Operation Manual

110
VEILIGHEID
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
Het noodreservewiel (indien
aanwezig) behoort bij de
auto waarbij het geleverd is. Gebruik
het reservewiel niet bij andere auto’s
en monteer geen reservewielen van
andere auto’s. Het noodreservewiel
mag alleen in noodgevallen worden
gebruikt. Het noodreservewiel moet
zo kort mogelijk gebruikt worden en
er mag niet sneller dan 80 km/h mee
worden gereden. Op het noodreserve-
wiel is een oranje sticker aangebracht
waarop de belangrijkste aanwijzin-
gen en de beperkingen staan vermeld
met betrekking tot het gebruik van
het reservewiel.
LET OP
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
De auto kan zijn uitgerust (optional) met
een normaal reservewiel of een klein
noodreservewiel.
Voor het verwisselen van het wiel en voor
het juiste gebruik van de krik en het
noodreservewiel moeten de onderstaan-
de voorzorgsmaatregelen in acht worden
genomen.
Deze sticker mag absoluut
niet worden verwijderd of af-
gedekt. Op het noodreservewiel mag
nooit een wieldeksel worden gemon-
teerd. Op de sticker staan de volgen-
de aanwijzingen in vier talen vermeld:
attentie! alleen voor tijdelijk gebruik!
max. 80 km/h! vervang zo snel moge-
lijk door een normaal wiel. Bedek
deze aanwijzingen niet.
Als u het gemonteerde velgtype wilt
vervangen (lichtmetalen velgen in
plaats van stalen of omgekeerd) moe-
ten tevens alle wielbouten worden
vervangen door bouten met een leng-
te die aangepast is aan het velgtype.
LET OP
107-134 500 Ins NL 1ed:107-134 FIAT 500 NL 7-12-09 9:51 Pagina 110