Operation Manual

11
V-4 Reiniging en bijstelling bougie
a) Draai de schroef los en verwijder het
bovenpaneeltje.
b) Verwijder de bougiedop en neem de bougie eruit
c) Verwijder de aanslag, controleer op verkleuring
(standaardkleur is bruin) en de afstand tussen de
polen. Die moet tussen de 0,6 en 0,7 mm. zijn. Stel
zonodig iets bij. Oogt de bougie versleten, vervang
hem dan door hetzelfde type: CR4HSB (NGK).
d) Breng de bougie terug op zijn plaats
e) Bevestig het bovenpaneeltje weer op z’n plaats.
V-5 Filter brandstoftank
a) Verwijder de tankdop en het filter
b) Was het filter in een milde zeepoplossing; als het
beschadigd is dient het te worden vervangen.
c) Wrijf het filter droog en bevestig het weer op z’n
plaats
Waarschuwing: Sluit de tankdop daarna weer
zorgvuldig.
V-6 Uitlaatscherm
Waarschuwing:
Motor en uitlaat zijn tijdens en direct na de werking erg heet! Raak ze dan niet aan met
blote huid of kleding. Laat het apparaat voor inspectie of reparatie eerst afkoelen!
a) Verwijder het achterpaneel
b) Verwijder het uitlaatscherm
c) Gebruik de platte kop van een schroevendraaier om de
vonkenvanger uit de uitlaat te wrikken
d) Verwijder met een borstel de koolstofneerslag van het
uitlaatscherm en
de vonkenvanger
e) Bevestig de
vonkenvanger,
het uitlaatscherm
en het
achterpaneel
weer correct op
hun plaats.