Operation Manual

BELANGRIJK Het koppelingspedaal
mag uitsluitend voor het schakelen
gebruikt worden. Laat tijdens het rijden
de voet nooit, zelfs niet licht, op het
koppelingspedaal rusten. Bij bepaalde
versies/markten kan de regelelektronica
van het koppelingspedaal een foutieve
rijstijl als een defect interpreteren.
BELANGRIJK
104) Trap het koppelingspedaal helemaal
in om op juiste wijze te schakelen. Om
die reden mag er niets op de vloer onder
de pedalen liggen. Zorg dat de vloermat
altijd vlak ligt en niet de slag van de
pedalen hindert.
BELANGRIJK
56) Rijd niet met de hand op de pookknop
doordat de uitgeoefende druk, hoe licht
ook, na verloop van tijd slijtage van de
interne onderdelen van de versnellingsbak
kan veroorzaken.
GEBRUIK VAN DE
DUALOGIC
VERSNELLINGSBAK
(voor bepaalde versies/markten)
105) 57)
VERSNELLINGSPOOK
De versnellingspook A fig. 91 is van het
"multistabiele" zwevende type, d.w.z.
hij kan drie stabiele en drie instabiele
standen aannemen.
De drie stabiele standen zijn: vrij (N),
achteruit (R) en de middelste stand
tussen de instabiele standen (+) en (-).
De instabiele standen, d.w.z. de
standen die de pook verlaat zodra hij
wordt losgelaten, zijn de standen voor
het aanvragen van een hogere
versnelling (+), een lagere versnelling (-)
en de automatische/handmatige
werking (A/M).
BELANGRIJK Als bij ingeschakelde
motor de stand van de pook niet
overeenkomt met de daadwerkelijk
ingeschakelde versnelling, dan is een
zoemer hoorbaar tot de stand hersteld
is.
BEDIENINGSWIJZE
De versnellingsbak/transmissie kan op
twee manieren worden bediend:
HANDMATIG, waarbij de bestuurder
beslist zelf wanneer hij zal schakelen;
AUTOMATISCH, waarbij het systeem
beslist wanneer er geschakeld wordt.
HANDMATIGE BEDIENING
Ga als volgt te werk:
trap het rempedaal in en start de
motor;
als AUTO wordt weergegeven, duw
dan de versnellingspook A fig. 91
naar A/M om de HANDMATIGE (M)
werking in te schakelen;
duw de versnellingspook naar (+) om
de eerste versnelling in te schakelen
(vanuit N of R kan de pook in de
middelste stand worden geplaatst) of
naar R om de achteruit in te schakelen;
laat het rempedaal los en druk het
gaspedaal in;
91
F0Y0313C
102
STARTEN EN RIJDEN