Operation Manual

81
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
AIRBAG
De auto is uitgerust met frontairbags aan
bestuurders- en passagierszijde voor, een
knie-airbag aan bestuurderszijde en zij-
airbags voor (sidebags - headbags).
FRONTAIRBAGS
De frontairbags (bestuurder, passagier,
knie-airbag bestuurder) beschermen de
inzittenden voor bij middelzware en zware
frontale botsingen, door het opblazen van
een luchtkussen tussen de inzittende en
het stuurwiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij
andere soorten botsingen (zijdelings, van
achter, over de kop slaan enz.), betekent
dit niet dat het systeem niet goed func-
tioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een regel-
eenheid ervoor, indien nodig, dat het kus-
sen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op, waar-
door het lichaam van de inzittenden voor
wordt opgevangen en de kans op letsel
beperkt wordt. Direct daarna loopt het
kussen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder, passagier,
knie-airbag bestuurder) zijn geen vervan-
ging voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd veiligheidsgor-
dels. Bovendien is het dragen van veilig-
heidsgordels wettelijk verplicht in Europa
(en in de meeste landen daarbuiten).
Bij een ongeval kan een inzittende die geen
veiligheidsgordel heeft omgelegd, in con-
tact komen met een airbag die nog niet vol-
ledig opgeblazen is. Hierdoor wordt de in-
zittende minder door de airbag beschermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags in de
volgende gevallen niet worden geacti-
veerd:
bij frontale botsingen, met een ander
deel van de auto dan het front, tegen
makkelijk vervormbare objecten (bijv.
als het voorspatbord tegen de vangrail
komt);
als de auto onder andere auto’s of vei-
ligheidsvoorzieningen schuift (bijvoor-
beeld onder vrachtwagens of de vang-
rail);
omdat geen enkele aanvullende bescher-
ming wordt geboden op de veiligheids-
gordels. Als de airbags in deze gevallen niet
geactiveerd worden, betekent dit niet dat
het systeem niet goed functioneert.
Plaats geen stickers of ande-
re objecten op het stuurwiel,
op het dashboard ter hoogte van de
airbag aan passagierszijde of op de
zijkant van de hemelbekleding en de
stoelen. Plaats geen voorwerpen op
het dashboard aan de passagierszij-
de (bijv. een mobiele telefoon), om-
dat deze het correct openen van de
airbag aan passagierszijde kunnen
hinderen en de inzittenden ernstig
kunnen verwonden.
LET OP
De frontairbags aan bestuurders- en pas-
sagierszijde en de knie-airbag aan be-
stuurderszijde zijn ontworpen voor een
optimale bescherming van de inzittenden
voor met omgelegde veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vul-
len zij het grootste deel van de ruimte tus-
sen het stuurwiel en de bestuurder, tus-
sen de onderste bescherming van de
stuurkolom en de knieën van de bestuur-
der en tussen het dashboard en de voor-
passagier.
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de
werking van de veiligheidsgordel vol-
doende is) worden de airbags niet geacti-
veerd. Daarom moeten de veiligheidsgor-
dels altijd worden gedragen; ook omdat
ze bij frontale aanrijdingen er altijd voor
zorgen dat de inzittende in de juiste stand
wordt gehouden.
071-086 500 Ins NL 1ed:071-086 FIAT 500 NL 7-12-09 9:44 Pagina 81