Operation Manual

46
NEDERLANDS
nl - 4
Gebruik van verlengsnoeren
Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem
dan een goedgekeurd verlengsnoer, dat geschikt is
voor het vermogen van de machine (zie technische
gegevens). De aders moeten minimaal een doorsnede
hebben van 1,5 mm
2
. Wanneer het verlengsnoer op
een haspel zit, rol het snoer dan helemaal af.
Monteren en instellen
Haal vóór het monteren en instellen altijd
de stekker uit het stopcontact.
Plaatsen en verwijderen van een frees (fig. B)
Druk de spindelblokkering (4) in en houd deze
ingedrukt.
Draai met de meegeleverde 22 mm steeksleutel
de spantangmoer (3) enige slagen los en plaats
een frees (24) in de spantang.
Draai de spantangmoer aan en laat de
spindelblokkering (4) los.
Draai nooit de spantangmoer vast
wanneer er geen frees in de spantang zit.
Vervangen van de spantang (fig. C)
Uw DEWALT bovenfrees wordt geleverd inclusief
een gemonteerd 12 mm spantang.
Andere precisie-spantangen zijn verkrijgbaar voor
andere freesmaten.
De spantang (25) wordt uit de spantangmoer (3)
verwijderd door hem aan te trekken.
Klik de nieuwe spantang op zijn plaats.
Instellen van de elektronische snelheidsregeling
(fig. A)
Met behulp van het stelwiel (2) van de elektronische
snelheidsregeling is de draaisnelheid traploos
instelbaar van 8.000 to 20.000 min
-1
. Dit garandeert
optimale freesresultaten in alle houtsoorten en
kunststoffen.
Zet het stelwiel in de gewenste stand. De juiste
instelling wordt proefondervindelijk vastgesteld.
1 = 8.000 min
-1
2 = 12.000 min
-1
3 = 16.000 min
-1
4 = 18.000 min
-1
5 = 20.000 min
-1
Het instellen van de freesdiepte (fig. A)
Uw DEWALT bovenfrees is uitgerust met een precisie
diepte-instelsysteem inclusief een revolver diepte-
aanslag (20), een afleesloep (12) en fijninstelling (17).
Snelinstelling (fig. A & D)
Zet de blokkeerhendel (14) vrij door hem omhoog
te trekken.
Duw de freesmotor zover naar beneden totdat
de frees het werkstuk raakt.
Zet de blokkeerhendel (14) vast door hem naar
beneden te duwen.
Beperk voor optimaal bedieningsgemak de
terugloop door de kartelmoer (9) naar de
gewenste hoogte te draaien of the schuiven.
Draai de klemschroef (15) los.
Verdraai het handwiel (11) totdat de fijninstelling (17)
de revolver diepte-aanslag (20) net raakt.
Zet de afleesloep op een rond getal (bijv. 0).
Stel de freesdiepte in met behulp van het
handwiel (11) en de afleesloep (12). De afstand
tussen de bovenkant van de revolver diepte-
aanslag en de onderkant van de fijninstelling is
de ingestelde freesdiepte.
Draai de klemschroef (15) vast.
Driedubbele diepte-instelling met behulp van
de revolver diepte-aanslag (fig. E)
Met de revolver diepte-aanslag (20) kunt u
3 verschillende diepten instellen.
Dat is met name handig bij het frezen van diepe
groeven, waarbij stapsgewijs gewerkt wordt.
Plaats een dieptemal tussen de fijninstelling (17)
en de revolver diepte-aanslag (20) om de exacte
freesdiepte in te stellen.
Stel, indien nodig, de drie schroeven in.
Maak uitsluitend ondiepe sleuven!
Fijninstelling (fig. F)
Wanneer geen dieptemal wordt gebruikt en wanneer
de freesdiepte moet worden bijgesteld, gebruik dan
bij voorkeur de fijninstelling (17).
Zet de fijninstelling (17) in de gewenste positie: één
omwenteling komt overeen met ongeveer 1 mm.
Lees de freesdiepte af met behulp van de
afleesloep (12) en de schaal (13).