Dell™Laser Printer 2330d/dn en 2350d/dn Gebruikershandleiding U bestelt als volgt inkt of supplies bij Dell: 1. Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad. 2. Bezoek de website van Dell of bestel Dell printersupplies per telefoon. www.dell.com/supplies Voor optimale service moet u ervoor zorgen dat u de servicecode van de Dell printer bij de hand hebt.
UNITED STATES GOVERNMENT RESTRICTED RIGHTS Op deze software en documentatie zijn BEPERKTE RECHTEN van toepassing. Op gebruik, vermenigvuldiging of verspreiding door de overheid van de Verenigde Staten zijn de beperkingen van toepassing zoals vastgelegd in subartikel (c)(1)(ii) van de "Rights in Technical Data and Computer Software"-clausule onder DFARS 252.227-7013 en in de toepasselijke FAR-bepalingen: Dell Inc., One Dell Way, Round Rock, Texas, 78682, USA.
Informatiebronnen Informatie zoeken over de printer Gewenste informatie Bron De printer instellen Poster Printer instellen Veiligheidsinformatie voordat u begint met printen Informatie over regelgeving Garantieverklaring Productinformatiegids Ondersteunde papiersoorten en -formaten Afdrukmateriaal selecteren en opslaan Afdrukmateriaal plaatsen Printerinstellingen configureren De printersoftware installeren en gebruiken De printer onderhouden Problemen oplossen Gebruikershandleiding Software en stuu
Gewenste informatie Bron Express-servicecode en -nummer Express-servicecode en -nummer Bepaal welke printer u hebt voordat u de website support.dell.com bezoekt of contact opneemt met de technische ondersteuning. De Express-servicecode vinden zodat u door wordt verbonden wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning Deze labels staan op uw printer. Op de volgende afbeelding wordt de locatie van het label op de printer aangegeven.
Over de printer Informatie over printeronderdelen Informatie over het bedieningspaneel De juiste kabel kiezen Informatie over printeronderdelen Onderdeel Beschrijving 1 Vooruitvoer Sleuf waaruit het papier de printer verlaat. 2de twee Verlengstuk van de uitvoerlade Ondersteuning voor het papier dat uit de printer komt. 3 Klep van universeellader Klep om toegang te krijgen tot de universeellader. 4 Standaardlade (lade 1) De standaardpapierlade voor 250 vel papier.
9 Universeellader Lade waarin u diverse soorten papier kunt laden, onder andere enveloppen. 10 Lade van universeellader Ondersteuning voor het papier dat in de universeellader wordt geladen. 11 Uitbreidingslade Extra ondersteuning voor andere afdrukmedia dan papier, bijvoorbeeld enveloppen, om te voorkomen dat deze media worden gebogen of gekreukeld. 12 Breedtegeleiders Geleiders voor de afdrukmedia die in de universeellader zijn geladen.
Onderdeel Beschrijving 16 USB-poort Hierop wordt de USB-kabel (los verkrijgbaar) aangesloten. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer. Hiermee sluit u de printer rechtstreeks aan op de computer. 17 Netwerkpoort (alleen voor netwerkprinters) Aansluiting voor de ethernetkabel (apart verkrijgbaar). Het andere uiteinde van de ethernetkabel sluit u aan op de netwerkpoort. Hiermee sluit u de printer aan op het netwerk.
Onderdeel Pictogram Naar 1 Display Hierop worden het aantal af te drukken exemplaren en eventuele foutcodes weergegeven. 2de twee Knop Pijl naar links Hiermee bladert u door menu's, submenu's of instellingen in het scherm. Hiermee gaat u naar de vorige of volgende optie. Met elke druk op de knop gaat u naar het volgende of vorige item in de lijst of selecteert u een andere instelling voor een menu-item. 3 Knop Terug (Back) Hiermee kunt u terug naar het vorige scherm.
Onderdeel 8 Pictogram Naar indicatielampje Dit lampje geeft de status van de printer aan: Groen - de printer is niet actief of is niet gereed. Knippert groen - de printer is bezig met opwarmen, het verwerken van gegevens of afdrukken. Oranje - de gebruiker moet iets doen. De juiste kabel kiezen De aansluitkabel van uw printer moet aan de volgende vereisten voldoen: Verbinding Kabelcertificering USB USB 2.
Menu's op het bedieningspaneel Menulijst Menu Papier Rapporten Netwerk/poorten Instellingen Menulijst Admin (Beheerder), menu Menu Papier Rapporten Netwerk/poorten Instellingen 1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen om door het hoofdmenu te bladeren. 2. Druk op de knop Selecteren . 3. Druk op de knop Pijl-rechts Selecteren . totdat de gewenste titel op het scherm verschijnt en druk op 4. Gebruik de pijltoetsen om door de beschikbare items in het menu te bladeren. 5.
Menu Papier Hoofdmenu Hoofdmenu van modus Menu Papier Hoofdmenu van modus Standaardbron Lade * U-lader Handm. invoer Handm. invoer env. Configuratie U-lader Cassette* Handmatig OPMERKING: Met de instelling Cassette configureert u de universeellader als automatische papierbron. Aangepaste soorten Aangepast soort (waarbij x voor 1–6 staat) Kringlooppapier Formaat/soort Lade U-lader Handm. invoer Handm.
Hoofdmenu Hoofdmenu van modus Hoofdmenu van modus Papierstructuur Normale* structuur Structuur karton Structuur transparant Struct. kringl.pap.
Hoofdmenu Hoofdmenu van modus Hoofdmenu van modus Papiergewicht Normaal* gewicht Gewicht karton Gewicht transparanten Gewicht kringl.pap. Gewicht etiketten Gewicht bankpost Gewicht envelop Gewicht briefhoofd Gewicht voorbedrukt Gewicht gekleurd Gewicht licht Gewicht zwaar Gewicht ruw/katoen Aangepast soort gewicht (waarbij x voor 1-6 staat) *Standaardfabrieksinstelling Hoofdmenu Hoofdmenu Hoofdmenu van modus van modus Papier laden Kringl.pap. plaatsen Bankpostpapier laden Briefhoofdpap.
Hoofdmenu Hoofdmenu Hoofdmenu van modus van modus Universalinstelling Maateenheden Breedte Staand Hoogte Staand Invoerrichting *Standaardfabrieksinstelling 1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen om door het menu Papier te bladeren. 2. Druk op de knop Selecteren . 3. Druk op de knop Pijl-rechts Selecteren . totdat de gewenste titel op het scherm verschijnt en druk op 4. Gebruik de pijltoetsen om door de beschikbare items in het menu te bladeren. 5.
Vanuit dit menu: U kunt: Standaardbron Een standaardpapierbron instellen voor alle afdruktaken. Lade * U-lader Handm. invoer Handm. invoer env. OPMERKING: De items voor de standaardbron verschillen afhankelijk van het type apparaat en de hulpstukken en/of supplies die op het apparaat zijn geïnstalleerd. De instellingen voor Formaat en Soort worden geconfigureerd voor elke Standaardbron die onder Ladeconfiguratie is vermeld.
Vanuit dit menu: U kunt: afdrukmateriaal uit de universeellader voor de taak. Handmatig: behandelt de universeellader als een lade voor handmatige invoer. Vul handm. invoer wordt weergegeven als één vel afdrukmateriaal in de universeellader moet worden gelegd. OPMERKING: Met de instelling Cassette configureert u de universeellader als automatische papierbron. Aangepaste soorten De soort afdrukmateriaal opgeven voor elk van de beschikbare aangepaste soorten in het menu Papiersoort.
Vanuit dit menu: U kunt: Formaat lade Het standaardformaat voor elke invoerlade bepalen. A4* (niet-VS) A5 A6 B5 (JIS) Letter* (VS) Legal Executive Folio Statement Universal OPMERKING: Zie Universalinstelling voor meer informatie. Soort lade De soort afdrukmateriaal in elke invoerlade bepalen.
Vanuit dit menu: U kunt: Letter* (VS) Legal Executive Folio Statement Universal OPMERKING: Zie Universalinstelling voor meer informatie. 7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop B5-envelop C5-envelop DL-envelop Andere envelop Soort U-lader De soort van het afdrukmateriaal in de universeellader bepalen. Norm.
Vanuit dit menu: U kunt: handmatig in de universeellader is geplaatst. A4* (niet-VS) A5 A6 B5 (JIS) Letter* (VS) Legal Executive Folio Statement Universal OPMERKING: Zie Universalinstelling voor meer informatie. Papiersoort handm. invoer De soort bepalen van het afdrukmateriaal dat handmatig in de universeellader is geplaatst.
Vanuit dit menu: U kunt: Letter Legal Oficio Folio Universal Duplex-soort De soort bepalen van het afdrukmateriaal dat is geladen voor geïntegreerd dubbelzijdig afdrukken. Normaal* Kringlooppapier Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast soort (waarbij x voor 1–6 staat) Envelopformaat handm. invoer Het envelopformaat bepalen dat handmatig is geplaatst. 7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop* (V.S.
Papierstructuur Vanuit dit menu: U kunt: Normaal De relatieve structuur bepalen van het afdrukmateriaal dat in een specifieke lade is geplaatst.
Vanuit dit menu: U kunt: Normaal* Bepaal het relatieve gewicht van het afdrukmateriaal dat in een specifieke invoerlade is geplaatst om te zorgen dat de toner goed aan de afgedrukte pagina hecht.
Vanuit dit menu: U kunt: Kringlooppapier Bepalen of dubbelzijdig afdrukken plaatsvindt voor alle taken waarvoor een soort afdrukmateriaal is opgegeven. Bankpost Duplex Briefhoofd Uit* Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Aangepast soort (waarbij x voor 1–6 staat) *Standaardfabrieksinstelling Universal-instelling Vanuit dit menu: U kunt: Maateenheden De hoogte, breedte en invoerrichting bepalen van het universeel papierformaat.
Vanuit dit menu: U kunt: OPMERKING: 8,5 inch is de Amerikaanse standaardinstelling. Inches kunnen worden verhoogd in stappen van 0,01 inch. OPMERKING: 216 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm. Hoogte Staand De staande hoogte instellen van het universele afdrukmateriaal. 3 – 14,17 inch 76–1219 mm OPMERKING: Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale hoogte, gebruikt de printer de maximaal toegestane hoogte.
Vanuit dit menu: U kunt: papierformaat opgeven. Korte zijde* Lange zijde OPMERKING: Invoerrichting wordt alleen weergegeven als de langste zijde van het materiaal korter is dan de maximale fysieke breedte van de printer. *Standaardfabrieksinstelling Rapporten Modus Hoofdmenu van modus Rapporten Pagina Menuinstellingen Apparaatstatistieken Pag. Netwerkinstell. Profielenlijst Lettertypen afdrukken Directory afdrukken Asset Report (Activarapport) 1.
4. 5. Als de gewenste instelling op het scherm verschijnt, drukt u op Selecteren slaan. om de instelling op te Menu: Met de MFP kunt u: Pagina Menu-instellingen Informatie weergeven over: Huidige instellingen van menu-items in alle menu's Cartridge-informatie Een lijst met geïnstalleerde opties en functies Apparaatstatistieken Informatie bekijken over: Taakgegevens Gegevens supplies Printer USB Direct OPMERKING: De details die op deze pagina worden weergegeven, verschillen voor elk type apparaat.
Menu: Met de MFP kunt u: Profielenlijst Profielen die in de printer zijn opgeslagen bekijken. Lettertypen afdrukken Een voorbeeld afdrukken van alle beschikbare lettertypen voor de printertaal die momenteel in de printer is ingesteld. PCL-lettertypen PS-lettertypen Directory afdrukken Een lijst bekijken met bronnen die zijn opgeslagen in het gebruikersgebied van de flash- en schijfopties.
Hoofdmenu Hoofdmenu van modus Active NIC (Actieve NIC) Auto* Standaardnetwerk * Standaardinstelling Netwerkmodus Hoofdmenu Hoofdmenu van modus Netwerk PCL SmartSwitch PS SmartSwitch NPA-modus Netwerkbuffer MAC binair PS Netwerkinstallatie Een submenu Netwerk wordt alleen weergegeven als het apparaat een standaardnetwerkkaart heeft of als een aanvullende netwerkkaart is geïnstalleerd.
Vanuit dit menu: U kunt: PCL SmartSwitch Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Aan* Uit PS SmartSwitch Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal.
Vanuit dit menu: U kunt: Standaardnetwerkinstelling Hiermee definieert u basisnetwerkinstellingen voor de printer. Rapporten Netwerkkaart TCP/IP IPv6 * Standaardinstelling USB-modus Modus Hoofdmenu van modus USB PCL SmartSwitch PS SmartSwitch NPA-modus USB-buffer MAC binair PS USB met ENA OPMERKING: Is alleen toepasbaar op Dell 3300 Wireless Print Adapter (afzonderlijk verkocht). Gebruik het menu USB om de printerinstellingen te wijzigen van taken die via een USB-poort worden verstuurd. 1.
Vanuit dit menu: U kunt: PCL SmartSwitch Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Aan* Uit PS SmartSwitch Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Aan* Uit NPA-modus Afdruktaken naar de printer sturen en tegelijkertijd informatie over de printerstatus opvragen.
Vanuit dit menu: U kunt: afdruktaken van Macintosh. Uit Aan Auto* USB met ENA ENA-adres: hiermee stelt u het ENA-adres van de USBpoort in ENAnetmasker: hiermee stelt u het ENAnetmasker van de USB-poort in. ENA-gateway: hiermee stelt u de ENAgateway van de USB-poort in. OPMERKING: IP-adres met 4 velden (0.0.0.0*) OPMERKING: De instellingen worden weergegeven wanneer een ENA is aangesloten. OPMERKING: Dit is alleen toepasbaar op Dell 3300 Wireless Print Adapter (afzonderlijk verkocht).
Modus Hoofdmenu van modus NPA-modus Parallelbuffer Uitgebreide status Protocol INIT honoreren Parallelle modus 2 MAC binair PS Parallel met ENA Gebruik het menu Parallel om de printerinstellingen te wijzigen voor taken die via een parallelle poort worden verzonden. 1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen om door het menu Parallel te bladeren. 2. Druk op de knop Selecteren . 3. Druk op de knop Pijl-rechts Selecteren . totdat de gewenste titel op het scherm verschijnt en druk op 4.
Vanuit dit menu: U kunt: PCL SmartSwitch Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Aan* Uit PS SmartSwitch Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Aan* Uit NPA-modus Afdruktaken naar de printer sturen en tegelijkertijd informatie over de printerstatus opvragen.
Vanuit dit menu: U kunt: Aan* Uit Protocol Geef het protocol voor de parallelle interface op. Gegevens ontvangen met een veel hogere overdrachtsnelheid als de printer is ingesteld op Fastbytes (mits de computer Fastbytes ondersteunt) of gegevens ontvangen op een normale overdrachtsnelheid als de printer is ingesteld op Standaard. Standaard Fastbytes* INIT honoreren Hiermee stelt u vast of de printer hardwareinitialisatieverzoeken van de computer honoreert.
Vanuit dit menu: U kunt: Uit Aan* OPMERKING: Dit menu wordt alleen weergegeven als het wordt ondersteund door de parallelle poort. MAC binair PS Hiermee configureert u de printer voor de verwerking van binaire PostScriptemulatieafdruktaken van Macintosh. Uit Aan Auto* Parallel met ENA ENA-adres ENA-netmasker ENA-gateway Configureer de instellingen voor het ENA-adres, het netmasker en de gateway van de parallelle poort. IP-adres van 4 velden (0.0.0.
Modus Hoofdmenu van modus Menu Extra Menu PostScript Menu PCL Emul Modus Algemene instellingen Hoofdmenu Hoofdmenu van modus Algemene instellingen Taal op display Eerste installatie uitvoeren Alarmen Time-outs Afdrukherstel Fabrieksinstellingen 1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen bladeren. om door het menu Algemene instellingen te 2. Druk op de knop Selecteren . 3. Druk op de knop Pijl-rechts Selecteren . totdat de gewenste titel op het scherm verschijnt en druk op 4.
Vanuit dit menu: U kunt: Taal op display De taal van de tekst op het display selecteren. English* Arabisch Portugees (Brazilië) Czech Deens Nederlands Fins French (Frans) German (Duits) Grieks Hebrew Iberisch Portugees Italian (Italiaans) Japans (Kanji) Noors Pools Russian Simplified Chinese Spaans Zweeds Türkçe (Turks) Eerste installatie uitvoeren Een installatiewizard starten als de printer wordt ingeschakeld. Ja* Nee Alarmen Een alarm instellen dat klinkt wanneer de gebruiker moet ingrijpen.
Vanuit dit menu: U kunt: Time-out scherm 15*–300 seconden Afdruktime-out Uitgeschakeld 1–255 seconden 90 seconden* Wachttime-out Uitgeschakeld 15–65.535 seconden 40 seconden* Time-out netwerktaken Uitgeschakeld 10–255 seconden 90 seconden* Afdrukherstel Opgeven of de printer doorgaat na bepaalde offline situaties, of vastgelopen pagina's opnieuw worden afgedrukt en of de printer wacht totdat de hele pagina is verwerkt en gereed is voor afdrukken.
Modus Inst. Hoofdmenu Hoofdmenu van modus Instellen Printertaal Afdrukgebied Downloadbestemming Bronnen opslaan 1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen om door het menu Instellingen te bladeren. 2. Druk op de knop Selecteren . 3. Druk op de knop Pijl-rechts Selecteren . totdat de gewenste titel op het scherm verschijnt en druk op 4. Gebruik de pijltoetsen om door de beschikbare items in het menu te bladeren. 5.
Vanuit dit menu: U kunt: Afdrukgebied Het logische en fysieke afdrukbare gebied aanpassen. Normaal* Hele pagina Downloadbestemming De opslaglocatie voor geladen bronnen bepalen. RAM* Flash OPMERKING: Downloadbestemming wordt alleen weergegeven als flash-optie is geïnstalleerd. Bronnen opslaan Opgeven of alle permanent gedownloade bronnen, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in RAM, worden opgeslagen als voor een afdruktaak onvoldoende geheugen beschikbaar is.
Vanuit dit menu: U kunt: alle printertalen als de taal wordt gewijzigd en de printer opnieuw wordt ingesteld. Als de printer onvoldoende geheugen heeft, wordt het bericht 38 Geheugen vol weergegeven.
4. 5. Als de gewenste instelling op het scherm verschijnt, drukt u op Selecteren slaan. Hoofdmenu van modus Afwerking Vanuit dit menu: U kunt: Zijden (Duplex) Duplex (dubbelzijdig) afdrukken inschakelen. 1-zijdig* 2-zijdig Duplex inbinden Definiëren hoe dubbelzijdig afgedrukte pagina's worden ingebonden en wat de afdrukstand is van de achterzijde van de pagina in relatie tot de voorzijde van de pagina. Lange zijde* Korte zijde Exemplaren Een standaardaantal exemplaren opgeven voor elke afdruktaak.
Vanuit dit menu: U kunt: U-lader OPMERKING: In het menu Papier stelt u Configuratie U-lader in op Cassette om U-lader als menu-instelling weer te geven. N per vel (pagina's/zijde) Aangeven dat meerdere paginabeelden afgedrukt moeten worden op één zijde van een vel papier. Uit* 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel N per vel bestellen De positie van meerdere paginabeelden instellen als Multipage Print (N/vel afdrukken) wordt gebruikt.
Menu van modus Hoofdmenu van modus Grijscorrectie Helderheid Contrast 1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen om door het menu Kwaliteit te bladeren. 2. Druk op de knop Selecteren . 3. Druk op de knop Pijl-rechts Selecteren . totdat de gewenste titel op het scherm verschijnt en druk op 4. Gebruik de pijltoetsen om door de beschikbare items in het menu te bladeren. 5. Als de gewenste instelling op het scherm verschijnt, drukt u op Selecteren slaan.
Vanuit dit menu: U kunt: Beide richtingen Tonerintensiteit Afdrukken lichter of donkerder maken en toner besparen. Bereiken 1–10 8* Een lagere waarde selecteren voor dunnere lijnen, lichtere grijstintafbeeldingen en lichtere afdrukken. Een hogere waarde selecteren voor dikkere lijnen of donkerdere grijstinten in afbeeldingen. OPMERKING: Als u een lager cijfer kiest, bespaart u toner. Fine Lines-verbet.
Vanuit dit menu: U kunt: Op elk object op de afgedrukte pagina andere grijswaarden toepassen. Met Uit schakelt u grijscorrectie uit. Helderheid De grijswaarden van de afgedrukte objecten aanpassen. -6 tot +6 0* Contrast Het contrast van de afgedrukte objecten aanpassen. 0-5 0* * Standaardinstelling Modus Extra Menu van modus Hoofdmenu van modus Hulpprogramma's Hex Trace Gebruik het menu Extra om printerproblemen op te lossen. 1.
Vanuit dit menu: U kunt: Hex Trace Bepalen of er een probleem is met de kabel of taalinterpreter wanneer onverwachte tekens worden afgedrukt of wordt geconstateerd dat tekens ontbreken Afdrukproblemen en hun bron isoleren Bepalen welke informatie door de printer wordt ontvangen Modus PostScript Menu van modus Hoofdmenu van modus PostScript PS-fout afdrukken Voorkeurslettertype 1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen om door het menu PostScript te bladeren. 2. Druk op de knop Selecteren .
Vanuit dit menu: U kunt: Flash OPMERKING: Voorkeurslettertype wordt alleen weergegeven wanneer een niet-gebrekkige, en niet tegen schrijven of lezen/schrijven beveiligde flash-optie in het apparaat is geïnstalleerd. * Standaardinstelling Modus PCL Emul Menu van modus Hoofdmenu van modus PCL Emul Lettertypebron Lettertypenaam Symbolenset Instell. PCL-emulatie Lade-nr. wijzigen 1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen om door het menu PCL Emul te bladeren. 2. Druk op de knop Selecteren . 3.
Vanuit dit menu: U kunt: Lettertypebron De lettertypeset instellen die wordt gebruikt in het menu-item Lettertypenaam. Intern* Alles Lettertypenaam Een specifiek lettertype en de optie waarin het is opgeslagen, weergeven. Bereik: R0* – R90 Symbolenset De symbolenset voor elke lettertypenaam weergeven. Standaard: 10U PC-8 Instell. PCL-emulatie Puntgrootte OPMERKING: Alleen voor PostScript-emulatie en typografische lettertypen. De puntgrootte wijzigen van schaalbare, typografische lettertypen.
Vanuit dit menu: U enkunt: afbeeldingen op de pagina. Staand* Liggend Regels per pagina Het aantal regels toekennen dat per pagina wordt afgedrukt. 1–255 60* A4-breedte De printer instellen op A4papierformaat. 198 mm* 203 mm Automatisch HR na NR Opgeven of de printer automatisch een harde return (CR) moet geven na de opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (LF).
Vanuit dit menu: U kunt: Toon fabrieksinstell. De standaardinstelling weergeven voor elke invoerlade. Std.instell. herstellen Alle invoerladeinstellingen terugzetten naar de standaardinstelling.
Optionele hardware installeren Optionele lader voor 550 vel installeren Optionele geheugenkaart installeren Optionele lader voor 550 vel installeren Een optionele lader wordt onder de printer bevestigd. Een lader bestaat uit twee delen: een lade en een standaard. De printer ondersteunt een optionele lader waarin maximaal 550 vellen papier kunnen worden geplaatst.
4. 5. Zet de printer weer aan. 6. In Windows Vista® of hoger: a. Klik op Configuratiescherm. b. Klik op Hardware en geluiden. c. Klik op Printers. In Windows®XP en 2000: a. Klik op Start Configuratiescherm. b. Dubbelklik op Printers en andere hardware. c. Dubbelklik op Printers en faxapparaten. 7. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw Dell Laser Printer-model. 8. Klik op Eigenschappen. 9.
8. 9. Klik op Opties installeren. 10. Klik op Printer vragen. 11. Klik op OK. 12. Klik op OK en sluit vervolgens de map Printers. Optionele geheugenkaart installeren De systeemkaart heeft een connector voor een optionele geheugenkaart. De printer kan maximaal 160 MB ondersteunen voor een niet-netwerkprinter en maximaal 288 MB voor een netwerkprinter. Het printergeheugen van zowel netwerk- als niet-netwerkprinters kan alleen worden uitgebreid met geheugenkaarten van 128 MB.
OPMERKING: geheugenkaarten die zijn ontworpen voor andere printers, werken mogelijk niet met uw printer. 4. Haal de geheugenkaart uit de verpakking. Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 5. Breng de uitsparingen aan de onderkant van de kaart in één lijn met de uitsparingen op de connector. 6. Druk de geheugenkaart stevig op de connector totdat de vergrendelingen aan beide zijden van de connector vastklikken.
c. In Windows® XP en 2000: a. Klik op Start Configuratiescherm. b. Dubbelklik op Printers en andere hardware. c. Dubbelklik op Printers en faxapparaten. 11. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw Dell Laser Printer-model. 12. Klik op Eigenschappen. 13. Klik op Opties installeren. OPMERKING: geheugenkaarten die zijn ontworpen voor andere printers, werken mogelijk niet met uw printer. 14. Klik op Printer vragen. 15. Klik op OK. 16. Klik op OK en sluit vervolgens de map Printers.
Papier plaatsen Papiersoort en papierformaat instellen Papier in de papierlade voor 250 vel plaatsen Papier in de papierlade voor 550 vel plaatsen De achteruitvoer gebruiken Universeellader gebruiken Laden koppelen en ontkoppelen Papiersoort en papierformaat instellen OPMERKING: U moet de software voor de printer installeren voordat u de papierladen kunt configureren. Zie Lokaal afdrukken instellen of Afdrukken via het netwerk instellen voor meer informatie.
4. Bron selecteren wordt weergegeven. 5. Druk op de pijlknoppen Selecteren . totdat de juiste bron wordt weergegeven, en druk daarna op de kop Formaat wordt onder de bronnaam weergegeven. 6. Druk op de knop Selecteren . 7. Druk op de pijlknoppen Selecteren . totdat het juiste formaat wordt weergegeven, en druk daarna op de kop Wijzigingen verzenden wordt weergegeven, gevolgd door Formaat. 8. Druk op de pijlknoppen Selecteren . totdat Soort wordt weergegeven, en druk daarna op de knop 9.
4. 5. Selecteer het papierformaat in elke lade. 6. Klik op Submit (Verzenden). 7. Klik in de linkerkolom op Printer Settings (Printerinstellingen). 8. Selecteer Paper Menu (Menu Papier) op de pagina met printerinstellingen. 9. Selecteer Papiersoort. 10. Selecteer de papiersoort in elke lade. 11. Klik op Submit (Verzenden). Papier in de papierlade voor 250 vel plaatsen Volg de onderstaande instructies voor het plaatsen van papier in de lade voor 250 vel. 1. Verwijder de lade. 2.
a. b. Trek het verlengstuk uit de lade tot het vastklikt. 3. Wanneer u A6-papier plaatst, dient u het ontgrendelingsnokje op te tillen om het papier goed te kunnen plaatsen. OPMERKING: Controleer of het papier is geplaatst onder de aangegeven maximale hoogte op de rand van het nokje. Plaats niet te veel papier in de lade, want dit kan papierstoringen en mogelijk printerschade veroorzaken.
4. Buig een stapel papier enkele malen. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 5. Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde naar beneden. Zorg dat het papier niet boven de lijntjes uitkomt die de maximale hoogte aangeven. Als er te veel papier is geplaatst, kunnen vellen papier vastlopen. 6. Verschuif de geleiders aan de zij- en achterkant tot deze tegen de zijkanten van het papier rusten.
6. 7. Plaats de lade terug. 8. Klap de papiersteun voor de uitvoerlade uit. Papier in de papierlade voor 550 vel plaatsen Volg de onderstaande instructies voor het plaatsen van papier in de lade voor 550 vel. 1. Verwijder de lade.
1. 2. Als u papier van Legal- of Folio-formaat plaatst, dient u de papierlade aan te passen aan het grotere papierformaat. a. Druk op de vergrendeling achter op de lade. b. Trek het verlengstuk uit de lade tot het vastklikt. 3. Buig een stapel papier enkele malen. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 4. Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde naar beneden. Zorg dat het papier niet boven de lijntjes uitkomt die de maximale hoogte aangeven.
5. Verschuif de geleiders aan de zij- en achterkant tot deze tegen de zijkanten van het papier rusten. 6. Plaats de lade terug. 7. Klap de papiersteun voor de uitvoerlade uit.
7. De achteruitvoer gebruiken De achteruitvoer is een rechte papierdoorvoer dat één vel per keer verwerkt, waardoor papier minder snel krult of vastloopt. Dit is met name handig voor speciaal afdrukmateriaal, zoals transparanten, enveloppen, etiketten, karton en indexkaarten. Als u de achteruitvoer wilt gebruiken, opent u de klep van de achteruitvoer. Als de klep van de achteruitvoer is geopend, komen alle afdruktaken aan deze kant de printer uit.
Modus Cassette* De bron van de universeellader: werkt als een nietdetecterende automatische bron heeft een geïnstalleerd papierformaat en papiertype toegewezen gekregen net zoals alle andere invoerbronnen is opgenomen in de lijst met waarden van alle printerinstellingen, zoals de papierbron Handmatig De bron van de universeellader: wordt alleen gebruikt voor handmatige invoer wordt verwijderd uit de lijst met waarden van alle printerinstellingen, inclusief de papierbron Als handmatige invoer is geselecte
moment niet in de papierlade zijn geladen. De universeellader openen: 1. Trek de klep van de universeellader naar beneden. 2. Schuif de lade van de universeellader naar voren. 3. Trek aan het verlengstuk, zodat dit naar voren komt. 4. Duw het verlengstuk voorzichtig naar beneden om de universeellader helemaal uit te trekken.
Afdrukmateriaal in de universeellader plaatsen De universeellader vullen: 1. Plaats een vel van het geselecteerde afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar boven in het midden van de universeellader, maar slechts zover dat de voorkant van het vel de papiergeleiders kan raken. Als het afdrukmateriaal niet goed wordt geplaatst, wordt het te vroeg in de printer gevoerd en wordt de taak mogelijk niet recht op het papier afgedrukt.
of de labels niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. OPMERKING: Raak de afdrukzijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op komen. Buig een stapel enveloppen enkele malen om deze los te maken. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. OPMERKING: Vouw of kreuk de enveloppen niet. 4. Houd beide kanten van de stapel dicht bij de lade van de universeellader en schuif de stapel voorzichtig in de printer. KENNISGEVING: Schuif de stapel niet met veel kracht in de printer.
vingers op de transparanten terechtkomen, kunnen de afdrukkwaliteit beïnvloeden. Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven, waarbij de bovenkant van het vel als eerste in de printer wordt gevoerd. Als u problemen hebt met de papierinvoer, draait u het papier om. Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren.
Papiersoort (bijvoorbeeld: normaal papier, briefhoofd, aangepast ) De papiersoort omschrijft de eigenschappen van het papier. Als de naam die uw papier het beste omschrijft al aan laden is gekoppeld, wijs dan een andere papiersoortnaam aan de lade toe, zoals Custom Type (Aangepast ), of geef uw eigen aangepaste naam op. Papierformaat (bijvoorbeeld: Letter, A4, Statement) Plaats papier van een ander formaat als u de papierformaatinstelling van een lade wilt wijzigen.
Lokaal afdrukken instellen Windows ® Mac OS ® X: de printer toevoegen in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie Linux® Windows® Bepaalde Windows-besturingssystemen beschikken mogelijk al over een stuurprogramma dat compatibel is met de printer. OPMERKING: Bij de installatie van een aangepast stuurprogramma wordt het systeemstuurprogramma niet vervangen. In de map Printers wordt in dat geval een afzonderlijk printerobject gemaakt en weergegeven.
2. Als het scherm van de cd Software en documentatie wordt weergegeven, klikt u op Aangepaste installatie - De printer alleen voor gebruik op deze computer installeren en vervolgens op Volgende. 3. Selecteer de printer in het vervolgkeuzemenu. 4. Selecteer Standaardinstallatie (aanbevolen) en klik vervolgens op Installeren. 5. Klik op Voltooien, sluit de printer aan op de computer via een USB-kabel of een parallelle kabel en schakel de printer in. Er verschijnt een melding als de installatie is voltooid.
In Windows Vista® (klassiek Start-menu) en alle andere versies van Windows: Klik op Start Instellingen Printers. 3. Dubbelklik op Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt geopend. Klik indien nodig op Volgende. 4. Klik op Volgende. 5. Selecteer Een lokale printer toevoegen of Lokale printer die met deze computer is verbonden en klik vervolgens op Volgende. U wordt gevraagd de printer aan te sluiten op de computer. 6. Selecteer de poort die u wilt gebruiken voor deze printer en klik op Volgende.
10. en het printermodel in de lijst Printers. Klik op Volgende. 11. Volg de rest van de aanwijzingen in de wizard Printer toevoegen en klik vervolgens op Voltooien om het printerstuurprogramma te installeren. Extra printersoftware installeren 1. Zet de computer aan en plaats de cd Software en documentatie. De cd Software en documentatie start de installatiesoftware automatisch. 2. Selecteer Extra software installeren - De printerondersteuningssoftware installeren en klik op Volgende. 3.
e. Selecteer een bestemming voor de installatie en klik vervolgens op Ga door. f. Klik op Installeer in het scherm Standaard. g. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op OK. De software wordt op de computer geïnstalleerd. h. Sluit het installatieprogramma af wanneer het is voltooid. 2. Open Printerconfiguratie in /Programma's/Hulpprogramma's. 3. Als de USB-printer wordt weergegeven in de printerlijst: de printer is ingesteld; u kunt nu de toepassing afsluiten.
Afdrukken via het netwerk instellen Windows ® De gedeelde printer installeren op clientcomputers Mac OS ® X: de printer toevoegen in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie Linux® Pagina met netwerkinstellingen afdrukken Windows® In een Windows-netwerkomgeving kunt u netwerkprinters configureren voor rechtstreeks afdrukken of voor gedeeld gebruik. Voor beide manieren van afdrukken via een netwerk dient u printersoftware te installeren en een printerpoort te maken in het netwerk.
In een Windows-netwerkomgeving kunt u netwerkprinters configureren voor rechtstreeks afdrukken of voor gedeeld gebruik. Voor beide opties voor afdrukken via een netwerk dient u printersoftware te installeren en een netwerkpoort te maken. Afdrukken via IP De printer heeft een rechtstreekse verbinding met het netwerk via een netwerkkabel, zoals bijvoorbeeld een ethernetkabel. Meestal wordt de printersoftware op elke netwerkcomputer geïnstalleerd.
4. of op Manual Add (Handmatig toevoegen) om een printer aan het netwerk toe te voegen. 5. Klik op Volgende. 6. Voor ieder printerstuurprogramma in de lijst: OPMERKING: Voor elke printer die u hebt geselecteerd, worden drie printerstuurprogramma's genoemd: een PCL-stuurprogramma (Printer Control Language), een PS-stuurprogramma (PostScript) en een HBP-stuurprogramma (Host Based Printing). a. Selecteer het printerstuurprogramma in de lijst. b.
b. c. Controleer de testpagina die op de printer(s) is afgedrukt. d. Klik op Voltooien. Directe aansluiting via een netwerkkabel (zonder afdrukserver) 1. Plaats de cd Software en documentatie. De cd Software en documentatie start de installatiesoftware automatisch. 2. Als het scherm van de cd Software en documentatie wordt weergegeven, klikt u op Netwerkinstallatie - De printer alleen voor gebruik op een netwerk installeren en klikt u op Volgende. 3.
c. naam in die gebruikers eenvoudig kunnen herkennen. d. Als u wilt dat deze printer de standaardprinter is, selecteert u Set this printer to default (Deze printer instellen als standaardprinter). e. Als u het voor de printer specifieke stuurprogramma niet wilt installeren, selecteert u Do not install this printer (Deze printer niet installeren). 7. Klik op Volgende. 8. Schakel het selectievakje in naast de software en documentatie die u wilt installeren en klik op Install (Installeren).
1. In Windows Vista® of later (standaard Start-menu): a. Klik op Configuratiescherm. b. Klik op Hardware en geluiden. c. Klik op Printers. In Windows® XP (standaard Start-menu): a. Klik op Start Configuratiescherm. b. Dubbelklik op Printers en andere hardware. c. Dubbelklik op Printers en faxapparaten. In Windows Vista® (klassiek Start-menu) en alle andere versies van Windows: Klik op Start Instellingen Printers.
7. Als er bestanden ontbreken, wordt u gevraagd de cd van het serverbesturingssysteem in het cdromstation te plaatsen. a. Plaats de cd Software en documentatie, zorg dat de stationsaanduiding juist is voor uw cdromstation en klik vervolgens op OK. b. In Windows Vista of hoger: Blader naar een clientcomputer waarop het besturingssysteem wordt uitgevoerd en klik vervolgens op OK.
2. Dubbelklik op de hostnaam van de computer met de afdrukserver. 3. Klik met de rechtermuisknop op de naam van de gedeelde printer en klik vervolgens op Installeren of Aansluiten. Wacht totdat de softwaregegevens zijn gekopieerd vanaf de computer met de afdrukserver naar de clientcomputer en totdat een nieuw printerobject wordt toegevoegd aan de map Printers. De tijd die hiervoor nodig is varieert afhankelijk van netwerkverkeer en andere factoren. 4. Sluit Mijn netwerklocaties of Netwerkomgeving. 5.
c. d. Klik op Testpagina afdrukken. Wanneer de testpagina goed wordt afgedrukt, is de printerinstallatie voltooid. Peer-to-peer Als u de methode peer-to-peer gebruikt, wordt de printersoftware volledig geïnstalleerd op elke clientcomputer. De software kan worden aangepast op de netwerkclients. De clientcomputer handelt het verwerken van de afdruktaken af. 1. In Windows Vista® of hoger (standaard Start-menu): a. Klik op Configuratiescherm. b. Klik op Hardware en geluiden. c. Klik op Printers.
4. typt u het pad van de printer in het volgende tekstvak. Voorbeeld: \\\. De hostnaam van de afdrukserver is de naam van de computer met de afdrukserver waaronder de afdrukserver bekend is op het netwerk. De naam van de gedeelde printer is de naam die tijdens de installatie van de afdrukserver wordt toegewezen. 5. Klik op OK. Als dit een nieuwe printer is, wordt u mogelijk gevraagd om de printersoftware te installeren.
b. c. Klik op Eigenschappen. d. Klik op Testpagina afdrukken. Wanneer de testpagina goed wordt afgedrukt, is de printerinstallatie voltooid. Mac OS® X: de printer toevoegen in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie Macintosh® OS X versie 10.3 of hoger is nodig voor afdrukken via een netwerk. Voor afdrukken via een netwerkprinter dient u de printer toe te voegen aan Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 1. Installeer ondersteuning voor de printer op de computer. a. Plaats de cd Software en documentatie.
2. 3. Selecteer in het menu Printers Voeg printer toe. 4. Als u wilt afdrukken via IP: a. Klik op het werkbalkpictogram voor de IP-printer. b. Voer het IP-adres van de printer in. c. Kies de printerfabrikant in het pop-upmenu met printermodellen. d. Selecteer de printer in de lijst en klik op Voeg toe. Als u wilt afdrukken via AppleTalk: a. Klik op Meer printers... en selecteer vervolgens AppleTalk in het pop-upmenu. b. Selecteer de AppleTalk-zone in de lijst.
d. Algemene PostScript-printer wordt weergegeven in de groep voor foutmeldingen: verwijder de printer uit de printerlijst in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie en volg de instructies opnieuw om de printer te installeren. Linux® Printersoftwarepakketten en installatie-instructies staan op de cd Software en documentatie. De installatie-instructies voor Linux starten: 1. Plaats de cd Software en documentatie. Als de cd Software en documentatie automatisch start, klikt u op Annuleren. 2. Ga naar D:\unix\do
Softwareoverzicht Status Monitor Center (Statusbeheerprogramma) Hulpprogramma IP-adres instellen Dell Printer Software Uninstall Utility Stuurprogramma-profiler Dell Printer Configuration Web Tool Hulpprogramma voor printermeldingen van Dell Software verwijderen en opnieuw installeren Dell Toner Management System Gebruik de cd Software en documentatie die bij de printer is geleverd om een combinatie van softwaretoepassingen te installeren, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Hulpprogramma IP-adres instellen OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar als de printer lokaal is aangesloten op een computer. Voor een juiste werking van het Set IP Address Utility (Hulpprogramma voor het instellen van een IP-adres), voegt u een uitzondering aan Windows® Firewall toe. Met het Set IP Address Utility (hulpprogramma voor het instellen van IP-adres) kunt u een IP-adres en andere belangrijke IP-parameters instellen. U kunt als volgt het IP-adres handmatig instellen: 1.
6. 7. Voer het nieuwe IP-adres in de browser in als u de EWS wilt blijven gebruiken. Dell Printer Software Uninstall Utility Gebruik het Dell Printer Software Uninstall (programma voor verwijderen van printersoftware) om alle op dat moment geïnstalleerde printersoftware of printerobjecten te verwijderen. 1. In Windows Vista® of hoger: a. Klik op Programma's. b. Klik op Dell Printers. c. Klik op uw Dell Laser Printer-model. In Windows®XP en 2000: Klik op Start model.
De instelling voor afdrukstand en meerdere pagina's op één vel (documentinstellingen) Installatiestatus van een uitvoerlade (printeropties) Door de gebruiker gedefinieerde papierformaten (aangepast papier) Eenvoudige tekst en watermerken Verwijzingen naar de overlay Verwijzingen naar het lettertype Koppelingen met betrekking tot de opmaak Dell Printer Configuration Web Tool OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar als de printer lokaal is aangesloten op een computer.
Gebruik het Dell Printer Configuration Web Tool voor: Printer Status (Printerstatus) - Hiermee ontvangt u direct feedback over de status van de printeronderdelen of supplies. Als er nog maar weinig toner beschikbaar is, klikt u op de koppeling voor de tonervoorraad op het eerste scherm om extra tonercartridges te bestellen. Printer Settings (Printerinstellingen) - Hiermee wijzigt u de printerinstellingen, bekijkt u het bedieningspaneel op afstand en werkt u de firmware van de afdrukserver bij.
waarvoor actie moet worden ondernomen om ze te verhelpen. Wanneer er een fout is, wordt met een tekstballon weergegeven wat er fout is en wordt u naar de juiste herstelinformatie verwezen. OPMERKING: Voor een juiste werking van het hulpprogramma voor printermeldingen van Dell, moet bidirectionele communicatie worden ondersteund, zodat de printer en de computer kunnen communiceren. Er wordt een uitzondering aan de Windows Firewall toegevoegd om deze communicatie mogelijk te maken.
1. In Windows Vista® of later: a. Klik op Programma's. b. Klik op Dell Printers. c. Klik op uw Dell Laser Printer-model. In Windows®XP en 2000: Klik op Start model. Programma's of Alle programma's Dell Printers uw Dell Laser Printer- 2. Klik op Dell Printer Software Uninstall (Verwijderen van Dell-printersoftware). 3. Volg de aanwijzingen op het scherm. 4. Start de computer opnieuw op. 5. Plaats de cd Software en documentatie in het cd-romstation en volg de aanwijzingen op het scherm.
Dell Toner Management System Venster Afdrukstatus OPMERKING: Voor een juiste werking van het venster Afdrukstatus moet bidirectionele communicatie worden ondersteund zodat de printer en de computer kunnen communiceren. Er wordt een uitzondering aan Windows® Firewall toegevoegd om deze communicatie mogelijk te maken.
2. Klik op Toepassing voor het bijbestellen van printersupplies van Dell. Het dialoogvenster Supplies bestellen wordt weergegeven. 3. Als Meerdere printers gevonden wordt weergegeven, selecteert u de printer waarvoor u supplies bestelt. 4. Volg de aanwijzingen op het scherm. Als u via internet bestelt, klikt u op de koppeling onder het kopje Online bestellen. Als u telefonisch wilt bestellen, belt u het nummer dat wordt weergegeven onder het kopje Telefonisch bestellen.
Bezig met afdrukken van Documenten afdrukken Op enveloppen afdrukken Afdrukken met behulp van de universeellader Afdrukken op briefhoofdpapier Een document op beide zijden afdrukken (Dubbelzijdig afdrukken) Poster afdrukken Meerdere paginabeelden afdrukken op één vel Op transparanten afdrukken Boekjes afdrukken Afdruktaak annuleren Documenten afdrukken 1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten. 2. Plaats het papier in de printer.
Afdrukken met behulp van de universeellader In de universeellader aan de voorkant van de printer kunt u per keer tot wel 50 vellen afdrukmateriaal invoeren.. 1. Open het gewenste document en klik op Bestand Afdrukken. 2. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem). Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven. 3. Klik op de tab Papier. 4.
Lange zijde Korte zijde Met Lange zijde vindt inbinding aan de lange zijde van de pagina plaats (de linkerzijde bij de afdrukstand staand en de bovenzijde bij de afdrukstand liggend). Met Korte zijde vindt inbinding aan de korte zijde van de pagina plaats (de bovenzijde bij de afdrukstand staand en de linkerzijde bij de afdrukstand liggend). 1. Open het gewenste document en klik op Bestand Afdrukken. 2.
1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 2. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem). Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven. 3. Geef in het gedeelte Multipage printing (N-up) (N/vel afdrukken [N per vel]) het aantal pagina's op dat u op een vel wilt afdrukken door een nummer te typen of door de pijlen in de keuzelijst te gebruiken. 4. Klik op OK. 5.
1. 2. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem). Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven. 3. Klik op More Page Layout Options (Meer pagina-indelingsopties). 4. Klik op Booklet (Boekje). 5. Klik tweemaal op OK. 6. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen. Op enveloppen afdrukken 1.
8. Afdrukken op briefhoofdpapier 1. Controleer of het briefhoofdpapier correct is geplaatst op basis van de papierbron die u gebruikt: Lade 1 of 2 - Plaats het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar beneden. De bovenkant van het papier met het logo moet zich aan de voorkant van de lade bevinden. Universeellader - Plaats het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven, zodat de bovenzijde van het vel als eerste in de printer wordt gevoerd. 2. Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
5. 6. Selecteer het juiste papierformaat en de lade. 7. Klik op OK. 8. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen. Poster afdrukken Met de instelling Poster kunt u één afbeelding afdrukken over meerdere pagina's heen. Nadat u de pagina's hebt afgedrukt, kunt u deze samenvoegen tot één grote afbeelding. 1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 2.
7. 8. Klik twee keer op OK. 9. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen. Op transparanten afdrukken 1. Plaats de transparanten in de lade. 2. Open het gewenste document en klik op Bestand Afdrukken. 3. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem). Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven. 4. Klik op de tab Papier. 5.
Via de computer 1. In Windows Vista® of hoger (standaard Start-menu): a. Klik op Configuratiescherm. b. Klik op Hardware en geluiden. c. Klik op Printers. In Windows® XP (standaard Start-menu): a. Klik op Start Configuratiescherm. b. Dubbelklik op Printers en andere hardware. c. Dubbelklik op Printers en faxapparaten. In Windows® XP (klassiek Start-menu): Klik op Start Instellingen Printers en faxapparaten.
Printer onderhouden Supplies bestellen Supplies bewaren Supplies vervangen Buitenkant van de printer reinigen LET OP: Lees eerst de veiligheidsinstructies in de producthandleiding en volg deze op voordat u een van de procedures uitvoert die in dit gedeelte worden beschreven. Dell™-tonercartridges zijn alleen verkrijgbaar via Dell. U kunt extra toner online bestellen op www.dell.com/supplies. LET OP: wij adviseren u tonercartridges van Dell te gebruiken in uw printer.
a. b. Klik op Dell Printers. c. Klik op uw Dell Laser Printer-model. In Windows® XP en 2000: Klik op Start model. Programma's of Alle programma's Dell Printers uw Dell Laser Printer- 2. Klik op Toepassing voor het bijbestellen van printersupplies van Dell. Het venster Supplies bestellen wordt weergegeven. 3. Klik op de koppeling onder de titel Online bestellen. Supplies bewaren Afdrukmateriaal bewaren Gebruik de volgende richtlijnen voor de juiste opslag van afdrukmateriaal.
Bewaar de toner niet op de volgende plaatsen: Een omgeving met een temperatuur die hoger is dan 40 °C. Een omgeving met een sterk wisselende luchtvochtigheidsgraad en temperatuur. In direct zonlicht. Op stoffige plaatsen. Gedurende langere tijd in een auto. Een omgeving waar zich bijtende stoffen bevinden. Een omgeving met zilte lucht.
1. 2. Open de voorklep door op de ontgrendelingsknop aan de rechterkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken. 3. Pak de tonercartridge vast bij de handgreep en trek het tonercartridgemechanisme uit de printer. OPMERKING: Druk niet op de knop op het tonercartridgemechanisme. 4. Plaats het tonercartridgemechanisme op een vlakke, schone ondergrond. 5. Druk op de knop op het tonercartridgemechanisme en trek de tonercartridge vervolgens aan de handgreep omhoog en naar buiten. 6.
6. KENNISGEVING: Stel de belichtingstrommel niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Door langdurige blootstelling aan licht kunnen problemen met de afdrukkwaliteit optreden. 7. Zorg dat de witte rolletjes op de nieuwe tonercartridge op één lijn zijn met de witte pijlen op de geleiders van de belichtingstrommel en druk de tonercartridge zo ver mogelijk in de printer. De cartridge klikt vast wanneer deze correct is geïnstalleerd. 8.
Tonercartridge vervangen U kunt bij benadering vaststellen hoeveel toner er nog in de cartridge zit door het configuratieblad met printerinstellingen af te drukken. Zo kunt u nagaan of u nieuwe supplies dient te bestellen. Wanneer het bericht Toner bijna op wordt weergegeven of wanneer de afdrukken vaag zijn, verwijdert u de tonercartridge. Schud de cartridge een aantal malen flink heen en weer, van voor naar achter en van links naar rechts, om de toner opnieuw te verdelen.
4. KENNISGEVING: Stel het tonercartridgemechanisme tijdens de vervanging niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden. 5. Draai de cartridge in alle richtingen om de toner te verdelen. 6. Zorg dat de witte rolletjes op het nieuwe tonercartridgemechanisme op één lijn zijn met de pijlen op de geleiders van de belichtingstrommelkit en druk de tonercartridge zo ver mogelijk in de printer.
1. LET OP: trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak alle kabels los van de printer voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen. 2. Verwijder het papier uit de papiersteun en de papieruitvoerlade. 3. Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water. KENNISGEVING: Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of afwasmiddelen. Deze kunnen het oppervlak van de printer beschadigen. 4. Veeg alleen de buitenkant van de printer schoon.
Beheerdersondersteuning De Embedded Web Server gebruiken Menu's op het bedieningspaneel vergrendelen met de Embedded Web Server Een beheerderswachtwoord maken De Embedded Web Server gebruiken Als een printer in een netwerk is geïnstalleerd, is de Embedded Web Server beschikbaar voor diverse functies: Printerinstellingen configureren De status van de printersupplies controleren De netwerkinstellingen configureren Een wachtwoord maken voor bepaalde menu's Rapporten weergeven Fabrieksinstellingen herste
Menu's op het bedieningspaneel vergrendelen met de Embedded Web Server Met de vergrendelfunctie op het bedieningspaneel kunt u een PIN maken en de specifieke menu's selecteren die u wilt vergrendelen. Telkens wanneer een vergrendeld menu wordt geselecteerd, wordt de gebruiker gevraagd de juiste PIN in te voeren. De PIN is niet van invloed op het verkrijgen van toegang via de Embedded Web Server.
1. 2. Typ in de adresbalk het IP-adres van de netwerkprinter of afdrukserver en druk vervolgens op Enter. 3. Klik op Configuration (Configuratie). 4. Klik in Other Settings (Overige instellingen) op Security (Beveiliging). 5. Ken wachtwoordbeveiliging toe aan specifieke apparaatinstellingen. 6. Maak een geavanceerd wachtwoord of gebruikerswachtwoord. OPMERKING: Het wachtwoordbereik bestaat uit 8–128 tekens. 7. Klik op Submit (Verzenden).
Problemen met de printer oplossen Veelgestelde vragen (FAQ): Dell™ Laser Printer 2330d/dn en 2350d/dn - problemen en oplossingen Problemen met papier Installatieproblemen Afdrukproblemen Foutberichten Problemen met afdrukkwaliteit Algemene richtlijnen voor het selecteren of plaatsen van afdrukmateriaal Veelgestelde vragen (FAQ): functies, problemen en oplossingen voor Mac OS® Verstoppingen en verkeerde invoer voorkomen Bellen voor technische ondersteuning.
3. OPMERKING: Voor een juiste werking van het lokale Status Monitor Center (Statusbeheerprogramma) moet bidirectionele communicatie worden ondersteund zodat de printer en de computer kunnen communiceren. Er wordt een uitzondering aan de Windows Firewall toegevoegd om deze communicatie mogelijk te maken. Als het probleem hiermee niet is opgelost, controleert u de USB-kabelverbinding met de printer. Als het probleem blijft aanhouden, kunt u proberen of het probleem is opgelost als u de USBkabel vervangt.
Raadpleeg Modus Algemene instellingen. Hoe vind ik het IP- en MAC-adres van de printer? Raadpleeg Pagina met netwerkinstellingen afdrukken. Hoe verander ik het IP-adres van de printer met behulp van de Dell Printer Configuration Web Tool (het printerconfiguratieprogramma van Dell)? Raadpleeg Dell Printer Configuration Web Tool. Hoe kan ik de printer draadloos instellen met een draadloze afdrukserver van derden? Raadpleeg de stappen in de documentatie die bij de draadloze afdrukserver is meegeleverd.
De USB-kabel moet stevig zijn aangesloten op de printer en de computer. Schakel de computer uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan zoals wordt aangegeven op de poster Printer instellen en start de computer opnieuw op. Installeer de software handmatig als het installatievenster voor de software niet automatisch wordt weergegeven. 1. Plaats de cd Software en documentatie. 2. In Windows Vista® of hoger: klik op Klik in Windows XP op Start Deze computer. Deze computer.
Los de communicatieproblemen tussen de printer en de computer op. Maak de USB-kabel los van de printer en de computer. Sluit de USB-kabel vervolgens weer aan op de printer en de computer. Zet de printer uit. Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact. Sluit het netsnoer van de printer weer aan op het stopcontact en zet de printer aan. Start de computer opnieuw op. Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de USB-kabel. Stel de printer in als standaardprinter. 1.
1. In Windows Vista® of later: a. Klik op Configuratiescherm. b. Klik op Hardware en geluiden. c. Klik op Printers. Klik in Windows XP op Start en faxapparaten. Configuratiescherm Klik in Windows 2000 op Start Instellingen Printers en andere hardware Printers Printers. 2. Controleer of er meerdere exemplaren zijn voor uw printer. 3. Verzend een afdruktaak naar elk van deze afdrukobjecten om te zien welk object actief is. 4. Stel dat afdrukobject in als de standaardprinter: a.
1. In Windows Vista® of hoger: a. Klik op Configuratiescherm. b. Klik op Hardware en geluiden. c. Klik op Printers. Klik in Windows® XP op Start en faxapparaten. Klik in Windows® 2000 op Start Configuratiescherm Instellingen Printers en andere hardware Printers Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw Dell Laser Printer-model. 3. Controleer of Afdrukken onderbreken niet is ingeschakeld. Als Afdrukken onderbreken is geselecteerd, klikt u erop om de optie uit te schakelen.
Vul met Plaats het papier in de daarvoor bestemde bron, zodat het bericht verdwijnt, of druk op Annuleren afdruktaak te annuleren. om de Vul met Plaats het papier in de daarvoor bestemde lade of druk op Annuleren om de afdruktaak te annuleren. Vul met Plaats papier met het juiste formaat in de papierlade of druk op Annuleren annuleren.
Druk op de knop Terug, als u het verzoek voor handmatige invoer wilt negeren en wilt afdrukken op papier uit een van de invoerbronnen . De huidige taak wordt mogelijk niet correct afgedrukt. Als de printer een lade vindt met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt de taak afgedrukt op het papier uit de standaardinvoerbron.
Verwijder alle papier uit de uitvoerlade. Druk op de knop Terug correct afgedrukt.) om het afdrukken te hervatten. (De huidige taak wordt mogelijk niet Druk op de knop Annuleren om de afdruktaak te annuleren. 30 Onjuist gevuld, vervang tonercartridge De printer heeft een opnieuw gevulde tonercartridge gedetecteerd. Verwijder de tonercartridge en installeer een nieuw exemplaar.
Druk op de knop Terug om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de taak. De overige pagina's van de afdruktaak worden mogelijk niet correct afgedrukt. Druk op de knop Annuleren om de afdruktaak te annuleren. 35 Onvoldoende geheugen voor ondersteuning van functie voor bronnenopslag Druk op Terug om Bronnen opslaan uit te schakelen en door te gaan met afdrukken. De huidige taak wordt mogelijk niet correct afgedrukt. Druk op de knop Annuleren om de afdruktaak te annuleren.
Vereenvoudig de taak. Verminder de complexiteit van de pagina door de hoeveelheid tekst of het aantal afbeeldingen op de pagina te verkleinen en onnodige lettertypen of macro's te verwijderen. 37 Onvold. geheugen voor defrag Druk op de knop Terug afgedrukt. om het bericht te wissen. De huidige taak wordt mogelijk niet correct Druk op de knop Annuleren om de afdruktaak te annuleren. Installeer een extra geheugen om deze storing in het vervolg te voorkomen.
Druk op de knop Annuleren om de huidige afdruktaak te annuleren. Zo voorkomt u dat deze fout zich vaker voordoet: Vereenvoudig de taak. Verminder de complexiteit van de pagina door de hoeveelheid tekst of het aantal afbeeldingen op de pagina te verkleinen en onnodige lettertypen of macro's te verwijderen. Installeer extra printergeheugen. 54 Softwarefout in standaardnetwerk Stel de printer opnieuw in door het apparaat uit en weer aan te zetten. Upgrade de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver.
56 Standaard USB-poort uitgeschakeld De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. Druk op de knop Terug om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de taak. De huidige taak wordt mogelijk niet correct afgedrukt. Druk op de knop Annuleren om de afdruktaak te annuleren. Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld. Zie USB-buffer voor meer informatie. 58 Te veel flashopties Verwijder het geheugen uit uw printer.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de niet-ondersteunde lade. Sluit het netsnoer aan op een goed geaard stopcontact. Zet de printer weer aan. 81 CRC-foutin enginecode Druk op de knop Terug om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de taak. De huidige taak wordt mogelijk niet correct afgedrukt. Druk op de knop Annuleren om de afdruktaak te annuleren.
Uw printer drukt niet verder af totdat de belichtingstrommel is vervangen. Vervang de belichtingstrommel en zet de teller terug. 88 Toner bijna op Verwijder de tonercartridge en schud deze flink, zodat de toner opnieuw wordt verdeeld in de cartridge. Vervang de tonercartridge. 88 De tonercartridge vervangen Vervang de lege tonercartridge. Druk op de knop Terug om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de taak.
1. 2. Trek de tonercartridge-eenheid uit de printer door aan de handgreep voor de tonercartridge te trekken. OPMERKING: Druk niet op de knop op de basis van de tonercartridge-eenheid. LET OP: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 3. Verwijder het vastgelopen papier. 4. Plaats de tonercartridge-eenheid in de printer. 5. Sluit de klep.
5. 201 Papier vast Het papier zit vast tussen de papierinvoersensor en -uitvoersensor van de printer. 1. Open de voorklep door op de knop aan de rechterkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken. 2. Trek de tonercartridge-eenheid uit de printer door aan de handgreep voor de tonercartridge te trekken. OPMERKING: Druk niet op de knop op de basis van de tonercartridge-eenheid. LET OP: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm.
4. 5. Sluit de klep. 202 Papier vast Het papier zit vast bij de uitvoersensor van de printer. 1. Open de achterklep. 2. Verwijder het vastgelopen papier. 3. Sluit de achterklep. 231 Papier vast - Controleer duplex Het papier zit vast in de achterzijde van de papierbaan van de duplexeenheid. 1.
1. Open de achterklep. 2. Verwijder het vastgelopen papier. 3. Sluit de achterklep. 233 Papier vast - Controleer duplex Het papier zit vast in de voorzijde van de duplexeenheid. 1. Verwijder lade 1 en druk de hendel omlaag in het gebied rond de papierbaan van de duplexeenheid. LET OP: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2. Verwijder het vastgelopen papier.
2. 3. Plaats lade 1 terug. 234 Papier vast - Controleer duplex Het papier zit vast in de duplexeenheid, maar de printer kan de locatie niet vaststellen. 1. Verwijder lade 1 en druk de hendel omlaag bij de papierbaan van de duplexeenheid. LET OP: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2. Verwijder vastgelopen papier. 3.
3. Plaats lade 1 terug. 4. Open de achterklep. 5. Verwijder vastgelopen papier. 6. Sluit de achterklep. 235 Papier vast - Controleer duplex Het papier zit vast in de uitvoerlade omdat het gebruikte papier te smal is voor de duplexeenheid. 1. Open de achterklep.
1. 2. Verwijder het vastgelopen papier. 3. Sluit de achterklep. 4. Vervang het smalle papier in lade 1 door breder papier. 24x Papier vast - Controleer lade Storing in lade 1 1. Trek lade1 eruit. LET OP: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2. Verwijder het vastgelopen papier.
2. 3. Plaats de lade. Storing in lade 2 1. Trek lade2 eruit. LET OP: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2. Verwijder het vastgelopen papier.
2. OPMERKING: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3. Plaats de lade. 251 Papier vast - Controleer universeellader 1. Verwijder het papier uit de universeellader. 2. Buig de vellen papier enkele malen om deze los te maken. Waaier de vellen vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 3.
2. 3. Plaats het papier in de universeellader. 4. Schuif de papiergeleider naar de binnenkant van de lade totdat de geleider licht tegen de rand van het papier drukt. Algemene richtlijnen voor het selecteren of plaatsen van afdrukmateriaal Als u probeert op vochtig, omgekruld, gekreukeld of gescheurd papier af te drukken kan het papier vastlopen en kan de afdrukkwaliteit verminderen. Gebruik voor de beste afdrukkwaliteit alleen kopieerpapier van hoge kwaliteit.
luchtvochtigheid moet tussen 10% en 70% zijn. Als u het papier bewaart, moet u een waterdichte verpakking, zoals een plastic bak of zak, gebruiken om te voorkomen dat het papier beschadigd wordt door stof en vocht. Verstoppingen en verkeerde invoer voorkomen Verstopping en verkeerde invoer kunt u meestal voorkomen door u aan deze richtlijnen te houden: Gebruik papier dat voldoet aan de richtlijnen voor afdrukmateriaal van de printer. Zie Papier plaatsen voor meer informatie.
1. de printer zit, opent u de voorklep van de printer door op de knop aan de rechterzijde van de printer te drukken en de klep te laten zakken. 2. Trek de tonercartridge-eenheid uit de printer door aan de handgreep voor de tonercartridge te trekken. OPMERKING: Druk niet op de knop op de basis van de tonercartridge-eenheid. LET OP: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 3. Trek het papier eruit. 4.
4. 5. Sluit de klep. Papierstoring niet zichtbaar Bij de universeellader 1. Open de klep van de universeellader. 2. Houd het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. 3. Sluit de klep van de universeellader. Bij de invoerlade 1. Haal de papierinvoerlade eruit.
1. 2. Houd het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. 3. Plaats de papierinvoerlade terug. Bij het verlengstuk van de uitvoerlade 1. Druk op de ontgrendelingsknop, rechts van de printer, om de voorklep te openen. 2. Houd het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. 3.
2. 3. Sluit de klep. Bij de achteruitvoer 1. Open de klep van de achteruitvoer. 2. Houd het papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. 3. Sluit de klep van de achteruitvoer. Problemen met papier Controleer of het papier correct in de printer is geplaatst. Zie Papier plaatsen voor meer informatie. Gebruik alleen papier dat geschikt is voor de printer. Zie Richtlijnen voor afdrukmateriaal voor meer informatie. Gebruik een kleinere hoeveelheid papier wanneer u meerdere pagina's afdrukt.
Controleer of het papier niet is gekreukeld, gescheurd of beschadigd. Controleer of er papier is vastgelopen. Zie Papierstoringen verhelpen voor meer informatie. Afdrukproblemen Controleer het tonerniveau en plaats indien nodig een nieuwe tonercartridge. Zie Tonercartridge vervangen voor meer informatie. Maak meer geheugen vrij op uw computer als het afdrukken langzaam gaat Sluit alle toepassingen af die u niet gebruikt. Beperk het aantal afbeeldingen in uw document en de grootte ervan.
Gebruik de volgende informatie om oplossingen te vinden voor de afdrukproblemen die u ondervindt. Als u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met Dell op support.dell.com. Mogelijk moet een printeronderdeel worden gereinigd of vervangen door een onderhoudsmonteur. Afdruk is te licht. De ingestelde waarde voor Toner Darkness (Tonerintensiteit)1 is te laag. U gebruikt papier dat niet aan de printerspecificaties voldoet. De tonercartridge is bijna leeg. De tonercartridge is defect.
Selecteer een andere instelling voor Tonerintensiteit 1. Vervang de tonercartridge. Er verschijnen witte strepen op de pagina. De lens van de printkop is vuil. De tonercartridge is defect. Verhittingsstation 2 is defect. Probeer of het volgende helpt: Reinig de lens van de printerkop. Vervang de tonercartridge. Vervang verhittingsstation 2. Er verschijnen horizontale strepen op de pagina. Het is mogelijk dat de tonercartridge beschadigd, leeg of versleten is.
Er verschijnen verticale strepen op de pagina. De toner loopt uit voordat deze door het papier wordt opgenomen. De tonercartridge is defect. Probeer of het volgende helpt: Als het papier stijf is, voert u het in vanuit een andere lade of via de universeellader. Vervang de tonercartridge. De pagina bevat onregelmatigheden. Het papier heeft in een vochtige omgeving gelegen en heeft vocht opgenomen. U gebruikt papier dat niet aan de printerspecificaties voldoet.
de afdruk, de toner is uitgelopen of er verschijnen horizontale of verticale strepen.) U gebruikt transparanten die niet aan de printerspecificaties voldoet. De instelling voor Papiersoort is ingesteld op een andere instelling dan Transparanten. Probeer of het volgende helpt: Gebruik alleen transparanten die door Dell worden aanbevolen. Zorg ervoor dat de instelling Papiersoort is ingesteld op Transparanten. Er verschijnen tonerspikkels op de pagina. De tonercartridge is defect.
De instelling Paper Weight (Papiergewicht) komt niet overeen met de gebruikte soort papier of speciaal afdrukmateriaal. Verhittingsstation 2 is versleten of beschadigd. Probeer of het volgende helpt: Zorg dat de instelling voor Papierstructuur overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. Verander de instelling voor Papiergewicht in het juiste gewicht. Vervang verhittingsstation 2. Ongelijke afdrukdichtheid. De tonercartridge is defect. Vervang de tonercartridge.
De tonercartridge is niet correct geplaatst. Verwijder de tonercartridge en plaats deze vervolgens opnieuw. De marges zijn onjuist. Het Papierformaat is niet correct ingesteld. Zorg dat de instelling voor Papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. De afdruk is scheef. De geleiders in de geselecteerde lader bevinden zich niet in de juiste positie voor het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst.
Afgedrukte pagina's zijn helemaal zwart De tonercartridge is defect. De printer heeft onderhoud nodig. Probeer of het volgende helpt: Vervang de tonercartridge. Neem contact op met de technische dienst. Het papier krult heel erg bij het afdrukken en bij de uitvoer in de lade. De instelling Paper Texture (Papierstructuur) komt niet overeen met de gebruikte soort papier of speciaal afdrukmateriaal. Zorg dat de instelling voor Papierstructuur overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst.
Functies Mac OS X Waarom drukken sommige toepassingen meerdere exemplaren anders af dan verwacht? Sommige toepassingen drukken meerdere exemplaren anders af dan verwacht. Sommige versies van Microsoft Word en Adobe Reader behandelen meerdere exemplaren van een afdruktaak als één kopieertaak net meerdere pagina's. De volgende functies werken anders dan verwacht als deze toepassingen worden gebruikt voor het afdrukken van meerdere exemplaren.
3. maken. 4. Dubbelklik in de lijst die wordt weergegeven op Zonder titel om de naam van het aangepaste papierformaat te wijzigen. 5. Voer het gewenste formaat en de marges van het aangepaste papierformaat in. 6. Klik op OK om naar het dialoogvenster Pagina-indeling terug te keren. 7. Kies in het pop-upmenu Papierformaat het aangepaste papierformaat dat u hebt gemaakt. 8. Klik op OK. Voor Mac OS X versie 10.3: 1. Kies Bestand Pagina-indeling. 2.
PostScript-lettertypen worden in de printer opgeslagen. Dankzij overeenkomende schermlettertypen kunt u documenten maken die de PostScript-lettertypen gebruiken. Waarom zijn er duplicaten van sommige schermlettertypen? De lettertypen in uw printer zijn niet identiek aan de schermlettertypen van Apple. Dell biedt schermlettertypen die met de printerlettertypen overeenkomen. Dankzij deze schermlettertypen kunt u ervoor zorgen dat de afgedrukte uitvoer overeenkomt met wat u op het computerscherm ziet.
Is het netsnoer aangesloten op de printer? Is het netsnoer rechtstreeks aangesloten op een geaard stopcontact? Is de printer correct aangesloten op de computer of het netwerk? Zijn alle andere apparaten die op de printer zijn geïnstalleerd, aangesloten en ingeschakeld? Is het stopcontact uitgeschakeld via een schakelaar? Is een zekering doorgeslagen? Heeft er zich een stroomstoring voorgedaan? Is een tonercartridge in de printer geplaatst? Is de printerklep goed gesloten? Schakel de printer uit en
Specificaties Overzicht Richtlijnen voor afdrukmateriaal Omgevingsspecificaties Soorten en formaten Emulatie, compatibiliteit en aansluitingen Overzicht lettertypen Ondersteunde besturingssystemen Kabels MIB-compatibiliteit Certificeringen Overzicht 2330d/2350d 2330dn/2350dn Basisgeheugen 32 MB 32 MB Maximaal geheugen 160 MB 288 MB Aansluitingen Parallel Parallel USB 2.0 USB 2.0 10/100/1000 Ethernet Tonercartridge met een rendement van ca.
Toestand Temperatuur Relatieve vochtigheid (nietgecondenseerd) Hoogte In werking 16 tot 32 °C 8 tot 80% 0 tot 2500 m Opslag 0 tot 40 °C 8 tot 80% Vervoer -20 tot 40 °C 8 tot 95% 0,25 atmosferische druk (vergelijkbaar met 10.300 m) Emulatie, compatibiliteit en aansluitingen Emulaties PostScript 3 HBP PCL 5e PCL 6 PPDS Compatibiliteit Windows 7 Microsoft ® Windows ® Server 2008 Microsoft ® Windows ® Server 2008 R2 WindowsVista™ Windows XP Windows Server 2003 Windows 2000 Debian GNU/Linux 4.
Microsoft Windows Server 2008 Microsoft Windows Server 2008 R2 Windows Vista Windows XP Windows Server 2003 Windows 2000 Debian GNU/Linux 4.0 Linspire Ubuntu 7.1.0, 8.0.4, 8.0.4 LTS Red Flag Linux Desktop 5.0, 6.0 Red Hat Enterprise Linux WS 3, 4, 5 SUSE LINUX Enterprise Server 8, 9, 10 SUSE Linux Enterprise Desktop 10 open SUSE Linux 10.2, 10.3, 11 Linpus LINUX Desktop 9.2, 9.3 HP-UX 11.11, 11.23, 11.
Macintosh OS X MIB-compatibiliteit Een MIB (Management Information Base) is een database met informatie over netwerkapparaten (zoals adapters, bridges, routers of computers). Deze informatie helpt netwerkbeheerders bij het beheren van het netwerk (het analyseren van prestaties, verkeer, fouten, enz.).
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten postzegels bevatten een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt. Gebruik karton met een maximumgewicht van 163 g/m2 en een minimumformaat van 76,2 x 127 mm.
Bron Soort en formaat Soorten Gewicht A4, A5, A62, JIS B5, Papier 60–163 g/m 2 Letter, Legal, (16–43 lb) OPMERKING: Bij Executive, Folio, Papieren het afdrukken Statement, Universal, 7 etiketten 3 van karton via de 3/4-envelop, 9universeellader envelop, 10-envelop, Transparanten opent u de B5-envelop, C5achterklep. envelop, DL-envelop, Card stock Andere envelop (Karton) Universeellader Minimale invoergrootte is 76,2 x 127 mm (3,9 x 4,9 inch.
Lijst PCL-lettertypen Lettertypenaam Naam PCL XLlettertype Bitmap/schaalbaar Courier Courier S Courier Italic Courier It S Courier Bold Courier Bd S Courier Bold Italic Courier BdIt S CG Times CG Times S CG Times Bold Italic CG Times BdIt S Univers Medium Univers Md S Univers Medium Italic Univers MdIt S Univers Bold Univers Bd S Univers Bold Italic Univers BdIt S Times New Roman TimesNewRmn S Times New Roman Italic TimesNewRmn It S Times New Roman Bold TimesNewRmn Bd
Lettertypenaam Naam PCL XLlettertype Bitmap/schaalbaar Garamond Halbfett Garamond Hlb S Garamond Kursiv Halbfett Garamond KrsvHlb S CG Omega CG Omega S CG Omega Italic CG Omega It S CG Omega Bold CG Omega Bd S CG Omega Bold Italic CG Omega BdIt S Antique Olive AntiqOlive S Antique Olive Italic AntiqOlive It S Antique Olive Bold AntiqOlive Bd S Albertus Medium Albertus Md S Albertus Extra Bold Albertus Xb S Clarendon Condensed Bold Clarendon CdBd S Marigold Marigold S
Lettertypenaam Naam PCL XLlettertype Bitmap/schaalbaar ITC Avant Garde Book ITCAvantGard Bk S ITC Avant Garde Book ITCAvantGardBkOb S ITC Avant Garde Demi ITCAvantGard Db ITC Avant Garde Demi ITCAvantGardDbOb S Century Schoolbook Roman NwCentSchlbk Rmn S Century Schoolbook Italic NwCentSchlbk It S Century Schoolbook Bold NwCentSchlbk Bd S Century Schoolbook Bold Italic NwCentSchlbkBdIt S ITC Zapf Chancery Medium Italic ZapfChanceryMdIt S CourierPS CourierPS S CourierPS Oblique
Lettertypenaam Naam PCL XLlettertype Bitmap/schaalbaar Wingdings S Symbol S SymbolPS S ITC Zapf Dingbats S Interne PCL-symbolensets
Naam symbolenset Latin 1 Legal Windows 3.
Naam symbolenset ISO 8859-9 Latin 5 PC-857 Latin 5 (Turkish) PC-853 Latin 3 (Turkish) PC-8 Turkish (437T) Turkish-8 Latin 6 Windows 98 Latin 6 ISO 8859-10 Latin 6 PC-775 PC-8 Latin 6 Cyrillic Windows 98 Cyrillic ISO 8859-5 Latin/Cyrillic PC-866 Cyrillic PC-855 Cyrillic Russian-GOST PC-8 Bulgarian Ukrainian Grieks Windows 98 Greek ISO 8859-7 Latin/Greek PC-869 Greece PC-851 Greece PC-8 Latin/Greek Nova PC-8 Greek Alternate Greek-8 Specials Ventura Math PS Math Math-8 Pi Font Microsoft Publishing PC-911
Naam symbolenset OCR-A OCR-B C39 Bar Code (Upper Case) C39 Bar Code (plus Lower Case) C39 Bar Code (plus Human Readable) Symbol Wingdings Ventura ITC Zapf Dingbats PS ITC Zapf Dingbats PCL ITC Zapf Dingbats 7-bit ISO ISO 4: Verenigd Koninkrijk ISO 6: ASCII ISO 11: Zweeds voor namen ISO 15: Italian (Italiaans) ISO 17: Spaans ISO 21: German (Duits) ISO 60: Noors versie 1 ISO 69: French (Frans) ISO 2: IRV (Int'l Ref Version) ISO 25: French (Frans) ISO : German (Duits) ISO 14: JIS ASCII ISO 57: Chinees ISO 10:
Lijst PS-lettertypen Naam PostScript-lettertype Ondersteunde tekensets AlbertusMT L1 AlbertusMT-Italic L1 AlbertusMT-Light L1 AntiqueOlive-Roman L1, L2, L5, L6 AntiqueOlive-Italic L1, L2, L5, L6 Antique Olive Bold L1, L2, L5, L6 AntiqueOlive-Compact L1, L2, L5, L6 ArialMT L1, L2, L5, L6, Cyr, Grk Arial-ItalicMT L1, L2, L5, L6, Cyr, Grk Arial-BoldMT L1, L2, L5, L6, Cyr, Grk Arial-BoldItalicMT L1, L2, L5, L6, Cyr, Grk AvantGarde-Book L1, L2, L5, L6 AvantGarde-BookOblique L1, L2, L5,
Naam PostScript-lettertype Ondersteunde tekensets Garamond-KursivHalbfett L1, L2, L5, L6 Helvetica L1, L2, L5, L6 Helvetica-Oblique L1, L2, L5, L6 Helvetica Bold L1, L2, L5, L6 Helvetica-BoldOblique L1, L2, L5, L6 Helvetica Light L1 Helvetica-LightOblique L1 Helvetica Black L1 Helvetica-BlackOblique L1 Helvetica Narrow L1, L2, L5, L6 Helvetica-Narrow-Oblique L1, L2, L5, L6 Helvetica-Narrow-Bold L1, L2, L5, L6 Helvetica-Narrow-BoldOblique L1, L2, L5, L6 Intl-CG-Times L1, L2, L5,
Naam PostScript-lettertype Ondersteunde tekensets Intl-Univers-BoldItalic L1, L2, L5, L6, Cyr, Grk Letter Gothic L1, L2, L5, L6 LetterGothic-Slanted L1, L2, L5, L6 LetterGothic-Bold L1, L2, L5, L6 LetterGothic-BoldSlanted L1, L2, L5, L6 Marigold L1 NewCenturySchlbk-Roman L1, L2, L5, L6 NewCenturySchlbk-Italic L1, L2, L5, L6 NewCenturySchlbk-Bold L1, L2, L5, L6 NewCenturySchlbk-BoldItalic Omega L1, L2, L5, L6 Optima L1, L2, L5, L6 Optima-Italic L1, L2, L5, L6 Optima-Bold L1, L2, L5
Naam PostScript-lettertype Ondersteunde tekensets Univers-Oblique L1, L2, L5, L6 Univers Bold L1, L2, L5, L6 Univers-BoldOblique L1, L2, L5, L6 Univers-Condensed L1, L2, L5, L6 Univers-CondensedOblique L1, L2, L5, L6 Univers-CondensedBold L1, L2, L5, L6 Univers-CondensedBoldOblique L1, L2, L5, L6 Wingdings-Regular niet-tekstueel lettertype ZapfChancery-MediumItalic L1, L2, L5, L6 ZapfDingbats niet-tekstueel lettertype Afkortingen van tekensets: L1 = Latin 1; L2 = Latin 2; L5 = Latin 5;
Bijlage Beleid voor technische ondersteuning van Dell Contact opnemen met Dell Garantie en beleid voor retourneren Beleid voor technische ondersteuning van Dell Technische ondersteuning door een technicus vindt plaats in samenwerking met de klant.
Anonieme FTP (File Transfer Protocol) ftp.dell.com Meld u aan als anonieme gebruiker en geef uw e-mailadres op als wachtwoord. Elektronische ondersteuningsservice mobile_support@us.dell.com support@us.dell.com la-techsupport@dell.com (alleen voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied) apsupport@dell.com (alleen voor Azië/Pacific) support.jp.dell.com (alleen voor Japan) support.euro.dell.com (alleen voor Europa) Elektronische offerteservice apmarketing@dell.com (alleen voor Azië/Pacific) sales_canada@dell.
Informatie over licenties BSD License and Warranty statements GNU License De software van de printer omvat: Software die is ontwikkeld door, en waarop het copyright berust bij Dell en/of derden Door Dell aangepaste software die is gelicentieerd onder de bepalingen van versie 2 van GNU General Public License (GNU GPL) en versie 2.
2. 3. The name of the author may not be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission. THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE AUTHOR ``AS IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED.
recipients to know that what they have is not the original, so that any problems introduced by others will not reflect on the original authors' reputations. Finally, any free program is threatened constantly by software patents. We wish to avoid the danger that redistributors of a free program will individually obtain patent licenses, in effect making the program proprietary. To prevent this, we have made it clear that any patent must be licensed for everyone's free use or not licensed at all.
rather, the intent is to exercise the right to control the distribution of derivative or collective works based on the Program. In addition, mere aggregation of another work not based on the Program with the Program (or with a work based on the Program) on a volume of a storage or distribution medium does not bring the other work under the scope of this License. 3.
If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular circumstance, the balance of the section is intended to apply and the section as a whole is intended to apply in other circumstances.
To do so, attach the following notices to the program. It is safest to attach them to the start of each source file to most effectively convey the exclusion of warranty; and each file should have at least the "copyright" line and a pointer to where the full notice is found. 1 April 1989 Lexmark International, Inc. This General Public License does not permit incorporating your program into proprietary programs.
be introduced by others. Finally, software patents pose a constant threat to the existence of any free program. We wish to make sure that a company cannot effectively restrict the users of a free program by obtaining a restrictive license from a patent holder. Therefore, we insist that any patent license obtained for a version of the library must be consistent with the full freedom of use specified in this license.
"Source code" for a work means the preferred form of the work for making modifications to it. For a library, complete source code means all the source code for all modules it contains, plus any associated interface definition files, plus the scripts used to control compilation and installation of the library. Activities other than copying, distribution and modification are not covered by this License; they are outside its scope.
instead if you wish.) Do not make any other change in these notices. Once this change is made in a given copy, it is irreversible for that copy, so the ordinary GNU General Public License applies to all subsequent copies and derivative works made from that copy. This option is useful when you wish to copy part of the code of the Library into a program that is not a library. 4.
library functions into the executable, and (2) will operate properly with a modified version of the library, if the user installs one, as long as the modified version is interface-compatible with the version that the work was made with. c. Accompany the work with a written offer, valid for at least three years, to give the same user the materials specified in Subsection 6a, above, for a charge no more than the cost of performing this distribution. d.
refrain entirely from distribution of the Library. If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular circumstance, the balance of the section is intended to apply, and the section as a whole is intended to apply in other circumstances.
redistribution under these terms (or, alternatively, under the terms of the ordinary General Public License). To apply these terms, attach the following notices to the library. It is safest to attach them to the start of each source file to most effectively convey the exclusion of warranty; and each file should have at least the "copyright" line and a pointer to where the full notice is found. 1 April 1990 Lexmark International, Inc.