Users Guide

60
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Basisfuncties voor scannen
Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie
"Scanfuncties" op pagina 222), voor speciale scanfuncties.
18
Basisfuncties voor scannen
Dit is de normale en gebruikelijke procedure voor het scannen van
originelen.
Dit is een basisscanmethode voor een apparaat dat via USB is verbonden.
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
Als u wilt scannen via het netwerk, raadpleegt u de handleiding
Geavanceerd (zie "Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten
op een netwerk" op pagina 223).
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 46).
2
Selecteer (scannen) > Naar pc scan. op het bedieningspaneel.
OF
Druk op Scan to op het bedieningspaneel.
Als het bericht Niet beschikbaar wordt weergegeven, controleert u de
poortverbinding, of selecteert u Scannen vanaf paneel op apparaat
inschakelen in Dell Printer Manager > Geavanceerde modus
inschakelen > Instellingen voor scannen naar pc.
3
Selecteer de gewenste scanbestemming en druk op OK.
De standaardinstelling is Mijn docum..
U kunt een profiellijst met veelgebruikte instellingen aanmaken en
opslaan.U kunt ook profielen toevoegen en verwijderen, en profielen
opslaan naar verschillende paden.
Voor het aanpassen van de Dell Printer Manager >
Geavanceerde modus inschakelen > Instellingen voor
scannen naar pc.
4
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
5
Het apparaat begint te scannen.
De gescande afbeelding wordt opgeslagen op de computer in
C:\Gebruikers\gebruikersnaam\Mijn documenten.De opslagmap
kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte
programma.