Users Guide

196
Uw netwerkverbindingstype selecteren
U dient het netwerkverbindingstype op te geven: bedrade of draadloze verbinding.
•Voorbeelden van bedrade netwerkverbindingen
Geef uw bedrade netwerktype op: peer-to-peer of gedeelde netwerkomgeving.
•Voorbeelden van draadloze netwerkverbindingen
Identificeer uw type draadloze netwerkverbinding: Infrastructuurmodus, Ad-Hocmodus of Wi-Fi Direct
®
-modus.
Voorbeelden van bedrade netwerkverbindingen
Geef uw bedrade netwerktype op: peer-to-peer of gedeelde netwerkomgeving.
•Peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
In een peer-to-peer omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er is geen
centrale server die de toegang tot bestanden en het delen van printers beheert.
•Op een netwerk gedeelde printer
In een omgeving met gedeeld netwerk verzendt elke computer gegevens via een centraal beheerde computer.
Dit soort computer wordt vaak een "server" of "afdrukserver" genoemd. Zijn taak bestaat uit het beheer van alle
afdruktaken.
Peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
In een peer-to-peer omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er is geen
centrale server die de toegang tot bestanden en het delen van printers beheert.
1. Router
2. Netwerkmachine (uw machine)
OPMERKING: In een kleiner netwerk van twee of drie computers raden wij de peer-to-peer afdrukmethode aan, om-
dat peer-to-peer eenvoudiger te congureren is dan de op het netwerk gedeelde methode.
OPMERKING: Elke computer dient het TCP/IP-protocol te gebruiken.
OPMERKING: Voor de Dell-machine moet een geschikt IP-adres worden geconfigureerd.
OPMERKING: Als u een router gebruikt, moet het gatewayadres zowel op de computers als op de Dell-machine ge-
congureerd worden.