operation manual

NL
- 43 -
Bijzondere veiligheidsvoorschriften
Wij besteden de grootste zorgvuldigheid aan
de opbouw van elke accupack teneinde accu’s
van maximale energiedichtheid, duurzaamheid
en veiligheid aan u te kunnen bezorgen. De
accucellen beschikken over meertraps veilig-
heidsinrichtingen. Elke individuele cel wordt
eerst geformateerd en haar elektrische karakte-
ristieken worden opgenomen. Deze gegevens
worden vervolgens gebruikt om de bestmogelijke
accupack’s te kunnen groeperen. Ondanks alle
veiligheidsmaatregelen is bij het omgaan met
accu’s steeds omzichtigheid geboden. Voor
een veilig bedrijf dienen de volgende punten
zeker in acht te worden genomen.
Een veilig bedrijf is slechts met onbeschadig-
de cellen verzekerd! Door een verkeerde han-
tering wordt schade aan de cellen berokkend.
LET OP! Analyses bevestigen dat grof verkeerd
gebruik en verkeerd onderhoud de hoofdoorzaak
zijn voor schade veroorzaakt door accu’s met
sterk vermogen.
Aanwijzingen omtrent de accu
1. Het accupack van het accu toestel is bij de
levering niet geladen. De accu moet dus wor-
den opgeladen alvorens u het toestel voor de
eerste keer in gebruik neemt.
2. Voor een optimale accucapaciteit dient u
diepe ontladingscycli te vermijden! Laad uw
accu vaak op.
3. Berg uw accu op een koele plaats, liefst bij
15° C en minstens 40% geladen.
4. Lithium-ion-accu’s zijn onderhevig aan natu-
urlijke veroudering. De accu moet ten laatste
worden vervangen als zijn vermogen slechts
nog overeenkomt met 80% van het vermogen
in de nieuwe toestand! Verzwakte cellen in
een verouderde accupack zijn niet meer op-
gewassen tegen de hoge prestatievereisten
en betekenen bijgevolg een veiligheidsrisico.
5. Verbruikte accu’s niet in het open vuur gooi-
en. Explosiegevaar!
6. Accu niet ontsteken of blootstellen aan verb-
randing.
7. Accu’s niet diep ontladen! Door diepe ont-
lading wordt schade berokkend aan de accu-
cellen. De vaakst voorkomende oorzaak voor
diepe ontlading van accupacks is het langdu-
rig opbergen of niet-gebruik van gedeeltelijk
ontladen accu’s. Stop met de accu te werken
zodra de capaciteit duidelijk achteruitgaat of
als de veiligheidselektronica reageert. Berg
de accu pas nadat hij helemaal opgeladen is.
8. Accu’s of het toestel beschermen tegen
overbelasting! Overbelasting leidt snel tot
oververhitting en beschadiging van de cellen
binnen in het accuhuis zonder dat men de
oververhitting buiten waarneemt.
9. Vermijd beschadigingen en stoten!
Vervang onmiddellijk elke accu die per onge-
luk vanaf een hoogte van meer dan één me-
ter naar beneden is gevallen of die blootge-
steld was aan hevige stoten ook al is het huis
van de accupack blijkbaar onbeschadigd. De
accucellen binnenin kunnen ernstige schade
hebben opgelopen. Gelieve hieromtrent ook
de informatie omtrent de verwijdering van
afgedankte accu’s in acht te nemen.
10. Bij overbelasting en oververhitting wordt het
toestel om veiligheidsredenen uitgeschakeld
door de geïntegreerde veiligheidsuitschake-
ling. Let op! Bedien niet meer de AAN/UIT-
schakelaar als de veiligheidsuitschakeling
het toestel heeft uitgeschakeld. Daardoor kan
schade aan de accu worden berokkend.
11. Gebruik enkel originele accu’s. Het gebruik
van andere accu’s kan leiden tot letsel, explo-
sie en brandgevaar.
Aanwijzingen omtrent het laadtoestel en het
laden
1. Neem de gegevens in acht die vermeld staan
op het kenplaatje van de lader. Sluit de lader
enkel aan op de netspanning vermeld op het
kenplaatje.
2. Bescherm de lader en de kabel tegen be-
schadiging en scherpe kanten. Beschadigde
kabels dienen onmiddellijk door een elektro-
vakman te worden vervangen.
3. Laadtoestel, accu’s en accutoestel buiten be-
reik van kinderen houden.
4. Geen beschadigde laadtoestellen gebruiken.
5. Gebruik de bijgeleverde lader niet voor het
laden van andere accutoestellen.
6. Bij een inke belasting wordt de accupack
warm. Laat de accupack voor begin van de
laadbeurt afkoelen op kamertemperatuur.
7. Accu’s niet overladen!
Neem de maximale laadtijden in acht. Deze
laadtijden gelden alleen voor ontladen accu’s.
Herhaaldelijk insteken van een geladen of
gedeeltelijk geladen accu heeft overlading en
beschadiging van de cellen tot gevolg. Accu’s
niet meerdere dagen in het laadtoestel laten
zitten.
8. Gebruik en laad nooit accu’s waarvan u
vermoedt dat de laatste oplading van de
SiHi_GE_LC_18_Li_SPK7.indb 43SiHi_GE_LC_18_Li_SPK7.indb 43 07.08.14 11:0907.08.14 11:09