Operation Manual

114
VEILIGHEID
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure,
krik de auto op en demonteer het nood-
reservewiel.
Uitvoeringen met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het reservewiel
schoon zijn en geen onzuiverheden be-
vatten, omdat hierdoor na verloop van
tijd de wielbouten kunnen loslopen;
monteer het normale wiel door de 4
wielbouten in de boutgaten te plaat-
sen;
draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten handvast aan;
monteer het geklemde wieldeksel,
waarbij de inkeping (op het wieldek-
sel) moet samenvallen met het ventiel;
laat de auto zakken en verwijder de
krik;
draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten kruiselings vast, in de volg-
orde die eerder is afgebeeld.
Uitvoeringen met lichtmetalen
velgen
plaats het wiel op de naaf en draai met
de bijgeleverde sleutel de bouten vast;
laat de auto zakken en verwijder de
krik;
draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten vast in de volgorde die is
aangegeven in fig. 8.
monteer het geklemde wieldeksel en
zorg ervoor dat het referentiegat op
het wiel samenvalt met de referentie-
pen op het wieldeksel.
BELANGRIJK Door een verkeerde mon-
tage kan het wieldeksel tijdens het rijden
loslaten.
monteer het noodreservewiel, waarbij
de centreerpen N-fig. 7 in een van de
gaten O in het wiel moet vallen;
draai de 4 wielbouten handvast;
draai de slinger van de krik zodat de
auto zakt, en verwijder de krik;
draai de wielbouten kruiselings vast, in
de volgorde die in fig. 8 is aangegeven.
fig. 7
F0S0130m
fig. 8
F0S0131m
107-134 500 Ins NL 1ed:107-134 FIAT 500 NL 7-12-09 9:51 Pagina 114