Operation Manual

99
VEILIGHEID
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬
gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem direct
te laten controleren.
LET OP
Een defect lampje
¬
(lamp-
je gedoofd) wordt aangege-
ven doordat het lampje voor de uit-
geschakelde frontairbag aan passa-
gierszijde
langer dan de normale 4
seconden knippert.
LET OP
AIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje
brandt als de frontairbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje
ongeveer
4 seconden branden en vervolgens 4 se-
conden knipperen. Hierna moet het lamp-
je doven.
Het lampje
geeft boven-
dien eventuele storingen van
het lampje
¬
aan. Dit wordt aange-
geven door het langer knipperen van
het lampje
dan de normale 4 se-
conden. In dit geval kan het lampje
¬
geen storingen in de airbag-/gor-
delspannersystemen aangeven. Voor-
dat u verder rijdt, dient u contact op
te nemen met het Fiat Servicenetwerk
om het systeem direct te laten con-
troleren.
LET OP
TE HOGE
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUUR (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enkele
seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als de motor te
warm is.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende maatregelen worden genomen:
bij normale rij-omstandigheden:
stop de auto, zet de motor uit en con-
troleer of het niveau van de koel-
vloeistof in het reservoir niet onder
het MIN-merkteken staat. Als dit wel
het geval is, wacht dan enkele minu-
ten zodat de motor kan afkoelen, open
vervolgens langzaam en voorzichtig de
dop, vul koelvloeistof bij en contro-
leer of de koelvloeistof tussen het
MIN- en MAX-merkteken op het re-
servoir staat. Controleer ook of er
geen vloeistof weglekt. Als bij het star-
ten van de motor het lampje opnieuw
gaat branden, wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk.
u
097-106 500 Ins NL 1ed:097-106 FIAT 500 NL 7-12-09 9:49 Pagina 99