Operation Manual

VAATWASMACHINE
INSTALLATIE EN MONTAGE
1
WATERAANSLUITING
a
De slang dient geleid te
worden tussen de muur
en de onderlijst aan de
achterkant van de
vaatwasmachine (b1)
om te voorkomen dat
die bekneld raakt of te
strak komt te staan.
Aanbevolen wordt een vaste
waterafvoer te installeren op
een hoogte van 25 tot 100
cm boven de grond.
Zorg ervoor dat de
afvoerslang niet tekort is,
geen knikken vertoont en niet
bekneld raakt.
b
Als uw vaatwasmachine geschikt
is voor warmwater-toevoer, sluit
dan de slang aan op de
warmwater-kraan. In dat geval
mag de maximale temperatuur
niet hoger dan 60 graden zijn.
Wanneer u gebruik maakt van
deze warmwatertoevoer houdt
u er dan rekening mee dat de
was- en droogresul-taten
mogelijkerwijs wat minder zijn.
max.
100 cm
min.
25 cm
Het is belangrijk dat het elleboogstuk van de afvoerslang goed vastzit in de afvoerbuis om
te voorkomen dat die eruitvalt met een overstroming als gevolg. De werkdruk van het water
(de minimale en maximale waarde) dient te liggen tussen 0,5-10 bar (0,05-1 MPa).
BELANGRIJK
Sluit de slang aan op
de waterkraan, draai de
aansluitmoer vast en
verzekert u zich ervan
dat de slang goed in
het apparaat
vastgeschroefd zit.
Aan de achterkant van de vaatwasmachine vindt u de waterslang:
a
b1
b2
29