Operation Manual

44
Instellingen (Edit functie)
Zo wijst u aan een regelaar een aftertouch toe.
Eenvoudige bewerking (-> Geavanceerde bewerking 1–3 (p. 45))
fig.H-Edit.eps
1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht.
fig.D-Edit.eps
Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer.
fig.D-r1.eps
2 Beweeg de regelaar, waaraan u een aftertouch wilt toewijzen,
iets.
Als de regelaar een knop is, drukt u deze in.
Het beeldvenster geeft het nummer van de geselecteerde regelaar weer.
3 Controleer de indicatie in het beeldvenster, en druk vervolgens op de [ENTER]
knop.
fig.D-AfterEdit.eps
4 Draai net zolang aan de VALUE draaiknop tot het beeldvenster
‘AT’ weergeeft.
5 Druk op de [ENTER] knop.
fig.D-AfterEdit0.eps
6 Draai aan de VALUE draaiknop, of druk op de [A1 (0)] regelaar
om de ‘AT0’ indicatie (eenvoudige bewerking) op te roepen.
fig.D-ChannelSelect.eps
7 Druk op de [ENTER] knop.
Het beeldvenster geeft ‘CH- -’ weer.
* Het - - gedeelte geeft het huidig ingestelde kanaal weer.
8 Voer het kanaal in.
Gebruik de VALUE draaiknop of de [A1 (0)]-[B2 (9)] regelaar om het gewenste kanaal
aan te geven.
9 Druk op de [ENTER] knop.
10 Geeft de voor het regelaartype geschikte knopfunctie aan (p. 64).
Aftertouch toewijzing
Bewerking Regelaar Beeldvenster Inhoud
MIDI verzend-
kanaal
Waardebereik Poort Knopfunctie
Eenvoudige bewerking [A1 (0)] Kanaaldruk 1–16 0-127 (00-FH)
POORT1
(vast)
Unlatch, Latch,
Increase
Geavanceerde
bewerking 1
[A2 (1)] Kanaaldruk 1–16
U kunt een boven en
ondergrens instellen
POORT1,
POORT2,
POORT1+2
Unlatch, Latch,
Increase
Geavanceerde
bewerking 2
[A3 (2)] Polifonische toetsdruk 1–16 0-127 (00-FH)
POORT1
(vast)
Unlatch, Latch,
Increase
Geavanceerde
bewerking 3
[A4 (3)] Polifonische toetsdruk 1–16
U kunt een boven en
ondergrens instellen
POORT1,
POORT2,
POORT1+2
Unlatch, Latch,
Increase