Users Guide

Overzicht van het bedieningspaneel
23
1. Inleiding
12
Het configuratiescherm aanpassen
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat.Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 19).
12 Start
Hiermee start u een taak.
13
Stop/
Clear
Hiermee kunt u op elk moment een taak
onderbreken.
14 Status-LED
De functie geeft de status van uw printer weer (zie
"Informatie over de status-LED" op pagina 94).
15
Numeriek
toetsenblok
Hiermee kiest u een nummer of voert u
alfanumerieke tekens in (zie "Letters en cijfers op
het toetsenblok" op pagina 203).
16
On Hook
Dial
Wanneer u op deze knop drukt, kunt u een
kiestoon horen.Voer vervolgens een faxnummer
in.Dit is vergelijkbaar met bellen via de
telefoonluidspreker (zie "Handmatig ontvangen in
telefoonmodus" op pagina 237).
17
Redial/
Pause
Hiermee kiest u het laatst verzonden faxnummer
of ontvangen nummergave opnieuw, of voegt u
een pauze (-) in een faxnummer in, in de
bewerkingsmodus (zie"Faxnummer opnieuw
kiezen" op pagina 230).
18
Address
Book
Hiermee kunt u vaak gekozen faxnummers
opslaan of opgeslagen faxnummers zoeken (zie
"Het faxadresboek instellen" op pagina 204).
19 Weergavescherm
Met deze functie wordt de huidige status
weergegeven en worden berichten tijdens een
bewerking weergegeven.