Operation Manual

134
VEILIGHEID
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
OPKRIKKEN VAN
DE AUTO
Als de auto omhoog gezet moet worden,
wendt u dan tot een werkplaats van het
Fiat Servicenetwerk; deze beschikt over
een garagekrik of hefbrug.
SLEPEN VAN DE AUTO
Bij de auto is een sleepoog geleverd. Het
sleepoog bevindt zich in de gereedschap-
houder onder de bekleding in de bagage-
ruimte.
SLEEPOOG BEVESTIGEN
fig. 42-43
Ga als volgt te werk:
verwijder de dop A;
neem het sleepoog B uit de zitting in
de gereedschaphouder;
draai het sleepoog geheel op de
schroefdraadpen voor of achter.
fig. 42
A B
F0S0107m
Draai voor het slepen de
sleutel in stand MAR en ver-
volgens in STOP zonder de contact-
sleutel uit het slot te verwijderen. Als
de contactsleutel uit het contactslot
wordt genomen, schakelt automatisch
het stuurslot in waardoor het onmo-
gelijk wordt de auto te besturen.
LET OP
Houd er rekening mee dat
de rembekrachtiging en de
elektrische stuurbekrachtiging niet
werken zolang de motor niet is aan-
geslagen, waardoor meer kracht no-
dig is voor de bediening van het rem-
pedaal en het stuur. Gebruik voor het
slepen geen elastische kabels en rijd
zo gelijkmatig mogelijk. Controleer
tijdens het slepen of de sleepkabel
geen carrosseriedelen kan beschadi-
gen. Houdt u bij het slepen van een
auto aan de wettelijke voorschriften.
Dit geldt zowel voor het slepen zelf
als voor het gedrag naar andere weg-
gebruikers.
Start de motor niet als de auto wordt
gesleept.
LET OP
fig. 43
F0S0108m
107-134 500 Ins NL 1ed:107-134 FIAT 500 NL 7-12-09 9:51 Pagina 134