Operation Manual

52
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
Controleer of de armen van
de ruitenwissers tegen de ruit
aanstaan voordat u de motorkap op-
tilt.
LET OP
fig. 58
F0S0047m
Sluiten fig. 58
Ga als volgt te werk:
Houd de motorkap met een hand om-
hoog, trek met de andere hand de stang
C uit de zitting E en plaats de steun-
stang terug in de klem D.
Laat de motorkap tot op ongeveer 20
cm van de motorruimte zakken, laat de
motorkap vallen en controleer of de
motorkap goed is gesloten door deze
op te tillen. De motorkap mag niet al-
leen door de beveiliging vergrendeld zijn.
Druk in dit laatste geval de motorkap
niet dicht, maar til hem opnieuw op en
herhaal de handeling.
Om veiligheidsredenen moet
de motorkap tijdens het rij-
den altijd goed gesloten zijn. Contro-
leer daarom altijd of de motorkap
goed vergrendeld is. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap niet
goed is vergrendeld, stop dan onmid-
dellijk en sluit de motorkap op de
juiste wijze.
LET OP
Wees voorzichtig als u werk-
zaamheden in de motor-
ruimte moet verrichten en de motor
nog warm is, om brandwonden te
voorkomen. Kom niet met uw handen
in de buurt van de elektroventilateur:
de elektroventilateur kan, ook bij uit-
geschakeld contact, onverwacht in-
schakelen. Wacht tot de motor is af-
gekoeld.
LET OP
Pas op met sjaals, dassen of
loszittende kledingstukken
omdat ook deze door de bewegende
onderdelen kunnen worden gegrepen.
LET OP
048-070 500 Ins NL 1ed:048-070 FIAT 500 NL 7-12-09 9:34 Pagina 52