Users Guide

c.
d.
Doe een van de volgende.e.
Om een draadloze ad-hoc instelling te verzenden naar de printer:
Selecteer Alleen computer naar computer (ad-hoc) netwerken en sluit het Geavanceerd
dialoogkader.
Om een draadloze infrastructuur-instelling te verzenden naar de printer:
Selecteer Alleen toegangspunt (infrastructuur) netwerken en sluit het Geavanceerd
dialoogkader.
Kies de instelling die u naar de printer zendt in de lijst in de Voorkeur-netwerk groep.f.
Klik op Omhoog verplaatsen om de instelling boven aan de lijst te plaatsen.g.
Klik op OK om het Eigenschappen dialoogkader te sluiten.8.
OPMERKING: Als uw besturingssysteem een eerdere versie is dan Windows 2000, maakt u de
instellingen volgens de handleiding van de draadloze instellingen hulpfunctie die geleverd wordt door
de maker van uw draadloze apparatuur.
Bevestigen van de installatie van de draadloze printer-
adapter
Druk een pagina met de printer-instellingen af, om te controleren of de optionele draadloze printer-
adapter naar behoren is geïnstalleerd.
Druk op Menu.a.
Druk op totdat er Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op .b.
De aanduiding Printer-instellingen verschijnt. Druk op . De printer-instellingen pagina
wordt afgedrukt.
c.
Controleer of de Draadloze printer-adapter staat vermeld in de printer-instellingen onder
Printer-opties.
d.
1.
Als de adapter niet in de lijst voorkomt, schakelt u de printer uit, trekt u de stekker uit het
stopcontact en dan installeert u de optionele draadloze printer-adapter opnieuw.