Operation Manual

36
MegaDens 3 Pro 322 / MegaDens 4 Pro 326 / MegaDens 5 Pro 331 / MegaDens A Pro 331
14. WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS
14.1 Werking van het toestel
Figuur 14.1
Werking voor tapwaterverwarming
MegaDens 3/4/5 Pro
Voor tapwaterverwarming zijn de volgende situaties te
onderscheiden:
1. Er wordt water getapt: de stromingssensor (136) signaleert
deze tapwaterstroom. In dit geval komt het toestel direct in
bedrijf voor tapwaterverwarming.
Als het toestel op het moment van tappen voor cv-vraag bezig
is, zal, zonder dat de brander uit gaat en zonder dat de pomp
stopt, de driewegklep (95) omschakelen. Het cv-water stroomt
nu door de warmtewisselaar voor tapwater (194), waardoor
het tapwater opgewarmd wordt. Op het display is nu een
knipperende waterstroom bij het water symbool te zien.
De regeling van het toestel gebruikt de cv-retoursensor (186)
voor de temperatuurregeling van het tapwater.
2. Als het toestel in de Economystand voor tapwater staat,
schakelt het toestel alleen op tapwaterverwarming over als er
daadwerkelijk water wordt getapt (situatie als bij nr. 1
hierboven).
3. Als het toestel in de Comfortstand voor tapwater staat,
schakelt het toestel in als er warm water wordt getapt en om
het toestel (cv-wisselaar) op temperatuur te houden.
Omdat het toestel in de comfortstand op temperatuur wordt
gehouden, zal er sneller warm water worden geleverd dan
wanneer het toestel in de economystand staat.
Figuur 14.2
Werking voor boilerverwarming
MegaDens A Pro 331
Dit toestel is volledig voorbereid voor het aansluiten van
een indirect gestookte warmwaterboiler.
Als de boiler waterzijdig wordt aangesloten (nr. 209 en 210)
en de boilersensor wordt verbonden met de
toestelconnector (207) geldt de situatie zoals hiernaast is
weergegeven.
Als de boilersensor heeft waargenomen dat de boiler-
temperatuur onder de ingestelde waarde is gedaald, zal het
toestel de boiler gaan opwarmen. Deze temperatuurdaling
kan het gevolg zijn van het tappen van warm water of het
afkoelen van de boiler.
Warmtevraag van de boiler heeft altijd voorrang op de
werking voor de cv-installatie. Als het toestel de cv-installatie
aan het verwarmen is, zal er bij boilervraag direct worden
overgeschakeld op boilerverwarming. Op het display is nu
een knipperende waterstroom bij het kraansymbool
te
zien.
Voor het opwarmen van de boiler wordt de drieweg-klep (95)
in de stand voor de boiler gezet. Het warme cv-water zal via
de boileraanvoerleiding (209) naar de boiler stromen. Het
water verwarmt de indirect gestookte boiler en via de boiler-
retourleiding (210) komt het afgekoelde cv-water weer terug.
5. Gesloten ruimte
6. Bedieningspaneel en display
7. Gastoevoer
8. Uitlaat warm tapwater (MD 3/4/5)
9. Toevoer koud tapwater (MD 3/4/5)
10. Aanvoer-cv
11. Retour-cv
14. Overstortventiel cv-zijdig (3 bar)
16. Ventilator
19. Verbrandingskamer
21. Gasinspuiter
29. Toesteluitgang verbrandingsgassen
32. Toestelpomp
36. Automatische vlotterontluchter
44. Gasblok
198. Siliconen-meetslang
(voor luchtdruksignaal)
199. Afdichtdop
200. Aftapkraan cv-water
201. Meng-venturi
209. Boiler aanvoer (MD A)
210. Boiler retour (MD A)
221. Bypasskraan
250. Filter (zeef)
278. Temperatuur-dubbel-sensor
(cv-aanvoer/warmhoudstand)
335. Warmtewisselaarsensor
337. Vuilvanger condensbak
68. Elektrakast
81. Vonk-elektrode
82. Ionisatie-elektrode
95. Driewegklep
101. Print DBM04C
136. Stromingssensor (MD 3/4/5)
137. Cv-druksensor
145. Manometer
161. Condenserende warmtewisselaar
179. Terugslagklep in driewegklep
186. Temperatuursensor
(cv-retour/tapwaterregeling)
193. Toestelsifon
194. Warmtewisselaar tapwater (MD 3/4/5)
196. Condensopvangbak
Legenda