Operation Manual

33
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
AUTOMATISCHE
KLIMAATREGELING
(indien aanwezig)
De automatische klimaatregeling regelt
automatisch afhankelijk van de door de
gebruiker ingestelde temperatuur:
de temperatuur van de luchttoevoer
naar het interieur;
de aanjagersnelheid (traploze regeling);
de luchtverdeling in het interieur;
de in-/uitschakeling van de compressor
(voor koelen en drogen van de lucht);
de in-/uitschakeling van de recirculatie.
Deze functies kunnen handmatig worden
gewijzigd, d.w.z. dat u het systeem kunt
regelen door naar wens een of meer func-
ties te selecteren. Als handmatig een
functie wordt ingesteld, blijven de andere
functies echter automatisch geregeld, ook
al dooft het lampje op de knop AUTO.
fig. 31
F0S0024m
B
E
A
C
F
G
H
L
D
M
I
BEDIENINGSORGANEN fig. 31
Knop AUTO - A
Automatische werking
airconditioning inschakelen
Als u de knop AUTO indrukt en u de ge-
wenste temperatuur instelt, regelt het sys-
teem de temperatuur, de luchtopbrengst
en de luchtverdeling in het interieur en
schakelt zo nodig de aircocompressor in.
Knop
- B
Aircocompressor in-/uitschakelen
Als u op de knop drukt als het lampje op
de knop brandt, wordt de aircocompres-
sor uitgeschakeld en dooft het lampje.
Als de compressor is uitgeschakeld:
wordt de recirculatie uitgeschakeld om
het eventuele beslaan van de ruiten te
voorkomen;
025-047 500 Ins NL 1ed:025-047 FIAT 500 NL 7-12-09 9:32 Pagina 33