Operation Manual

Bedieningshandleiding
>> trainingprogrammas – functies en instellingen >> 14
Algemene informatie over de programma’s
Aftellen of optellen van de trainingstijd, trainingsafstand en het
aantal verbruikte calorieën
Wanneer u geen waarden instelt (dwz. u laat één of meerdere waarden op 0
staan) worden deze waarden tijdens de training opgeteld.
Bij ieder programma kunt u ook een bepaalde trainingstijd, trainingsafstand
ofeenbepaaldaantalcalorieënopgeven.Geeftuéénofmeerderewaarden
op, dan telt het programma deze waarden af totdat ze 0 bereiken.
Als u meer dan één waarde heeft ingesteld, zal het zelden voorkomen dat
alle waarden tegelijk op 0 uitkomen. Wanneer één van de waarden 0 bereikt,
laat de computer een pieptoon horen en wordt het programma gepauzeerd.
Wanneer u het trainingsprogramma wilt voortzetten, drukt u dan op de
functietoets ST/SP. Het programma wordt hervat op de plek waar het werd
onderbroken. De instelling die op 0 was uitgekomen, wordt vanaf dat mo-
ment weer opgeteld. Alle andere instellingen worden verder afgeteld. Door
op de knop SET te drukken, kunt u nieuwe instellingen invoeren.
Het instellen/aanpassen van de trapfrequentie (Level) in de trainings-
programmas met een intensiteitsproel
De trapfrequentie (LEVEL) kan bij alle trainingsprogrammas worden aange-
past, ook tijdens de training. De computer bezit 8 weerstandsniveaus (LEVEL),
die met behulp van de knoppen UP en DOWN kunnen worden ingesteld.
•Deweerstandkanwordenverlaagdtothetminimaleweerstandsniveau
(Level 1) binnen het trainingsprogramma wordt bereikt.
•Deweerstandkanwordenverhoogdtothetmaximaleweerstandsniveau
(Level 8) binnen het trainingsprogramma wordt bereikt.
Kenmerken van de tijdens de training getoonde
waarden
Hoofdscherm
Het grote scherm van het hoofdscherm toont afwisselend de waarden
trapfrequentie (RPM), snelheid (SPEED), trainingstijd (TIME), trainingsafstand
(DISTANCE),verbruikteaantalcalorieën(CALORIES)endehuidigehartslag
(PULSE).
Aanvullend worden in de specifieke schermen afwisselend de trapfrequentie
en de snelheid getoond.
Level
Het scherm trainingstijd toont het intensiteitsniveau wanneer u via de
UP-/DOWN-knoppen de instellingen verandert. Het scherm schakelt na
2 seconden weer terug naar de trainingstijd.
Functietoetsen UP en DOWN
Door één keer op de knop te drukken verandert u de instelling met één
waarde per keer.
Wanneer u de toets ingedrukt houdt, begint de waarde “te lopen. Met deze
functie kunt u de waarden van bijv. de trainingstijd en de trainingsafstand
met grotere sprongen veranderen.