Operation Manual

41
MegaDens 3 Pro 322 / MegaDens 4 Pro 326 / MegaDens 5 Pro 331 / MegaDens A Pro 331
14.5 Elektrisch aansluitschema en aansluitingen op de toestelconnector
Figuur 14.7
16 ventilator
32 pomp
44 gasblok
68 elektrakast met print
72 AAN/UIT-kamerthermostaat
(zonder anticipatiestroom!)
72a aansluiting (extra)
AAN/UIT-kamerthermostaat
81 vonk-elektrode
82 ionisatie-elektrode
95 driewegklep
101 DBM04-print (3291420!)
104 zekering F3,15 A
104a zekering F3,15 A
Deze zekering bevindt zich
op 1 van de 2 aangegeven
locaties, afh. van type print.
114 cv-drukschakelaar
136 stromingssensor
(niet bij MD A aanwezig)
138 buitenvoeler (optioneel)
139 OpenTherm-aansluiting
Tussen MegaDens en OT-
thermostaat kan een ander
OT-apparaat aangesloten zijn.
186 cv-retour-/tapwatersensor
203 230V-voeding
207 toestelconnector
243 boilersensor (of weerstanden)
278 cv-aanvoer-dubbelsensor
335 warmtewisselaarsensor
Figuur 14.8 Weergegeven type MD 3/4/5
1 - 2 MD 3/4/5: DOORVERBINDING OPEN AANSLUITING
Stromingssensor geactiveerd Stromingssensor uitgeschakeld:
geen warm water mogelijk
1 - 2 MD A: ZONDER BOILER MET BOILER
1.8 kOhm + 10 kOhm parallel 10 kOhm NTC-sensor
Eco-/comfortinstelling mogelijk
d.m.v. display of OT-thermostaat
3 - 4 Optie: aansluiting van een buitenvoeler (NTC 10kOhm bij 25
o
C)
5 - 6 Aansluiting voor extra AAN/UIT-kamerthermostaat.
Zie de handleiding voor uitleg over deze aansluitmogelijkheid.
7 - 8 Universele kamerthermostaat aansluiting. Sluit één OpenTherm- of
één AAN/UIT-kamerthermostaat aan. Zie ook blz. 24. Een thermo-
staat met warmte versnelling (anticipatiestroom) werkt niet correct.
Er zijn twee verschillende DBM04 regelprinten. Het verschil betreft vooral de positie van de aansluitingen voor de vonk-
elektrode 81 en ionisatie-elektrode 82. Voor de MegaDens Pro mag uitsluitend artnr. 3291420 worden toegepast!
Direct nadat de spanning 230V is ingeschakeld, moet het getal 28 of hoger even zichtbaar zijn op het display.
Gegevens van de NTC-temperatuur-sensoren (tolerantie ±2°C).
Elektrische weerstand van de sensoren
°C kOhm
-5 42.3
0 32.2
5 26.3
10 19.9
15 15.9
20 12.5
°C kOhm
55 3.0
60 2.5
65 2.1
70 1.8
75 1.5
80 1.3
°C kOhm
25 10.0
30 8.1
35 6.5
40 5.3
45 4.4
50 3.6
°C kOhm
90 0.9
95 0.8
100 0.7