten die op dat moment niet in de lade zijn geplaatst. 1 Open de klep van de handmatige invoer. 2 Als het lampje brandt, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar boven in het midden van de handmatige invoer.
3 Plaats papier in de handmatige invoer tot het punt waar de voorkant de papiergeleiders raakt. 4 Stel de papiergeleiders af op de breedte van het papier. Let op—Kans op beschadiging: Schuif het papier niet te ver in de invoer. Anders kan het papier vastlopen. De standaarduitvoerlade en papierstop gebruiken De standaarduitvoerlade kan max. 150 vel van 75g/m2 bevatten. Afdrukken worden met de afdrukzijde naar beneden afgeleverd.
Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren. Als een van de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde invoerlade gebruikt. Als de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort voor alle laden hetzelfde zijn, worden de laden automatisch gekoppeld. De instellingen voor het papierformaat en de papiersoort dienen voor alle laden te worden ingesteld in het menu Papier.
5 Controleer of de juiste papiersoort aan de aangepaste naam is gekoppeld. Opmerking: "Normaal papier" is de papiersoort die standaard aan alle Aangepast -namen en aangepaste door de gebruiker gedefinieerde namen is gekoppeld. 6 Klik op Verzenden.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papiercapaciteit De capaciteit van de laden en de handmatige invoerlade is gebaseerd op papier van 75 g/m2. Maximumaantal Opmerkingen Lade 1 Vinyletiketten, apothekersetiketten en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund. Gebruik alleen papieren etiketten. Enkelzijdige papieren etiketten voor laser250 vel papier 150 vel papier van A6-formaat printers worden ondersteund voor incidenteel gebruik.
Krullen Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Als afdrukmateriaal te veel krult, kan dat problemen opleveren bij het invoeren. Papier kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u papier in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan het papier omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
• Papier met een gewicht van minder dan 60 g/m2 • Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan. Papier kiezen Het gebruik van het juiste papier voorkomt storingen en zorgt ervoor dat u probleemloos kunt afdrukken. U kunt als volgt papierstoringen of een slechte afdrukkwaliteit voorkomen: • Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier. • Voordat u papier plaatst, moet u weten wat de geschiktste afdrukzijde is. Dit staat meestal op de verpakking vermeld.
Papier bewaren Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan. • U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve vochtigheid van 40%. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een temperatuur tussen 18 en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40% tot 60%.
Papiertype Standaardlade voor 250 vel Optionele lade Handinvoer voor 250 of 500 vel Duplexbaan 1 Enkelzijdige papieren etiketten voor laserprinters worden ondersteund voor incidenteel gebruik. U wordt geadviseerd per maand niet meer dan 20 pagina's met papieren etiketten af te drukken. Vinyletiketten, apothekersetiketten en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund. 2 Gebruik alleen enveloppen die plat liggen wanneer u deze afzonderlijk met de bedrukte zijde op een tafel legt.
Lokaal afdrukken instellen Windows® Bepaalde Windows-besturingssystemen beschikken mogelijk al over een stuurprogramma dat compatibel is met de printer. Opmerking: Bij de installatie van een aangepast stuurprogramma wordt het systeemstuurprogramma niet vervangen. In de map Printers wordt in dat geval een afzonderlijk printerobject gemaakt en weergegeven.
Voor Windows XP (standaard Start-menu): a Klik op Start Configuratiescherm. b Dubbelklik op Printers en andere hardware. c Dubbelklik op Printers en faxapparaten. In Windows XP (klassiek Start-menu): Klik op Start Instellingen Printers en faxapparaten. In Windows Vista (klassiek Start-menu) en alle andere versies van Windows: klik op Start Instellingen Printers. 3 Dubbelklik op Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt geopend. 4 Klik op Next (Volgende).
3 Schakel het selectievakje in naast de printersoftware die u wilt installeren en klik op Installeren. De software wordt op de computer geïnstalleerd. Macintosh® Voor afdrukken via een USB-poort is Macintosh OS 9 of een latere versie vereist. Voor afdrukken via een USB-printer dient u een printerpictogram op het bureaublad te maken (Mac OS 9) of de printer toe te voegen aan Afdrukbeheer of Printerconfiguratie (Mac OS X).
3 Selecteer Printer (USB) en klik vervolgens op OK. 4 Klik bij Selectie USB-printer op Wijzig. Als de printer niet wordt weergegeven in de lijst Selectie USB-printer, controleer dan of de USB-kabel correct is aangesloten op de printer en de computer, en of de printer is ingeschakeld. 5 Selecteer de printer en klik vervolgens op OK. De printer wordt weergegeven in het originele venster Printer (USB). 6 Klik in het gedeelte voor PostScript-printerbeschrijvingsbestand (PPD) op Autoconfig.
Softwareoverzicht Gebruik de cd Drivers and Utilities die met de printer is meegeleverd om een combinatie van softwaretoepassingen te installeren, afhankelijk van uw besturingssysteem. Opmerking: Als u uw printer en computer apart hebt aangeschaft, moet u de cd Drivers and Utilities gebruiken om de softwaretoepassingen te kunnen installeren. Opmerking: Deze softwaretoepassingen zijn niet beschikbaar voor Macintosh®.
• • • • PCL-emulatie PostScript Parallel USB Papier • • • • • • • Afwerking Papierbron Papierformaat Papiersoort Aangepaste soorten Ander formaat Papierstructuur Papiergewicht • • • • • • • Kwaliteit Instellen • Afdrukresolutie • Detailweergave voor Duplex inbinden Exemplaren klein lettertype Lege pagina's • Tonerintensiteit • Beeldniveau Sorteren Scheidingsvellen Bron scheidingspagina Meerdere pagina's (pagina's/zijde) • N/vel-volgorde • Afdrukstand • N/vel-rand PCL-emulatie • • • • • A4-
• • • • Eenvoudige tekst en watermerken Verwijzingen naar de overlay Verwijzingen naar het lettertype Koppelingen met betrekking tot de opmaak Hulpprogramma voor printermeldingen van Dell Opmerking: Deze toepassing is niet beschikbaar voor Windows 2000. Het hulpprogramma voor printermeldingen van Dell geeft aan wanneer er fouten op uw printer voorkomen waarvoor actie moet worden ondernomen om ze te verhelpen.
3 Kies in het dialoogvenster Printer toevoegen een van de volgende opties: • Als u een USB-verbinding gebruikt, zorg er dan voor dat de USB-kabel op de computer en de printer is aangesloten en doe vervolgens het volgende: a Klik op Een lokale printer toevoegen. b Selecteer in het vervolgkeuzemenu Bestaande poort gebruiken: de optie Virtuele printerpoort voor USB en klik op Volgende. 4 Klik op Bladeren. Het dialoogvenster Installeren van schijf wordt weergegeven.
Klik op Start Programma's of Alle programma's Dell Printers Dell Laserprinter 2230d. 2 Klik op Toepassing voor het bijbestellen van printersupplies van Dell. Het dialoogvenster Supplies bestellen wordt weergegeven. 3 Als Meerdere printers gevonden wordt weergegeven, selecteert u de printer waarvoor u supplies bestelt. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm. • Als u via internet bestelt, klikt u op de koppeling onder het kopje Online bestellen.
Bezig met afdrukken van Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg “Papierstoringen voorkomen” op pagina 101 en “Papier bewaren” op pagina 71 voor meer informatie. Een document afdrukken 1 Plaats papier in een lade of de lader. 2 Stel in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat in dat in de printer is geplaatst.
b Pas de instellingen naar wens aan in het dialoogvenster Druk af: 1 Open het gewenste bestand en kies File (Archief) > Print (Druk af). 2 Selecteer een optie bij Papierbron en selecteer de lade waarin het gewenste papier is geplaatst. 3 Klik op Print (Druk af). Afdrukken op beide zijden van het papier Wanneer u elke taak, of de meeste taken, dubbelzijdig wilt afdrukken selecteert u Duplex in het menu Afwerking.
Speciale documenten afdrukken Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk dat u de juiste afdrukstand instelt. Gebruik de volgende tabel om te bepalen in welke richting u het briefhoofdpapier moet plaatsen: Bron of proces • Standaardlade voor 250 vel • Optionele lade voor 250 vel • Optionele lade voor 550 vel Afdrukzijde en papierafdrukstand Het papier moet met de bedrukte zijde naar beneden worden geplaatst.
Bron of proces Afdrukzijde en papierafdrukstand Handmatige invoer (dubbelzijdig afdrukken) Het voorbedrukte papier moet met de bedrukte zijde naar beneden worden geplaatst. De bovenste rand van het vel met het logo moet het laatst in de lade voor handmatige invoer worden ingevoerd. Opmerking: Informeer bij de fabrikant of leverancier of het gewenste voorbedrukte briefhoofdpapier geschikt is voor gebruik in laserprinters.
– – – – – – – vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten; metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten; zijn samengevouwen; zijn voorzien van postzegels; een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt; gebogen hoeken hebben; een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben. • Pas de breedtegeleiders aan zodat deze overeenkomen met de breedte van de enveloppen.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op karton: • Zorg ervoor dat de Papiersoort Karton is. • Selecteer de juiste instelling voor Papierstructuur. • Houd er rekening mee dat voorbedrukt, geperforeerd en gekreukt materiaal de afdrukkwaliteit aanzienlijk kan beïnvloeden en het vastlopen van papier of andere verwerkingsproblemen kan veroorzaken.
3 vrijgeven. 4 Sluit de voorklep. De lampjesreeks voor het beginmenu wordt weergegeven. - Aan - Aan - Aan - Aan 5 Druk kort op totdat de lampjesreeks wordt weergegeven voor de testpagina's voor afdrukkwaliteit, zoals aangegeven op de configuratiepagina met printerinstellingen. 6 Houd de knop ingedrukt totdat alle lampjes om beurten gaan branden. Na een aantal minuten worden de testpagina's voor afdrukkwaliteit afgedrukt.
3 Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluiden). 4 Klik op Printers. 5 Dubbelklik op het printerpictogram. 6 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 7 Druk op de toets Delete op het toetsenbord. Windows XP 1 Klik op Start. 2 Dubbelklik op het printerpictogram vanuit Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). 3 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 4 Druk op de toets Delete op het toetsenbord.
3 Klik op het pictogram Prullenmand.
Printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. Supplies bestellen Printer lokaal aangesloten op een computer 1 In Windows Vista® (standaard Start-menu): a Klik op Programma's. b Klik op Dell Printers. c Klik op Dell Laserprinter 2230d. In Windows® XP en 2000: Klik op Start Programma's of Alle programma's Dell Printers Dell Laserprinter 2230d. 2 Klik op Toepassing voor het bijbestellen van printersupplies van Dell.
Stel de printersupplies niet bloot aan: • • • • • • direct zonlicht; temperaturen boven 35 °C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof. Zuinig omgaan met accessoires Zuinig omgaan met accessoires met behulp van de printermenu's U kunt in de printermenu's bepaalde instellingen wijzigen om toner en papier te besparen.
De levensduur van uw tonercartridge verlengen Als Toner bijna op wordt weergegeven of als de afdruk vaag is, kunt u proberen de levensduur van de tonercartridge te verlengen: 1 Verwijder de tonercartridge. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie. 2 Schud de cartridge een aantal malen flink heen en weer, van voor naar achter en van links naar rechts, om de toner opnieuw te verdelen. 3 Plaats de cartridge terug en ga door met afdrukken.
Vervang de tonercartridge als volgt: 1 Open de voorklep door op de knop aan de linkerkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken. 2 Druk op de knop op de basis van de fotoconductor en trek de tonercartridge aan de hendel uit het apparaat. 3 Pak de nieuwe tonercartridge uit. Let op—Kans op beschadiging: Stel de tonercartridge tijdens de vervanging niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
5 Plaats de nieuwe tonercartridge door de rollen op de tonercartridge op één lijn te brengen met de pijlen op de geleiders van de fotoconductor. Druk de cartridge zo ver mogelijk naar binnen. De cartridge klikt vast wanneer deze correct is geïnstalleerd. 6 Sluit de voorklep. Fotoconductorkit vervangen De printer geeft een melding als de fotoconductorkit het maximale aantal pagina's bereikt.
Vervang fotoconductor - Knippert - Knippert - Aan Wanneer voor het eerst een van deze combinatie van lampjes verschijnt, moet u direct een nieuwe fotoconductorkit bestellen. Hoewel de printer correct kan blijven werken nadat de fotoconductorkit het einde van de levensduur heeft bereikt, wordt de afdrukkwaliteit aanzienlijk minder. Opmerking: De fotoconductorkit is slechts één item.
Plaats de eenheid op een vlak, schoon oppervlak. 3 Druk op de knop onder aan de fotoconductorkit. Pak de tonercartridge vast bij de handgreep en trek de cartridge omhoog en uit de printer. 4 Pak de nieuwe fotoconductor uit. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 5 Plaats de tonercartridge in de fotoconductorkit door de rollen op de tonercartridge uit te lijnen met de geleiders.
6 Plaats de eenheid in de printer door de pijlen op de geleiders van de eenheid uit te lijnen met de pijlen in de printer. Druk de eenheid zo ver mogelijk naar binnen. 7 Nadat u de fotoconductorkit hebt vervangen, stelt u de tellet van de fotoconductor opnieuw in. Raadpleeg de instructies die bij de nieuwe fotoconductoreenheid zijn geleverd voor het opnieuw instellen van de teller.
U kunt de printer en de opties probleemloos verplaatsen als u de volgende voorzorgsmaatregelen neemt: • Als de printer wordt verplaatst op een transportwagentje, moet de oppervlakte van het wagentje groot genoeg zijn om de gehele onderzijde van de printer te ondersteunen. Als de opties worden verplaatst op een transportwagentje, moet de oppervlakte van het wagentje groot genoeg zijn om alle opties te ondersteunen. • Houd de printer rechtop. • Vermijd schokken.
Beheerdersondersteuning Spaarstand aanpassen Verhoog of verlaag het aantal minuten voordat de printer overschakelt naar de spaarstand. Als de printer op de computer is aangesloten via een USB- of parallelle kabel, opent u het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen in Windows of Printerinstellingen in Macintosh. 1 Klik op Instellen. 2 Controleer of het selectievakje Spaarstand is ingeschakeld.
Papierstoringen verhelpen Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen: • Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal. Zie “Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal” op pagina 68 voor meer informatie. • Plaats niet te veel papier in de printer. Zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan de aangegeven maximale stapelhoogte. • Plaats nooit gekreukt, gevouwen, vochtig of kromgetrokken papier.
• Controleer of alle papierformaten en papiersoorten correct zijn ingesteld. • Controleer of alle printerkabels goed zijn aangesloten. Raadpleeg de installatiedocumentatie voor meer informatie. Toegang tot gebieden met vastgelopen afdrukmateriaal Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de gebieden kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen.
200.yy Papier vast - Aan - Aan - Aan Probeer een van de volgende opties: • Verwijder lade 1. • Open de voorklep en verwijder vervolgens de fotoconductor en de tonercartridge. 201.yy Papier vast - Aan - Aan - Aan Open de voorklep en verwijder vervolgens de fotoconductor en de tonercartridge. 202.
- Aan - Aan Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 231.yy Papier vast - Aan - Knippert - Aan Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 233.yy Papier vast - Aan - Knippert - Knippert - Aan Probeer een van de volgende opties: • Verwijder lade 1. • Open de voorklep en vervolgens de achterklep.
234.yy Paper vast - Aan - Knippert - Aan Probeer een van de volgende opties: • Open de voorklep en vervolgens de achterklep. • Verwijder lade 1. 235.yy Papier vast - Aan - Knippert - Knippert - Aan Verwijder het vastgelopen papier uit de standaarduitvoerlade. 24x.
- Aan - Aan - Aan - Aan Probeer een van de volgende opties: • Verwijder lade 1. • Open de voorklep en verwijder vervolgens de fotoconductor en de tonercartridge. • Verwijder lade 2. 251.yy Papier vast - Aan - Aan - Aan - Aan Verwijder het papier uit de handmatige invoer. Storingen achter de fotoconductorkit en de tonercartridge verhelpen 1 Druk op de ontgrendelingsknop en laat de voorklep zakken.
2 Til en trek de eenheid met de fotoconductorkit en de tonercartridge uit de printer. Leg de eenheid opzij op een vlakke, schone ondergrond. Let op—Kans op beschadiging: Raak de fotoconductor op de onderzijde van de fotoconductorkit niet aan. Gebruik de handgreep om de cartridge vast te houden. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Om letstel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 3 Verwijder het vastgelopen papier.
5 Sluit de voorklep. 6 Druk op om het afdrukken te hervatten. Storingen in de standaarduitvoerlade verhelpen Een papierformaat dat niet geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken kan een storing in de standaarduitvoerlade veroorzaken. Om het vastgelopen papier te verwijderen, dient u het vel papier rustig recht uit de standaarduitvoerlade te trekken. Vastgelopen papier in lade 1 verwijderen Ga als volgt te werk om te zien of papier is vastgelopen in of achter lade1, de standaardlade: 1 Verwijder lade 1.
2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Haal, indien nodig, de hendel omlaag om het papier te verwijderen en de storing te verhelpen. 4 Plaats de lade weer in de printer. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten.
Vastgelopen papier in lade 2 verwijderen Ga als volgt te werk om te zien of papier is vastgelopen in of achter lade2: 1 Verwijder lade 2. 2 Verwijder het vastgelopen papier.
3 Plaats de lade weer in de printer. 4 Druk op om het afdrukken te hervatten. Storingen in de handmatige invoer verhelpen Papier dat is vastgelopen in de handmatige invoer kan normaalgesproken worden vastgepakt en er recht uit worden getrokken. Als het vastgelopen papier niet op deze manier kan worden verwijderd, controleert u of er papier vastzit achter de fotoconducterkit en de tonercartridge-eenheid.
Storingen achter de achterklep verhelpen Trek het papier uit de printer wanneer het uit de printer komt. Doe het volgende wanneer het papier niet uit de printer komt: 1 Druk op de ontgrendelingsknop en laat de voorklep zakken. 2 Trek de achterklep open. Het papier zit mogelijk vast met een uiteinde in de standaarduitvoerlade. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Om letstel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Sluit zowel de voor- als de achterklep. 5 Druk op om het afdrukken te hervatten.
Problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Wanneer u eenvoudige printerproblemen hebt of wanneer de printer niet reageert, dient u de volgende zaken te controleren. • • • • • • • • • Het netsnoer is aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. Het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of een stroomonderbreker. De aardlekschakelaar (GFCI) niet is losgesprongen. De printer is niet aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer.
Meertalige PDF's worden niet afgedrukt De documenten bevatten lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 3 Selecteer Afdrukken als afbeelding. 4 Klik op OK. Het duurt heel lang voordat de taak is afgedrukt De afdruktaak is te complex.
Er worden verkeerde tekens afgedrukt Hex Trace-modus - Langzaam knipperen Zorg dat de printer zich niet in de modus Hex Trace bevindt. Als de lampjesreeks 'werkmodus Hex Trace' wordt weergegeven, dient u de modus Hex Trace te verlaten voordat u de taak kunt afdrukken. Schakel de printer uit en weer in om de modus Hex Trace uit te schakelen. Laden koppelen lukt niet Controleer het volgende: • Lade 1 en 2 bevatten papier van hetzelfde formaat en type.
CONTROLEER OF DE PRINTER OVER VOLDOENDE GEHEUGEN BESCHIKT. Voeg printergeheugen toe. Zie “Geheugenkaart installeren” op pagina 37 voor meer informatie. Problemen met accessoires oplossen Optie functioneert niet goed of helemaal niet meer nadat deze is geïnstalleerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: STEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN. Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer weer in.
Geheugenkaart Controleer of de geheugenkaart goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer. Problemen met de papierinvoer Papier loopt regelmatig vast Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER HET PAPIER. BUIG HET PAPIER, WAAIER HET UIT EN MAAK ER EEN RECHTE STAPEL VAN VOORDAT U HET IN DE LADE PLAATST. ZORG ERVOOR DAT U NOOIT TE VEEL PAPIER IN DE LADE PLAATST De papierstapel mag nooit boven de maximumhoogte uitkomen die in de lade wordt aangegeven.
Als de printer op de computer is aangesloten via een USB- of parallelle kabel, opent u het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen in Windows of Printerinstellingen in Macintosh. Zorg ervoor dat Herstel na storing in het menu Instellen is ingesteld op Automatisch of Aan. Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Met de informatie in de volgende onderwerpen kunt u problemen met de afdrukkwaliteit oplossen. Neem contact op met onze klantenondersteuning als u het probleem hiermee niet kunt oplossen.
Blanco pagina's Probeer een van de volgende oplossingen: • Verwijder de tonercartridge en installeer deze vervolgens opnieuw. • Verwijder de fotoconductorkit en installeer deze opnieuw. Als de printer nog steeds lege pagina's uitvoert, heeft deze wellicht onderhoud nodig. Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning.
Grijze achtergrond Als de printer op de computer is aangesloten via een USB- of parallelle kabel, opent u het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen in Windows of Printerinstellingen in Macintosh. Selecteer in het menu Kwaliteit een lagere waarde voor Tonerintensiteit voordat u de afdruktaak naar de printer verstuurt. Zwevende afbeeldingen Probeer een van de volgende opties: DE FOTOCONDUCTOR IS MOGELIJK DEFECT Vervang de fotoconductor.
CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT. Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAGINAFORMAAT. Geef, voordat u de afdruktaak verstuurt, het juiste paginaformaat op via Eigenschappen of het softwareprogramma. Gekruld papier Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT.
PAPIER HEEFT MOGELIJK VOCHT GEABSORBEERD VANWEGE HOGE LUCHTVOCHTIGHEID • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. CONTROLEER HET PAPIER. Gebruik geen gestructureerd papier met een ruwe afwerking. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT. Zorg dat de instelling voor Papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst.
DE TONER IS MOGELIJK BIJNA OP Als Toner bijna op wordt weergegeven of als de afdruk vaag is, dient u een nieuwe tonercartridge te bestellen. DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie. Scheve afdruk DE PAPIERGELEIDERS CONTROLEREN Schuif de geleiders in de juiste positie voor het formaat papier dat is geplaatst. HET PAPIER CONTROLEREN Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat voldoet aan de printerspecificaties.
Tonervlekjes Probeer een van de volgende opties: DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie. ER IS TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Neem contact op met de klantenservice. Slechte afdrukkwaliteit op transparanten TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik alleen aanbevolen transparanten. Zie “Tips voor het gebruik van transparanten” op pagina 85 voor meer informatie. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT.
DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. Zie “Tonercartridge vervangen” op pagina 93 voor meer informatie. CONTROLEER OF DE PAPIERBAAN VRIJ IS Er kan papier vast komen te zitten tussen de fotoconductor en het verhittingsstation. Controleer de papierbaan rond het verhittingsgedeelte. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
ER BEVINDT ZICH MOGELIJK TE VEEL TONER IN DE PAPIERBAAN Neem contact op met de klantenservice. Er worden effen zwarte of witte strepen weergegeven op de transparanten of het papier Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER OF HET JUISTE VULPATROON WORDT GEBRUIKT Als het verkeerde vulpatroon wordt gebruikt, dient u in het softwareprogramma een ander vulpatroon te selecteren. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT • Probeer een andere papiersoort. • Gebruik alleen aanbevolen transparanten.
Bijlage Beleid voor technische ondersteuning van Dell Technische ondersteuning door een technicus vindt plaats in samenwerking met de klant. Tijdens deze procedure wordt het probleem vastgesteld en worden oplossingen geleverd waarmee het besturingssysteem, de toepassingen en de hardwarestuurprogramma's kunnen worden hersteld naar de originele standaardconfiguratie waarmee het product door Dell is geleverd. Tevens wordt de juiste werking van de printer en de geïnstalleerde Dell hardware gecontroleerd.
• Elektronische ondersteuningsservice mobile_support@us.dell.com support@us.dell.com la-techsupport@dell.com (alleen voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied) apsupport@dell.com (alleen voor Azië/Pacific) support.jp.dell.com (alleen voor Japan) support.euro.dell.com (alleen voor Europa) • Elektronische offerteservice apmarketing@dell.com (alleen voor Azië/Pacific) sales_canada@dell.com (alleen voor Canada) Garantie en beleid voor retourneren Dell Inc.
Index Cijfers 202 papierstoringen, verhelpen achter de achterklep 112 235 paperstoringen, verhelpen uit standaarduitvoerlade 108 lader voor 250 vel installeren 39 251 papierstoringen, verhelpen uit handmatige invoer 111 2-zijdig afdrukken 83 lader voor 550 vel installeren 39 A extra printersoftware installeren in Windows 74 aansluiten, kabels 15 B boekje afdrukken 87 C kabels parallelle 15 USB 15 taak annuleren via het bedieningspaneel van de printer 88 afdruktaak annuleren via Macintosh 88 vanuit Window
secundaire fout 49 secundaire papierstoring 54 koppelen van invoerladen 66 papier plaatsen enveloppen 64 briefhoofdpapier in handmatige invoer 84 briefhoofdpapier in laden 84 handinvoer 64 optionele lade voor 250 vel 63 optionele lade voor 550 vel 63 standaardlade voor 250 vel 59 Hulpprogramma voor lokaleprinterinstellingen installeren 77 M handinvoer papier plaatsen 64 geheugenkaart installeren 37 problemen oplossen 118 pagina met menu-instellingen afdrukken 87 menu's Aangepaste soorten 22 Standaardbron 1
taak wordt afgedrukt vanuit verkeerde lade 115 taak wordt afgedrukt op verkeerd papier 115 afdrukken taak duurt heel lang 115 taken worden niet afgedrukt 114 grote afdruktaken worden niet gesorteerd 116 meertalige PDF's worden niet afgedrukt 115 gekruld papier 122 papier loopt regelmatig vast 118 laden koppelen lukt niet 116 van basismodel 11 configuraties 11 verplaatsen 98 installeren op nieuwe locatie 99 vervoeren 99 hulpprogramma voor printermeldingen 79 bedieningspaneel van de printer 42, 49, 54 knoppen
lage kwaliteit transparantafdruk 125 afdruk is te donker 96 122 afdruk is te licht 123 scheve afdruk 124 effen zwarte strepen 127 effen witte strepen 127 horizontale strepen 125 verticale strepen 126 lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond 124 toner laat los 124 tonervlekjes 125 problemen oplossen, printeropties laders 117 geheugenkaart 118 optie functioneert niet 117 U Universeel papierformaat 22 instellen 58 Universal Setup (Universalinstelling), menu 22 laden ontkoppelen 66 Menu USB 23 USB-poor