Operation Manual

34
5.3 ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
WAAR GEKWALIFICEERD PERSONEEL
BIJ
NODIG IS
Voor sommige onderhoudswerkzaamheden kan de eenheid
na het losdraaien van de klemschroeven (nr. 28 fig. 7 en 15)
uit de behuizing worden getrokken.
5.3.1 OLIE VERVERSEN
Maak gebruik van detergentolie voor viertaktmotoren,
klasse API SG of SF (aangegeven op oliecontainer) met een
SAEviscositeit die geschikt is voor het klimaat (zie tabel).
Om de olie er gemakkelijker uit te laten lopen kunt u de
motor ongeveer 3 5 minuten laten lopen. Vervolgens loost
u de olie terwijl de motor nog warm is, zodat de olie na het
verwijderen van de afvoerklep (nr. 8 fig 8 en 15) sneller en
vollediger via de afvoerpijp (nr. 2 fig. 8 en 15) naar buiten
stroomt.
Aanvullen met de aanbevolen olie via de vulklep (nr. 9 fig. 8)
Tabel 2 toont de hoeveelheid olie in de oliepan.
Model Liters
2500 0,6
4000 1,1
5500 1,1
TA
B. 2
GEVAAR
U kunt zich aan de hete olie verbranden.
Wanneer u de motor met weinig olie laat lopen, kan de
motor zelf ernstige schadeoplopen.
Controleer het olieniveau wanneer de motor stil staat.
LET OP
Laat de gebruikte olie niet op de grond lopen. De olie dient
te worden opgevangen en overgeleverd aan gekwalificeerde
bedrijven voor verwerking volgens de plaatselijk geldende
regels.
5.3.2 ONDERHOUD LUCHTFILTER
LET OP
Een vervuild luchtfilter vermindert de luchtstroom naar de
carburateur. Om de carburateur goed te laten werken moet
u het filter regelmatig controleren. Vaker controleren wanneer
de motor in stoffige gebieden wordt gebruikt.
GEVAAR
Maak voor het schoonmaken van het luchtfilter nooit gebruik
van dieselolie of oplosmiddelen met een laag
verdampingspunt, aangezien dit brand of ontploffingen kan
veroorzaken.
Laat de motor nooit zonder luchtfilter lopen, aangezien hij in
korte tijd beschadigd kan raken.
1 Controleer beide patronen. Vervang ze als er gaten of
scheuren in zitten (model 1000 H/HG is uitgerust met
één patroon).
2 Patroon van schuimrubber: wassen met een neutrale
reinigingsoplossing en goed afspoelen. Laat de patroon
volledig opdrogen en vervolgens doorweken i n
schone motorolie. Overtollige olie uitwringen.
3 Patroon van papier: enkele malen zacht tegen een hard
oppervlak slaan om het vuil te verwijderen, of
perslucht
van binnen naar buiten door het filter blazen.
Probeer het vuil niet weg te borstelen: hierdoor zou het
vuil alleen maar in de vezels komen. Als de papieren
patroon te vies is dient u hem te vervangen.
5.3.3 ONDERHOUD BOUGIE
AANBEVOLEN BOUGIE:
Model 2500/4000/5500
BP6ES, BPR6ES NGK
W20EP-U, W20EPR-U ND
Maak nooit gebruik van bougies met andere thermische
waarden.
1 Verwijder de bougiestekker (nr. 1 fig. 8) en maak gebruik
van een geschikte bougiesleutel om de bougie te
verwijderen.
2 Controleer de bougie. Als hij versleten is of de isolator
beschadigd of aangetast is, dient u hem te vervangen.
Maak de bougie schoon met een ijzeren borstel als hij
opnieuw moet worden gebruikt.
3 Meet de afstand tussen de elektroden met behulp van
een diktemeter.
De afstand moet 0,7  0,8 mm zijn.
Indien nodig aanpassen door de zijelectrode te buigen.
4 Controleer of de afdichtring van de bougie in goede
conditie verkeerd en schroef hem met de hand vast en
zorg ervoor dat hij goed recht zit.
10W 30
-30° -20° -10° 0 10 ° 20° 30 ° 40°
Kamertemperatuur
MULTIGRADE
SG / SF
Warme klimaten
Koude klimaten
15W 50