Manual instruction

54
nl
Zuig geen voor de gezondheid
gevaarlijke stoffen, zoals beuken-
houtstof, eikenhoutstof, steenstof en
asbest. Deze stoffen gelden als kan-
kerverwekkend.
Bij het opzuigen van grote hoeveel-
heden fijn stof kan elektrostatische
oplading optreden.
Zorg voor een goede ventilatie op de
werkplek.
Zuig geen brandbare of explosieve
vloeistoffen zoals benzine, olie, alco-
hol of oplosmiddelen. Zuig geen heet
of brandbaar stof. Gebruik de zuiger
niet in een explosiegevaarlijke
ruimte. Het stof, de dampen of de
vloeistoffen kunnen ontbranden of
exploderen.
Er mogen geen plaatjes of symbolen
op de zuiger worden geschroefd of
geniet. Een beschadigde isolatie biedt
geen bescherming tegen een elektri-
sche schok. Gebruik stickers.
Gebruik geen toebehoren dat niet
door FEIN speciaal voor deze zuiger is
voorzien of geadviseerd. Het feit dat
u het toebehoren aan de zuiger kunt
bevestigen, waarborgt nog geen vei-
lig gebruik.
Controleer voor de ingebruikneming
(zie pagina 6–9) de netaansluitkabel
en de netstekker op beschadigingen.
Gebruik het
stopcontact
van de zuiger alleen voor de aanslui-
ting van een extern elektrisch
gereedschap. De zuiger wordt auto-
matisch in werking gesteld via het
aangesloten elektrische gereed-
schap.
Het aansluitvermogen van het elek-
trische gereedschap mag het maxi-
male aansluitvermogen van het
zuigerstopcontact P
A
niet overschrij-
den.
Ook de gebruiksaanwijzing en de vei-
ligheidsvoorschriften van het elektri-
sche gereedschap dat u aan het
stopcontact van de zuiger aansluit in
acht nemen.
Aanbeveling: Gebruik de zuiger altijd
via een aardlekschakelaar (RCD) met
een uitschakelstroom van 30 mA of
minder.
De zuiger mag alleen binnenshuis
bewaard worden.
Bedieningsvoorschriften.
Bediening, zie pagina 10.
Filter vervangen en filter reinigen, zie
pagina 11–13/ 56 Hoofdstuk β€žSto-
ringen opsporen.”
Zuig nooit zonder
harmonicafilter.
Anders wordt de motor beschadigd
en treedt gevaar voor de gezondheid
op door verhoogde uitstoot van fijn
stof. Voor het zuigen van fijn stof
moet bovendien een vliesfilterzak
worden gebruik.
Als de afvoerlucht naar de ruimte
wordt teruggevoerd, moet een vol-
doende luchtwisselingswaarde L in
de ruimte bestaan. De terugge-
voerde volumestroom mag maxi-
maal 50 % van het volume verse
lucht (inhoud ruimte x luchtwisse-
lingswaarde L
w
) bedragen. Zonder
speciale ventilatiemaatregel geldt:
L
w
=1h
-1
.
Let er bij het inzetten van de vliesfil-
terzak op dat de afsluitschuif en de
vliesfilterzak volledig tegen de bin-
nenkant van het reservoir liggen.