Operation Manual

5
Indien het apparaat tussen twee
meubels klasse 2 st. 2-1 geïnstalleerd
wordt, is alleen de vaste aansluiting
toegestaan.
BELANGRIJK:
- Controleer na installatie de goede
afsluiting van de verbindingen.
- Gebruik uitsluitend genormaliseerde
rubberslangen.
- Voorkom knikken in de slang en houd hem
op afstand van hete wanden.
- Verwijzingen naar de installatie-
voorwaarden voor de aansluiting van het
apparaat op het gas: ISO 7-1 (NL)
AANSLUITING OP HET ELEKTRICI-
TEITSTNET
Alvorens tot de aansluiting over te gaan,
controleren of:
- de netspanning overeen stemt met die
aangegeven op het plaatje met het
serienummer;
- de aardaansluiting voldoende is.
Als het stopcontact niet eenvoudig
toegankelijk is dient de installateur een
onderbrekingsschakelaar met contact-
openingen van minimaal 3 mm. te installeren.
Als het apparaat met een kabel zonder
stekker is uitgevoerd, moet de te gebruiken
stekker genormaliseerd zijn en dient er
rekening mee te worden gehouden dat:
- de geel-groene draad voor de
aardaansluiting moet worden gebruikt;
- de blauwe draad een neutrale leider is;
- de bruine draad voor de fase is;
- de kabel niet met wanden warmer dan 75°C
in aanraking mag komen;
- bij vervanging, de kabel van het H05RR-F
of H05V2V2-F type dient te zijn, met een
geschikte doorsnede (zie schema’s fig. 2)
- als het apparaat zonder kabel mocht zijn
geleverd, dient een kabel van het H05RR-
F of H05V2V2-F type met een geschikte
doorsnede te worden gebruikt (zie
schema’s fig. 2).
BELANGRIJK: de fabrikant onthoudt zich
van enige verantwoordelijkheid voor schade
veroorzaakt door het niet naleven van de
voorschriften en geldende normen. Het wordt
aanbevolen de correcte aansluiting van de
aardverbinding van het apparaat te
controleren (zie schema’s fig. 2).
FORNUIZEN UITGERUST MET
ELEKTRISCHE ONTSTEKING
De juiste afstanden tussen de elektrode en
de brander zijn vermeld in de figuren 4, 5, 6.
Als er geen vonking plaatsvindt is het beter
niet te vaak te proberen: de generator zou
beschadigd kunnen raken. Mogelijke
oorzaken van het afwijkend- of niet goed
functioneren kunnen zijn:
- natte, aangekoekte of kapotte bougie;
- verkeerde afstand tussen brander en
bougie;
- draad naar de bougie kapot of zonder
isolatie;
- vonk ontlaadt naar de massa (in andere
gedeelten van het fornuis);
- de generator of de microschakelaar kapot;
- luchtophoping in de leidingen (vooral na
lange periodes van stilstand);
- verkeerd gas-luchtmengsel (slechte
menging).
DE BEVEILIGINGSINRICHTING
De juiste afstand tussen het uiteinde van het
gevoelige element van het warmtekoppel en
de brander is aangegeven in de figuren 4, 5,
6.
Om de efficiëntie van de klep te controleren
als volgt te werk gaan:
- de brander aansteken en gedurende 3 min.
laten branden;
- de brander doven door de knop in de
sluitingsstand te plaatsen ( );
- na 90 seconden, voor de branders van de
plaat en 60 seconden, voor de branders van
de oven en de grill, de wijzer van de knop
op de stand "open" plaatsen.
- de knop in deze stand laten en een
brandende lucifer bij de brander houden:
DEZE MOET NIET GAAN BRANDEN.
Tijd noodzakelijk om tijdens het ontsteken
InstallatieNL
335100 ET 50-55 N 28-04-2003, 15:595