Operation Manual

ACHTERUITRIJCAMERA
111) 60)
BESCHRIJVING
De camera bevindt zich op de
achterklep fig. 98.
Camera inschakelen/uitschakelen
Gebruik het menu "Instellingen" van het
Uconnect systeem. Wanneer de
camera is ingeschakeld en de achteruit
word ingeschakeld, dan toont het
display van het Uconnect systeem
het beeld van de zone achter de auto.
SYMBOLEN EN
MELDINGEN OP HET
DISPLAY
Wanneer weergegeven, toont het
statische lijnenrooster de breedte van
de auto.
Het rooster toont afzonderlijke zones,
waardoor de afstand ten opzichte
van de achterkant van de auto
gedetecteerd kan worden.
De verschillende gekleurde zones fig.
99 geven de afstand aan vanaf de
achterkant van het voertuig.
Rode zone (A): 0÷30 cm
Gele zone (B):30cm÷1m
Groene zone (C):1mofmeer
BELANGRIJK Let tijdens
parkeermanoeuvres in bijzondere mate
op obstakels die zich boven of onder
het bereik van de camera kunnen
bevinden.
BELANGRIJK
111) De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere mogelijk gevaarlijke
manoeuvres ligt echter altijd bij de
bestuurder. Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen mensen
(vooral kinderen) of dieren in het
manoeuvregebied aanwezig zijn. De
camera dient als hulp voor de bestuurder,
die echter nooit zijn aandacht mag laten
verslappen tijdens potentieel gevaarlijke
manoeuvres, ook al worden ze met lage
snelheden verricht. Houd altijd een lage
snelheid aan, zodat meteen geremd kan
worden in geval van obstakels.
98
F0Y0336C
99
F0Y0337C
109