Operation Manual

46
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
Vergrendelen
Draai bij goed gesloten portieren de sleu-
tel in stand 2.
Met centrale bediening (indien aanwezig)
moeten alle portieren goed gesloten zijn.
Met afstandsbediening (indien aanwezig):
druk op knop
Á
; om de portieren te ver-
grendelen.
Als een portier niet goed gesloten is,
werkt de centrale portiervergrendeling
niet.
BELANGRIJK De centrale portierver-
grendeling werkt niet als een portier niet
goed gesloten is of als er een storing in
het systeem is. Na 10/11 pogingen snel na
elkaar schakelt het systeem ongeveer 30
seconden uit.
fig. 46
F0S0099m
fig. 47
F0S0029m
VER-/ONTGRENDELEN VAN
BINNENUIT fig. 47
Openen
Trek aan het bedieningshendeltje A.
Als u bij uitvoering met centrale bediening
het hendeltje A op het bestuurdersportier
bedient, worden alle portieren ontgren-
deld. Bij uitvoeringen met afstandsbedie-
ning wordt, als het hendeltje A op het pas-
sagiersportier wordt bediend, alleen dat
portier ontgrendeld.
Bij uitvoeringen zonder afstandsbediening
worden, als het hendeltje A op het passa-
giersportier wordt bediend, alle portieren
ontgrendeld.
Vergrendelen
Duw het bedieningshendeltje A naar het
portier. Als u het hendeltje A op het be-
stuurdersportier bedient, worden alle
portieren vergrendeld.
Bij uitvoeringen met afstandsbediening
wordt, als het hendeltje A op het passa-
giersportier wordt bediend, alleen dat
portier vergrendeld.
Bij uitvoeringen zonder afstandsbediening
worden, als het hendeltje A op het pas-
sagiersportier wordt bediend, alle portie-
ren vergrendeld.
Met mechanisch slot, bij uitvoeringen zon-
der centrale vergrendeling, moeten de
hendeltjes afzonderlijk bediend worden.
025-047 500 Ins NL 1ed:025-047 FIAT 500 NL 7-12-09 9:32 Pagina 46