Manual instruction

32
nl
Voor uw veiligheid.
Lees alle veiligheidswaar-
schuwingen en alle voor-
schriften. Als de waarschuwingen en voorschriften niet
worden opgevolgd, kan dit een elektrische schok,
brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor
toekomstig gebruik.
Gebruik dit elektrische gereedschap niet voordat
u deze gebruiksaanwijzing en de meegeleverde
„Algemene veiligheidsvoorschriften” (document-
nummer 3 41 30 465 06 0) grondig heeft gelezen en
volledig heeft begrepen. Bewaar deze documentatie
voor later gebruik en geef ze mee wanneer u het elek-
trische gereedschap doorgeeft of verkoopt.
Neem ook de geldende nationale arbeidsveiligheidsre-
gels in acht.
Bestemming van het elektrische gereedschap:
Handgevoerde boormachine voor gebruik met de door
FEIN goedgekeurde inzetgereedschappen en toebeho-
ren in een tegen weersinvloeden beschermde omge-
ving voor het boren in metaal, hout, kunststof en
keramiek en voor het boren van schroefdraad.
Hiervoor moeten de technische gegevens van het des-
betreffende elektrische gereedschap in acht worden
genomen.
De boormachine is niet bestemd voor de bewerking
van koolstofvezelversterkte kunststoffen.
Geen gebruik als: roermachine, bietensnijderaandrij-
ving, slijpsteenaandrijven, draadborstelaandrijving enz.
Het elektrische gereedschap is bestemd voor de bedie-
ning door gekwalificeerd personeel voor niet-continu
dagelijks gebruik.
Dit elektrische gereedschap is ook bedoeld voor
gebruik aan wisselstroomgeneratoren met voldoende
capaciteit die voldoen aan de norm ISO 8528, uitvoe-
ringsklasse G2. Aan deze norm wordt in het bijzonder
niet voldaan als de zogenaamde vervormingsfactor
10 % overschrijdt. In geval van twijfel dient u informatie
over de door u gebruikte generator in te winnen.
Neem daarbij de gebruiksaanwijzing en de nationale
voorschriften voor de installatie en het gebruik van de
wisselstroomgenerator in acht.
Veiligheidsvoorschriften voor boormachines.
Veiligheidsvoorschriften voor alle werkzaamhe-
den.
Gebruik de extra handgreep (handgrepen). Het verlies
van de controle kan tot letsel leiden.
Houd het elektrische gereedschap aan de geïsoleerde
greepvlakken vast als u werkzaamheden uitvoert waar-
bij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of
de eigen aansluitkabel kan raken. Contact met een
onder spanning staande leiding kan ook metalen delen
van het gereedschap onder spanning zetten en tot een
elektrische schok leiden.
Veiligheidsvoorschriften bij gebruik van lange
boren.
Werk in geen geval met een hoger toerental dan het
voor de boor maximaal toegelaten toerental. Bij hogere
toerentallen kan de boor gemakkelijk verbuigen wan-
neer deze zonder contact met het werkstuk vrij kan
draaien. Hierdoor kan letsel ontstaan.
Begin het boren altijd met een laag toerental en terwijl
de boor contact met het werkstuk heeft. Bij hogere toe-
rentallen kan de boor gemakkelijk verbuigen wanneer
deze zonder contact met het werkstuk vrij kan draaien.
Hierdoor kan letsel ontstaan.
Oefen geen overmatige druk uit en alleen in de lengte-
richting van de boor. Boren kunnen verbuigen en daar-
door breken of tot verlies van de controle en tot letsel
leiden.
Bijzondere veiligheidsvoorschriften.
Let op verborgen liggende elektrische leidingen en bui-
zen voor gas en water. Controleer de werkomgeving
voor het begin van de werkzaamheden, bijvoorbeeld
met een metaaldetector.
Zet het werkstuk vast. Een in een spanvoorziening vast-
gezet werkstuk wordt steviger vastgehouden dan in uw
hand.
Houd het elektrische gereedschap goed vast. Er kunnen
gedurende korte tijd grote reactiemomenten optreden.
Richt het elektrische gereedschap nooit op uzelf,
andere personen of dieren. Er bestaat verwondingsge-
vaar door scherpe of hete inzetgereedschappen.
Er mogen geen plaatjes of symbolen op het elektrische
gereedschap worden geschroefd of geniet. Een bescha-
digde isolatie biedt geen bescherming tegen een elektri-
sche schok.
Gebruik geen toebehoren dat niet speciaal door de
fabrikant van het elektrische gereedschap is ontwik-
keld of vrijgegeven. Een veilig gebruik is niet alleen
gegeven door het feit dat een toebehoren op uw elek-
trische gereedschap past.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik
afhankelijk van de toepassing een volledige gezichtsbe-
scherming, oogbescherming of veiligheidsbril. Draag
voor zover van toepassing een stofmasker, een gehoor-
bescherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort dat kleine slijp- en materiaaldeeltjes tegen-
houdt. Uw ogen moeten worden beschermd tegen
wegvliegende deeltjes die bij verschillende toepassin-
gen ontstaan. Een stof- of adembeschermingsmasker
moet het bij de toepassing ontstaande stof filteren. Als
u lang wordt blootgesteld aan luid lawaai, kan uw
gehoor worden beschadigd.
Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kle-
ding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen
uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kle-
ding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende
delen worden meegenomen.