Operation Manual

46
Instellingen (Edit functie)
Zo wijst u aan een regelaar een controlewijziging toe.
Eenvoudige bewerking (-> Geavanceerde bewerking (p. 47))
fig.H-Edit.eps
1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht.
fig.D-Edit.eps
Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer.
fig.D-r1.eps
2 Beweeg de regelaar waaraan u een aftertouch wilt toewijzen iets.
Als de regelaar een knop is, drukt u deze in.
Het beeldvenster geeft het nummer van de geselecteerde regelaar
weer.
3 Controleer de indicatie in het beeldvenster, en druk vervolgens op de [ENTER]
knop.
fig.D-CC.eps
4 Draai net zolang aan de VALUE draaiknop tot het beeldvenster
‘CC’ weergeeft.
5 Druk op de [ENTER] knop.
fig.D-CCEdit0.eps
6 Draai aan de VALUE draaiknop, of druk op de [A1 (0)] regelaar
om de ‘CC0’ indicatie (eenvoudige bewerking) op te roepen.
fig.D-ChannelSelect.eps
7 Druk op de [ENTER] knop.
Het beeldvenster geeft ‘CH- -’ weer.
* Het - - gedeelte geeft de huidig ingestelde waarde weer.
8 Voer het kanaal in.
Gebruik de VALUE draaiknop of de [A1 (0)]-[B2 (9)] regelaar om het gewenste kanaal
aan te geven.
fig.D-NoteSelect.eps
9 Druk op de [ENTER] knop.
Het beeldvenster geeft ‘N- -’ weer.
* Het - - gedeelte geeft de huidig ingestelde waarde weer.
10 Voer het controlewijzigingnummer in.
Gebruik de VALUE draaiknop of regelaar [A1]-[A8] of [B1]-[B8] om het
gewenste controlewijziging nummer aan te geven.
11 Druk op de [ENTER] knop.
12 Geeft de voor het regelaartype geschikte knopfunctie of virtuele
middenklikinstellingen aan (p. 64).
Controlewijziging toewijzing
Bewerking Regelaar Beeldvenster
MIDI verzend-
kanaal
Regelaarnummer Waardebereik Poort Knopfunctie
Eenvoudige
bewerking
[A1 (0)] 1–16
0–127
(00–7FH)
0–127 (00–7FH)
PORT1
(vast)
Unlatch, Latch,
Increase
Geavanceerde
bewerking 1
[A2 (1)] 1–16
0–127
(00–7FH)
U kunt een boven en
ondergrens instellen
PORT1,
PORT2,
PORT1+2
Unlatch, Latch,
Increase
Geavanceerde
bewerking 2
[A3 (2)] 1–16
0–127
(00–7FH)
Simuleert een
roterende encoder
PORT1,
PORT2,
PORT1+2