Operation Manual

38
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
Brandduurregeling van de
interieurverlichting (middelste
stand van het lampenglas)
Er zijn drie brandduurregelingen:
iedere keer als een portier wordt ge-
opend, gaat de verlichting drie minuten
branden;
als de contactsleutel uit het contactslot
wordt genomen binnen twee minuten na
het uitzetten van de motor, gaat de ver-
lichting ongeveer 10 seconden branden;
als de portieren worden ontgrendeld
(met de afstandsbediening of met de
sleutel in het slot van het bestuurders-
portier), gaat de verlichting ongeveer
10 seconden branden.
De verlichting kan op drie manieren wor-
den uitgeschakeld:
als alle portieren worden gesloten,
wordt de brandduurregeling van drie
minuten uitgeschakeld en gaat de ver-
lichting 10 seconden branden. De wer-
king van de brandduurregeling wordt
onderbroken als de contactsleutel in
stand MAR wordt gedraaid;
als de portieren worden vergrendeld
(met de afstandsbediening of met de
sleutel in het slot van het bestuurders-
portier), dooft de verlichting;
de interieurverlichting schakelt na 15
minuten automatisch uit om de accu te
sparen.
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
De verlichting (indien aanwezig) schakelt
automatisch in of uit als u de achterklep
opent of sluit.
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDLAMPJE VOOR
Het lampenglas kan in drie standen staan:
rechterzijde ingedrukt: verlichting al-
tijd ingeschakeld
linkerzijde ingedrukt: verlichting altijd
uitgeschakeld
middelste stand (neutraal): de verlichting
wordt automatisch in-/uitgeschakeld bij
het openen/sluiten van de portieren.
BELANGRIJK Controleer voordat u de au-
to verlaat of de schakelaar in de middelste
stand staat. Op deze manier dooft de in-
terieurverlichting bij het sluiten van de por-
tieren, en voorkomt u dat de accu ontlaadt.
Bij enkele uitvoeringen schakelt de verlich-
ting alleen automatisch in of uit als het por-
tier aan bestuurderszijde wordt geopend
of gesloten. Als de portieren met de af-
standsbediening worden ontgrendeld, gaat
de verlichting ongeveer 10 seconden bran-
den. Als de portieren met de afstandsbe-
diening worden vergrendeld, dooft de pla-
fondverlichting.
ACHTERRUITWISSER/-
SPROEIER
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MAR staat.
Als u de draaiknop in stand
'
zet, scha-
kelt de achterruitwisser in.
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers de
draaiknop in stand
'
zet, schakelt de ach-
terruitwisser in die, in dit geval, gelijktijdig
werkt (in de verschillende standen) met
de ruitenwissers voor maar met een la-
gere frequentie. Als u bij ingeschakelde rui-
tenwissers de achteruit inschakelt, gaat
automatisch ook de achterruitwisser lang-
zaam continu wissen.
De werking stopt als de achteruit wordt
uitgeschakeld.
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het dashboard duwt
(onvergrendelde stand), schakelt de ach-
terruitsproeier in.
Als u de hendel in deze stand houdt, dan
worden in een beweging de achterruit-
wisser/-sproeier ingeschakeld; de achter-
ruitwisser schakelt automatisch in als u
de hendel langer dan een halve seconde
in deze stand houdt.
De achterruitwisser blijft nog enkele sla-
gen werken, nadat u de hendel loslaat; na
enige seconden volgt nog een “reinigings-
slag”.
Gebruik de achterruitwisser
niet om opgehoopte sneeuw
of ijs van de achterruit te ver-
wijderen. In die omstandig-
heden grijpt, als de achterruitwisser te
zwaar wordt belast, de beveiliging in,
die ervoor zorgt dat de wisser enkele
seconden wordt uitgeschakeld. Als hier-
na de werking niet wordt hervat, wendt
u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
025-047 500 Ins NL 1ed:025-047 FIAT 500 NL 7-12-09 9:32 Pagina 38