Operation Manual

100
VEILIGHEID
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
Als de auto onder zware bedrijfs-
omstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld het bergopwaarts trek-
ken van een aanhanger of bij volbela-
den auto): verlaag de snelheid en
breng, als het lampje blijft branden, de
auto tot stilstand. Wacht 2 tot 3 mi-
nuten met draaiende motor en geef
iets gas voor een snellere circulatie van
de koelvloeistof. Zet vervolgens de
motor uit. Controleer het vloeistof-
niveau zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Bij zware bedrijfsomstan-
digheden is het raadzaam de motor en-
kele minuten te laten draaien met iets in-
getrapt gaspedaal voordat u de motor uit-
zet.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
ACCU WORDT NIET
VOLDOENDE
OPGELADEN (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Het moet
doven zodra de motor is aangeslagen (als
de motor stationair draait, kan het lamp-
je iets vertraagd doven).
Als het lampje blijft branden, wendt u dan
onmiddellijk tot het Fiat Servicenetwerk.
w
STORING ABS
(geel)
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot het Fiat Service-
netwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
>
STORING EBD
(rood)
(geel)
Als bij een draaiende motor tegelijkertijd
de waarschuwingslampjes
x
en
>
gaan
branden, dan is er een storing in het EBD-
systeem of is het systeem niet beschikbaar;
in dat geval kunnen bij krachtig remmen
de achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan gaan slippen. Rijd
zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde
werkplaats van het Fiat Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-
behorende melding op het display.
x
>
TE LAGE
MOTOROLIEDRUK
(rood)
OLIEKWALITEIT
ONVOLDOENDE
(Multijet-uitvoeringen
met DPF - rood)
Te lage motoroliedruk
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Het moet
doven nadat de motor is gestart.
Op enkele uitvoeringen ver-
schijnt de bijbehorende melding
op het display.
v
Als het lampje
v
tijdens
het rijden gaat branden (op
enkele uitvoeringen verschijnt ook
een melding op het display), zet dan
onmiddellijk de motor uit en wendt
u tot het Fiat Servicenetwerk.
LET OP
Oliekwaliteit onvoldoende
Het lampje gaat knipperen en er verschijnt
een melding op het display als het systeem
motorolie van onvoldoende kwaliteit con-
stateert.
Na de eerste constatering zal iedere keer
bij het starten van de motor het lampje
v
60 seconden knipperen en daarna
iedere 2 uur, totdat de olie wordt ver-
verst.
097-106 500 Ins NL 1ed:097-106 FIAT 500 NL 7-12-09 9:49 Pagina 100