Operation Manual

17
MegaDens 3 Pro 322 / MegaDens 4 Pro 326 / MegaDens 5 Pro 331 / MegaDens A Pro 331
10.4 Aansluiten van de cv-, koud- en warm waterleidingen MegaDens 3/4/5
Testwater uit toestel
Let op! Bij het verwijderen van de afdichtdoppen en tijdens
het monteren van de ketel kan er testwater uit de toestel-
leidingen lopen!
Spanningsvrij aansluiten
Leidingen pas na 50 cm beugelen en spanningsvrij aanslui-
ten. Advies: gebruik kunststof of met rubber ingelegde
beugels om geluid tijdens opwarmen te voorkomen.
Vloerverwarming
Pas uitsluitend zuurstof diffusiedichte buizen voor vloer-
verwarming toe. Gebruik een hydraulisch neutraal systeem
en scheidt bij bestaande vloerverwarmingen (met mogelijk
niet-diffusiedichte buizen) het oude en nieuwe circuit met
een scheidingswisselaar. Meet eventueel de zuurgraad
(pH) van het cv-water.
Schone leidingen
Zorg dat de leidingen en aansluitingen van de cv-installatie
schoon zijn. Klop de leidingen voor montage uit en spoel na
montage de cv-installatie goed door. Hiermee kan worden
voorkomen dat vuil of andere deeltjes toestelstoringen
veroorzaken tijdens gebruik.
Plaats eventueel een filter / zeef
Bij bestaande cv-installaties adviseren wij een filter of een
zeef in de retourleiding van het toestel te monteren.
Instelling cv-vermogen 80%
Standaard staat het toestel op 80% cv-vermogen afgesteld.
Met parameter P11 in het parametermenu kan het vermogen
verhoogd of verlaagd worden.
Zie blz. 26 en 27.
Controleer in dit geval de noodzaak van een open verdeler.
Thermostatische radiatorventielen
Als u deze overal toepast, bijv. in combinatie met een
WA-regeling, zorg dan voor voldoende doorstroming door
het plaatsen van een drukgeregelde bypass, zie ook blz. 23.
Inlaatcombinatie
(KIWA gekeurd,
max. druk 8 bar)
Optioneel: open verdeler
Open verdeler en extra cv-installatiepomp waarschijnlijk
noodzakelijk bij een cv-installatie met een opgesteld
vermogen van meer dan 25 kW, of als de beschikbare
opvoerhoogte van de toestel cv-pomp ontoereikend is
voor de weerstand van de cv-installatie.
Zie bladzijde 38 voor meer uitleg.
Zet bij toepassing van een open verdeler de ingebouwde
bypass
niet open.
Vul-/aftapkraan
Figuur 10.3
Expansievat
(in retour)
Filter / zeef (advies)
Sluit aangegeven toebehoren aan
1. Manometer cv-installatie
2. Aansluiting cv-aanvoer (3/4")
3. Aansluiting warm water (1/2")
4. Aansluiting gastoevoer (1/2")
5. Aansluiting koud water (1/2")
6. Aansluiting cv-retour (3/4")
7. Aftapkraan cv-zijdig
8. Toestelstekker 230V (kabellengte ca. 1.5m)
(stopcontact binnen handbereik plaatsen!)
9. Montagepunten voor (optioneel) leidingscherm
10. Vuilopvangbeker van het sifon
11. Condensafvoerslang (ø buiten 25 mm)
12. Cv-aansluitpijp ø22 mm, 7 cm lang
13. Tapwater-/gasaansluitpijp ø15 mm, 7 cm lang
14. Gaskoppeling (15mm / 1/2’’ bi. draad)
Figuur 10.2
Let op!
Deze gaskoppeling niet met
de 1/2’’ aansluiting op de 1/2’’
gasaansluiting van de ketel
aansluiten!
15. Aansluiting afvoerslang overstortventiel cv-zijdig
(ø 22 mm, rubber).
Monteer een rioolaansluiting om water, dat bij
een geopend ventiel naar buiten kan stromen,
af te voeren.