Operation Manual

12
Een met de USB-kabel aangesloten iPhone of iPod afspelen
Met dit toestel kunt u muziek beluisteren op een iPhone of iPod. Het
is ook mogelijk het iPhone of iPod te bedienen vanaf de hoofdeenheid
of via de afstandsbediening.
Verbind de iPhone of iPod met dit toestel (vblz. 6
“Een iPhone of iPod aansluiten”).
Nadat de iPhone of iPod met dit toestel is verbonden, wordt
automatisch “iPod” als ingangsbron gekozen.
•Tijdens AirPlay wordt de ingangsbron niet automatisch geschakeld.
Druk op
om de ingangsbron te schakelen naar “iPod”.
OPMERKING
Deze functie wordt ongeveer 30 seconden nadat de voeding is
ingeschakeld, geactiveerd.
n Verband tussen afstandsbediening en de knop
voor iPhone of iPod
Toetsen
astandsbediening
Knop voor
iPhone of iPod
Bediening op dit toestel
13 1 of 3
De track afspelen / De track pauzeren.
8, 9
(Indrukken en
loslaten)
6, 7
(Indrukken en
loslaten)
De track vanaf het begin afspelen/De
volgende track afspelen.
8, 9
(Ingedrukt houden)
6, 7
(Ingedrukt
houden)
De track snel terug/doorspoelen.
n Het iPhone of iPod loskoppelen
1
Druk op X om het toestel stand-
by te zetten.
2
Ontkoppel de USB-kabel van de
USB-poort van dit toestel.
OPMERKING
•Afhankelijk van het type iPhone of iPod of de softwareversie werken
sommige functies mogelijk niet.
•Denon aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor enige
problemen die zich voordoen met gegevens op een iPhone of iPod
bij het gebruik van dit toestel in combinatie met het iPhone of iPod.
De toon aanpassen (LOUDNESS)
Wanneer u LOUDNESS op het hoofdtoestel instelt op “Aan” (h),
worden de lage en hoge tonen die moeilijk hoorbaar zijn bij een laag
volumeniveau, verbeterd voor een meer natuurlijke audiokwaliteit.
Druk op de knop LOUDNESS op het hoofdtoestel.
“ ” verschijnt op het display.
AC IN
NETWORK WIRELESS LAN LOUDNESS
ON / STANDBY
AUX IN NETLINK WPS
•Druk opnieuw op deze knop om de status “Uit” (j) in te stellen en
terug te keren naar de originele audiokwaliteit.
Laatste functie-geheugen
Deze functie slaat de instellingen (Signaalbron, Volume-niveau en
instelwaarde van elk van de menu's), die zijn ingevoerd, op voordat
het toestel in de stand stand-by wordt geschakeld.
Als het toestel weer wordt aan gezet, worden deze instellingen
hersteld.
Bedieningsmogelijkheden tijdens weergave
Voorbereidingen
Bediening
Informatie
Bediening