Operation Manual

42
Instellingen (Edit functie)
Zo wijst u aan een regelaar een nootbericht toe. Nootberichten worden in een uitvoering gebruikt, en kunnen tevens worden toegepast om DAW software te bedienen.
Eenvoudige bewerking (-> Geavanceerde bewerking 1 (p. 43))
fig.H-Edit.eps
1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht.
fig.D-Edit.eps
Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer.
fig.D-r1.eps
2 Beweeg de regelaar waaraan u een nootbericht wilt toewijzen.
Als de regelaar een knop is, drukt u deze in.
Het beeldvenster geeft het nummer van de geselecteerde regelaar
weer.
3 Controleer de indicatie in het beeldvenster, en druk vervolgens op
de [ENTER] knop.
fig.D-Note.eps
4 Draai net zolang aan de VALUE draaiknop tot het beeldvenster
‘NT’ (Noottoewijzing) weergeeft.
5 Druk op de [ENTER] knop.
fig.D-NoteEdit0.eps
6 Draai aan de VALUE draaiknop of druk op de [A2 (1)] regelaar
om voor eenvoudige bewerking de ‘NT0’ indicatie op te roepen.
fig.D-ChannelSelect.eps
7 Druk op de [ENTER] knop.
Het beeldvenster geeft ‘CH- -’ weer.
* Het - - gedeelte geeft het huidig ingestelde kanaal weer.
8 Voer het MIDI verzendkanaal in.
Gebruik de VALUE draaiknop of de [A1 (0)]-[B2 (9)] regelaar om
het gewenste kanaal aan te geven.
fig.D-NoteSelect.eps
9 Druk op de [ENTER] knop.
Het beeldvenster geeft ‘N- -’ weer.
* Het - - gedeelte geeft de huidig ingestelde waarde weer.
10 Voer het nootnummer in. Gebruik de VALUE draaiknop of regelaar
[A1]-[A8] of [B1]-[B8] om het gewenste nootnummer aan te geven.
11 Druk op de [ENTER] knop.
12 Als u regelaar [A1]-[A9], [B1]-[B9], [C1]-[C3], [L1]-[L4], of [P1] gebruikt, geeft u
de knopfunctie aan (p. 64).
Noottoewijzing
Bewerking Regelaar Beeldvenster
MIDI verzend-
kanaal
Nootnummer Velocity Poort Knopfunctie Aftertouch
Eenvoudige
bewerking
[A1 (0)] 1–16
0–127
(00–7FH)
100 (64H)
(vast)
PORT1
(vast)
Unlatch/Latch OFF (vast)
Geavanceerde
bewerking
[A2 (1)] 1–16
0–127
(00–7FH)
0–127
(00–7FH)
PORT1,
PORT2,
PORT1+2
Unlatch/Latch
OFF,
kanaaldruk,
polifonische toetsdruk