Quick Start

77
NL
De joystickmodus is standaard ingesteld op modus 2. In modus 2 regel je met de linker joystick de hoogte en de koers van de drone,
terwijl je met de rechterjoystick de drone vooruit, achteruit, naar links en rechts kunt bewegen. Houd knop C2 ingedrukt en draai aan de
linker draaiknop om de FPV-camera aan te passen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie over de aansluiting en het gebruik van de afstandsbediening.
Je kunt in de DJI GO-app de instelling van de joystickmodus wijzigen en de functies van de knoppen C1-C4 en BA-BH aanpassen.
Gebruik van de afstandsbediening
Linkerjoystick Rechterjoystick FPV-camera
V
o
o
r
u
i
t
A
c
h
t
e
r
u
i
t
R
e
c
h
t
s
L
i
n
k
s
O
m
h
o
o
g
O
m
l
a
a
g
N
a
a
r
r
e
c
h
t
s
d
r
a
a
i
e
n
N
a
a
r
l
i
n
k
s
d
r
a
a
i
e
n
Verwijder de schroeven. Bevestig het Datalink Pro
luchtsysteem met dubbelzijdige
tape op de montageplaat. Bevestig
vervolgens de montageplaat
op de achterzijde van de
afstandsbediening.
Bevestig de hoofdklem op de
montageplaat en sluit de antennes
vervolgens aan op het Datalink Pro
luchtsysteem.
Bevestig de CAN-hubmodule met
dubbelzijdige tape op de montageplaat
en schroef de montageplaat vast met de
schroeven.
Leid de Datalink Pro-antennes door de
klemmen. Zorg ervoor dat de draden
van de antennes in de groeven van de
montageplaat vallen waar de klemmen
zijn bevestigd om schade aan de
antennes te voorkomen.
M2.5×6 M3×12
1/4"
M3×5
M2×8
Montage van Datalink Pro luchtsysteem op de afstandsbediening
Bij de M200-serie mag het Datalink Pro luchtsysteem alleen op de M210 RTK-
afstandsbediening worden gemonteerd.