Operation Manual

113
VEILIGHEID
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
plaats de slinger H in de krik I en zet
de auto omhoog, totdat het wiel enige
centimeters los van de grond is. Als u
de slinger draait, moet u zorgen voor
voldoende werkruimte, zodat u geen
schaafwonden aan uw hand oploopt
door contact met de grond. Ook de be-
wegende delen van de krik (schroef-
draad en scharnieren) kunnen letsel
veroorzaken: vermijd contact met de-
ze onderdelen. Reinig uw handen zorg-
vuldig als deze met vet in contact zijn
geweest;
zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het noodreserve-
wiel schoon zijn en geen onzuiverheden
bevatten, omdat hierdoor na verloop
van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
plaats de krik dicht bij het te verwisse-
len wiel, bij het teken
O
op de chas-
sisbalk;
controleer of de groef F-fig. 5 van de
krik goed om de rand G van de chas-
sisbalk valt;
waarschuw eventuele omstanders dat
de auto wordt opgekrikt; zorg ervoor
dat ze zich niet in de nabijheid van de
auto bevinden en de auto vooral niet
aanraken totdat deze weer geheel op
de grond staat;
fig. 5
F0S0129m
107-134 500 Ins NL 1ed:107-134 FIAT 500 NL 7-12-09 9:51 Pagina 113