Users Guide

Faxfuncties
234
4. Speciale functies
30
Een verzonden fax doorsturen naar een andere
bestemming
U kunt het apparaat instellen om een ontvangen of verzonden fax naar een
andere bestemming te verzenden per fax.Deze functie is nuttig als u een
fax wilt ontvangen wanneer u niet op kantoor bent.
Ongeacht of u een kleurenfax hebt verzonden of ontvangen, worden
de gegevens doorgestuurd in grijstinten.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner.
2
Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Fax > Fax > Naar
ander nr. > Aan op het bedieningspaneel.
Of selecteer Instelling > Apparaatinst. > Fax instellen >
Doorsturen > Fax> Naar ander nr. > Aan .
De optie Fax is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 8).
3
Voer het ontvangende faxnummer, e-mailadres of serveradres in en
druk op OK.
4
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Na elkaar verzonden faxen zullen doorgestuurd worden naar het
opgegeven faxapparaat.
31
Ontvangen faxen doorsturen
U kunt het apparaat instellen om een ontvangen of verzonden fax naar een
andere bestemming te verzenden per fax.Deze functie is nuttig als u een
fax wilt ontvangen wanneer u niet op kantoor bent.
Ongeacht of u een kleurenfax hebt verzonden of ontvangen, worden de
gegevens doorgestuurd in grijstinten.
1
Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Fax > Fax >
Ontv. en doorst. or Ontv. doorst. > Fax op het bedieningspaneel.
Of selecteer Instelling > Apparaatinst. > Fax instellen >
Doorsturen > Fax > Ontv. en doorst. of Ontv. doorst. > Aan .
De optie Fax is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 8).
Selecteer Fax als u wilt dat het apparaat de fax afdrukt nadat deze
is doorgestuurd.